In de Antwerp Expo vond op 21 en 22 maart de Poppen- en Berenbeurs plaats. Een internationaal evenement voor en door de liefhebbers van poppen en teddyberen, met stands voor doe-het-zelvers, verzamelaars en een van de laatste echte poppendokters. Wij waren erbij en spraken met de organisatie, bezoekers en standhouders over hun werk en hun passies.
Al 40 jaar is het bedrijf Niesje Wolters actief in het organiseren van beurzen met poppen en beren. Het begon allemaal met moeder Niesje, poppenmaakster en verzamelaarster. Tegenwoordig wordt het bedrijf geleid door dochter Suzan, die het ambacht van haar moeder leerde.
“Onze beurzen zijn gericht op vier groepen mensen”, zegt Suzan. “Verzamelaars van antieke poppen, liefhebbers van hedendaagse poppen, doe-het-zelvers op zoek naar materiaal en mensen die beren verzamelen”.
Bekijk hier de fotoreportage.
https://www.flickr.com/photos/stampmedia/sets/72157651197206500/
Echte verzamelstukken
Als we haar vragen naar haar passie, neemt ze ons mee naar een van de stands en zegt glunderend: “Ik ben niet zo’n fanaat als veel andere mensen op de beurs, maar wat je hier ziet zijn echte verzamelstukken. Als ik het geld zou hebben zou ik graag een pop als deze kopen, maar die kost al gauw 2.000 euro”.
De pop die ze aanwijst stamt uit de 19de eeuw, heeft mond geblazen oogjes en draagt kleertjes van zijde. “Rijke mensen kochten deze poppen voor hun dochters, zij mochten er dan alleen op zondag onder toezicht mee spelen”, zegt Suzan. Het is niet verwonderlijk te bedenken dat er maar weinig poppen uit deze tijd bewaard zijn gebleven, de handjes en het hoofdje zijn gemaakt van porselein en dus erg kwetsbaar.
(Illustratie © Tessa Van Opstal)
Ruwe bolster, blanke pit
Bij de kaartverkoop staat Luc, een stoere kerel met een gulle lach. Iemand die je niet meteen op deze beurs zou verwachten. Luc vertelt: “Het begon allemaal toen mijn vrouw op zoek ging naar haar oude pop. In het begin dacht ik dat het niets voor mij was, toch begon ik het steeds leuker te vinden. Inmiddels staan twee kamers bij ons thuis vol met poppen en poppenhuizen, vooral moeilijk te vinden miniaturen.”
Net echt
Achter een kraam met nauwelijks van echt te onderscheiden babypoppen staan de zussen Lia en Miriam uit Baarle-Nassau. Hun bedrijf bestaat sinds 2006 en heeft wereldwijd al 4.000 poppen verkocht. Miriam maakt de poppen en Lia runt het bedrijf, ook haar man en dochter werken mee. De poppen worden onder andere gebruikt in kledingwinkels, als oefenmiddel voor fotografen, door de medische industrie maar ook als hulpmiddel bij rouwverwerking.
Praten over hun klandizie doen de zussen liever niet. “Mensen vinden het vaak vreemd en we hebben al vaak meegemaakt dat onze klanten door de media niet respectvol behandeld werden.” Ze gaan ook niet in op vreemde verzoeken zoals mensen die vragen om een pop met lichaamsopeningen. “Twee van onze poppen zijn zelfs te zien in Brussel, in het natuurhistorisch museum”, vertelt Lia nog trots.
Aan een tafeltje in de restauratieruimte zit moeder Katrien met haar dochters Isabo en Noah. Zij kwamen naar de beurs voor die levensechte poppen. “Mijn dochters wilden graag een reborn, nu hebben we er twee en is de derde onderweg”, zegt Katrien wat verlegen. Voor Katrien is het verzorgen van de poppen een hobby waar ze bijna een dagtaak aan heeft. Dochter Isabo helpt haar soms. “Als mijn moeder geen tijd heeft, vraagt ze mij om ze bijvoorbeeld even om te kleden”.
De poppendokter
De meest bijzondere persoon die wij ontmoetten, is Dicky. Zij beoefent een uitstervend ambacht. Dicky volgde in Nederland aan de kunstacademie de opleiding ‘speelgoed’ en maakte ervan haar beroep en is daarmee een van de laatste echte poppendokters. Erg spraakzaam is ze niet. Ze is te geconcentreerd bezig is met het oplappen van een grote knuffelbizon.
De bizon is van Mark. Hij maakt foto’s van de operatie. “Op de VRT zag ik dat deze beurs gaande was en de volgende dag ben ik meteen gekomen”, zegt Mark. “De bizon is mijn beste vriend. We hebben hem al 33 jaar en het is het symbool van onze vriendschap.” Dankzij Dicky gaat de bizon misschien nog eens 33 jaar mee.
(Foto © Jeroen Janssens)
© 2015 – StampMedia – Tekst: Annemiek Poelman; foto's: Jeroen Janssens; illustratie: Tessa Van Opstal
Dit artikel werd gepubliceerd door Apen.be op 28/03/2015
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 28/03/2015