200 miljoen meisjes en vrouwen zijn wereldwijd slachtoffer van vrouwelijke genitale verminking (VGV). Dat blijkt uit cijfers van Unicef uit 2021. VGV komt voor in verschillende vormen en is omwille van globalisering en migratiestromen een wijdverspreid sociaal fenomeen. Sociologe Nina Van Eekert (Universiteit Antwerpen) schreef haar doctoraat over de ‘medicalisering’ van genitale vrouwelijke verminking in Kenia en Egypte. “Genitale verminking biedt geen enkel gezondheidsvoordeel.”
Bij vrouwelijke genitale verminking (VGV) wordt in sommige gevallen de clitoris deels weggesneden en in andere gevallen de schaamlippen toegenaaid. Soms wordt er een prik in de clitoris gegeven, om een ‘symbolische bloeddruppel’ te bekomen. “Vrouwelijke genitale verminking (VGV) omhelst iedere praktijk die schade berokkent aan de vrouwelijke genitaliën omwille van niet-medische redenen”, zegt doctor in de sociologie Nina Van Eekert (Universiteit Antwerpen). “Maar één ding is zeker: er is in geen enkel geval een bewijs van gezondheidsvoordelen, alleen maar van gezondheidsnadelen. Zowel op psychisch als fysiek vlak."
Zo kunnen meisjes ten gevolge van genitale verminking hevige bloedingen en infecties krijgen, vruchtbaarheidsproblemen ontwikkelen of in de ergste gevallen zelfs overlijden. De meisjes zijn dikwijls jong, meestal rond de tien jaar, worden niet op de hoogte gebracht over wat hen zal overkomen en dat kan leiden tot een shock. “Plots worden zij ergens mee naartoe genomen, moeten ze hun genitaliën laten zien en worden ze besneden. Voor veel meisjes is dat een traumatische ervaring”, luidt het bij Van Eekert. Bovendien daalt de leeftijd waarop meisjes genitale verminking ondergaan steeds meer. Van Eekert: “Jongere meisjes bieden minder weerstand en zijn minder geneigd dat aan anderen te vertellen, waardoor de kans dat het uitkomt zeer klein is.”
Vrouw versus patriarchaat
Wat ligt aan de basis van dit ritueel? Traditie? Sociale normen? Religie? Volgens Van Eekert kunnen al die factoren een rol spelen. “Vaak denkt men dat het een religieus ritueel is, terwijl het zijn oorsprong daar niet kent”, vertelt Nina Van Eekert. “Er zijn erg oude muurschilderingen van besnijdenissen teruggevonden, die aangeven dat de praktijk ouder is dan religie. De praktijk wordt vandaag vaak gekoppeld aan religie, omwille van gemeenschappelijke achterliggende waarden zoals kuisheid en reinheid.”
“Er zijn erg oude muurschilderingen van besnijdenissen teruggevonden, die aangeven dat de praktijk ouder is dan religie” – Nina Van Eekert (doctor in de sociologie, Universiteit Antwerpen)
De motivatie achter vrouwelijke genitale verminking is volgens de sociologe daarentegen wel eenduidig: “Waarom het plaatsvindt en de betekenis die eraan gehecht wordt, verschilt sterk van cultuur tot cultuur, maar het fundament ligt in de vrouw controleren in een patriarchale samenleving. Zo ligt in Egypte vooral de focus op het controleren van de vrouwelijke seksualiteit. Onbesneden vrouwen zouden meer seksuele driften hebben en worden als ‘onhuwbaar’ beschouwd.”
Sociale bril
De weg naar de juiste terminologie rond vrouwelijke genitale verminking is nog lang. Vroeger opteerden internationale organisaties voor de term ‘vrouwenbesnijdenis’, maar omdat men een duidelijk onderscheid wil maken met mannenbesnijdenis werd daar uiteindelijk van afgestapt. Daarna veranderde de terminologie naar ‘vrouwelijke genitale verminking’. De term ‘verminking’ botste echter ook op kritiek. “Wij noemen dat verminking, omdat we ernaar kijken met onze eigen sociale bril”, vertelt Van Eekert, “zonder onze sociale normen en waarden in vraag te stellen. In andere culturen vinden ze studentendopen misschien even shockerend?”
“In de strijd tegen genitale verminking moeten we inspelen op vrouwenemancipatie” – Nina Van Eekert (doctor in de sociologie, Universiteit Antwerpen)
Zelf verkiest Van Eekert de neutrale term ‘female genital cutting’ om niet oordelend over te komen bij praktiserende culturen. “Je kan de praktijk veroordelen, maar daarom nog niet de mensen die het uitvoeren. Moeders die ervoor kiezen hun dochter te laten besnijden, doen dat vanuit goede intenties. Ze willen dat hun dochter kan huwen omdat dat hen meer levenskansen biedt.”
Medicalisering als oplossing?
Vroeger werd genitale verminking zo goed als altijd uitgevoerd door traditionele besnijdsters die daarmee een hoge sociale status vergaarden. De laatste jaren zijn het steeds meer professionele zorgverleners die VGV uitvoeren. Dat wordt ook wel ‘de medicalisering van vrouwelijke genitale verminking’ genoemd. Er bestaat echter weinig betrouwbare data over wie die zogenaamde professionele zorgverleners zijn.
Nina Van Eekert: “Als besnijders een witte jas aandoen en in een ziekenhuis werken, worden zij al snel als professionele zorgverleners gezien, terwijl hun educatieve achtergrond of functie in de gezondheidssector niet altijd duidelijk is. Vanwege die onduidelijkheid spreekt men over pseudomedicalisering.”
Vrouwelijke genitale verminking is volgens Van Eekert een gecompliceerd en genuanceerd verhaal. De ‘medicalisering’ ervan maakt het er niet gemakkelijker op. Toch ziet de onderzoekster wegen uit het moeras, als we het fundamentele probleem aanpakken.
"In de strijd tegen genitale verminking kunnen we inzetten op bijvoorbeeld sensibilisering, maar de kern van de zaak blijft de onderdrukking van de vrouw”, besluit Van Eekert. “Daarom moeten we inspelen op vrouwenemancipatie. Meisjes en vrouwen moeten toegang hebben tot onderwijs en de arbeidsmarkt, ze moeten zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien en daarvoor niet langer afhankelijk zijn van hun partner.”
Dit artikel werd gepubliceerd door Weliswaar op 06/06/2023.