Ze duiken op in supermarkten, luchthavens en restaurants: de automatische kassa's waar de klant aan de slag kan met een zelfscan. Geschenk van de innovatie? “Ik hoef het niet. Doe mij maar een ‘goeiedag’”, laat Gunther (25) optekenen in onderstaand opiniestuk.
De zelfscan. U kent het wel. De kassa zonder kassierster of de bagagedesk zonder vriendelijke stewardess. Waar de toestellen ook staan, één ding hebben ze gemeen. Of nee, twee. Want eender waar: ik gebruik ze nooit. Maar de tweede gelijkenis merkte ik pas recent op. Namelijk dat, hoe onbemand ze ook zouden moeten zijn, er altijd — maar dan ook altijd — per twee of meer zelfscans een medewerker staat. Of heet die dan nog steeds kassière?
Romanticus
Ik merkte het op de luchthaven, nadat ik mijn bagage had afgegeven bij een opgewekte, menselijke grondstewardess. Ja, ergens schuilt een romanticus in mij. Na een 'goeiemorgen' en 'prettige reis' voel ik me ook zekerder dat mijn tas de buik van het vliegtuig bereikt. Terwijl ik nadien genoot van een te dure maar lekkere koffie, keek ik naar de fameuze zelfscans. Waar reizigers met een verloren blik voor stonden. Rondkijkend. Voor uitleg. Naar een bevallige dame die tussen de automaten fladderde, wachtend op een hulpeloze toerist. Om raad te geven. Of om gewoon even zelf de hele procedure te doen. U weet wel: wat stewardessen van oudsher doen.
Hetzelfde scenario in de grote winkels, zoals Ikea. Ellenlange rijen aan elke kassa, automatisch of menselijk, maar die aan de zelfscan net dat ietsje langer. “’t Is dat het daar sneller gaat”. Hm. Nee. Vertwijfelde blikken, kijken bij anderen hoe het werkt en dan toch uiteindelijk de hulp inroepen van, jawel, de medewerker die tussen twee kassa's stond te wachten op het onvermijdelijke. Op de klant die het zichzelf moeilijk maakte, door het zichzelf makkelijk te willen maken.
Maar, geen twee zonder drie. Tijdens de Antwerpse Boekenbeurs ging ik snel een hapje eten in de plaatselijke trattoria. Eentje met zelfbediening. Gaan daarmee hand in hand: kreten van Italiaanse afschuw en automatische kassa's. Plus, wat had u gedacht, een kassierster (?) die er had postgevat. Tijdens mijn lunch heb ik bijna geen enkele klant zelf zijn rekening zien maken. Telkens werd de dame erbij geroepen. Voor haar betekende dat drie kassa's tegelijk bedienen.
Minder volk, evenveel werk
Minder personeel, minder loon, meer winst. En de klant die vaart er wel bij. Nee? Nou. Dubbel nee. Wat ik zie, is dat waar 'automatische' kassa's staan, er nog altijd kassiersters zijn. Het enige verschil is dat één persoon nu instaat voor twee toestellen. Of meer. En dat ze geen stoeltje meer hebben. Zo kunnen ze in een vloeiende beweging van links naar rechts.
En betekent het wel sneller voor de klant? Kent u het gevoel wanneer u aan de kassa staat aan te schuiven en de klant voor u een hoog bedrag wil betalen met kleingeld? Dat heet ergernis. Wel, ik zie hetzelfde bij de zelfscans. Wanneer de klant vooraan in de rij naar het scherm staart. “Wat moet ik doen? Druk ik hier? Oei, te ver. Kan ik terug? Mevrouw?!”
De zelfscan. U kent het wel. Een excuus om met minder volk evenveel werk te doen. Mocht ik een rode partijkaart hebben, ik noemde het uitbuiting. De zelfscan. Onpersoonlijk en kil. De al dan niet gemeende 'goeiedag' van een overwerkte kassierster was al niet veel soeps, maar wat krijg je nu? Wat gepiep en foutmeldingen. En als je geluk hebt, de rekening. Of je bagage op de juiste bestemming. Tenzij je dikke vingers hebt en de medewerkster het te druk had met de andere zelfscans.
Volgende keer dus toch weer naar de goeie ouwe kassa. 't Is dat het daar sneller gaat.
© 2014 – StampMedia – Gunther Malin
Dit opiniestuk werd gepubliceerd door Opiniestukken.nl op 03/12/2014