Remy Bonny (links) en Borys Hmelevskiy.

De LGBTQ-gemeenschappen binnen en buiten Oekraïne springen in de bres voor het volk dat in oorlog leeft of het land heeft moeten ontvluchten. “Veel homo’s willen naar het front trekken.”

“Sommige mensen hebben problemen gehad om het land te verlaten, zoals transgender personen die hun officiële documenten nog niet hadden veranderd. Het is moeilijk om het land uit te vluchten, maar de meeste mensen willen dat niet. Ze willen hier blijven en proberen ons land te verdedigen. Ik ken veel homo’s in Kiev die naar het front willen gaan. Heel veel mensen willen zich bij het leger aansluiten, maar dat is moeilijk. Er zijn nu duizenden mensen die dat willen doen, maar de grote toestroom daarvan is nog moeilijk te verwerken voor het Oekraïense leger.”

Aan het woord is Borys Hmelevskiy, een 26-jarige man uit de hoofdstad Kiev en lid van de LGBTQ-gemeenschap in Oekraïne. Voor de oorlog stond hij nog aan het hoofd van een mensenrechtenorganisatie, was hij actief in het steunen van zijn gemeenschap en werkte hij ook in andere milieus om bijvoorbeeld druggebruikers legale hulp te bieden. Maar nu wil ook hij de wapens opnemen om zijn land te redden.

Belgische regenboogactivist Remy Bonny volgt de situatie op de voet. Hij is voorzitter van Forbidden Colours, een Europese organisatie die opkomt voor de rechten van homoseksuele en transgender personen. “Vrijwel meteen zijn heel wat activisten, die het leiderschap van de LGBTQ-gemeenschap op zich namen, bij het leger gegaan”, weet Bonny. “Er is ook een deel dat wil vluchten, zeker de meest gemarginaliseerde groepen binnen de gemeenschap. Mensen waarvan de gezondheid bijvoorbeeld in gevaar is, zoals personen die hiv-positief zijn of personen die nog in hun transitie zitten. Hun gezondheid is ook echt in gevaar omdat er geen hiv-medicatie meer is, of omdat de medische transities zijn stopgezet.”

Meer gelijkheid op komst

Voor de oorlog had de LGBTQ-gemeenschap nog een mooie toekomst. Volgens Borys Hmelevskiy werden de rechten beter na de politieke revolutie van 2014. “Er kwam meer gelijkheid. We hadden meer steun van de overheid. We accepteerden niet langer homofobe taal.”

Ook Remy Bonny zag voor het conflict rooskleurigere perspectieven. “De Oekraïense samenleving is nog een stuk conservatiever dan die van landen als Polen of Hongarije, maar er waren wel stappen in de goede richting. Ook omdat de Oekraïense regering zich wil aansluiten bij de Europese Unie. Dat heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat er in 2015 een anti-discriminatiewetgeving kwam op de werkvloer. Daardoor kon je niet meer ontslagen worden op basis van geaardheid of gender.”

“De Oekraïense samenleving is nog een stuk conservatiever dan die van landen als Polen of Hongarije, maar er waren wel stappen in de goede richting” – Remy Bonny

Op wetgevend vlak stonden er ook verschillende zaken op de agenda. “In september ging er normaal over een algemene anti-discriminatiewetgeving gestemd worden. Er ligt ook al een jaar een wet over het wettelijk samenwonen voor koppels van hetzelfde geslacht in het parlement.”

Volgens Borys Hmelevskiy werd de samenleving steeds toleranter, maar zat het gevaar voor gelijke rechten in Rusland. “Het grootste probleem waren de pro-Russische groepen of radicalen. Met steun van Rusland probeerden ze de situatie te vernietigen. Het is een probleem in alle landen rond Rusland, omdat het kremlin geld geeft aan deze homofobe propaganda. Ze proberen ons te vernietigen met zogezegd traditionele waarden. Maar het zijn geen traditionele waarden, het zijn onmenselijke waarden.”

“Het is een belangrijk geopolitiek wapen van Rusland naar een toch zeer conservatieve bevolking”, vult Remy Bonny aan. “Maar het is toch te kort door de bocht om te zeggen dat het alleen Rusland was die homofobe propaganda verspreidde in Oekraïne. Er zijn ook wel nationalistische groepen in het land die anti-LGBTQ zijn. Rusland speelt een belangrijke rol daarin, maar het is niet alleen Rusland die achter de homofobe propaganda zit.”

Verschillende hulpinitiatieven

Om de situatie voor de gemeenschap dragelijker te maken, zijn er verschillende initiatieven om die mensen te steunen. “We doen een fondsenwerving waarmee we LGBTQ-vluchtelingen opvangen in de buurlanden”, vertelt Remy Bonny. Geld wil de regenboogactivist nog niet naar het land sturen door de angst voor een overwinning van Rusland. “Het zou niet verstandig zijn om geld te sturen naar een organisatie die misschien binnen een week onder de controle staat van de Russen. We staan daar weigerachtig tegenover. We willen beletten dat dat geld in de zakken van Vladimir Poetin zou belanden.”

Geen geld, maar wel hiv-medicatie is onderweg voor mensen in Oekraïne en omringende landen die hiv-positief zijn. Bonny: “Als de oorlog voorbij is, zal ik de eerste zijn om een crowdfunding op te starten en initiatieven als een Kiev Pride te ondersteunen, maar de situatie is nu moeilijk in te schatten.”

Ook Borys Hmelevskiy probeert te helpen waar hij kan. “Ik bied momenteel hulp aan de LGBTQ-gemeenschap. Ik doe vrijwilligerswerk, neem geld aan, doe militaire zaken en ook medische hulp bied ik aan. We staan ook in contact met westerse LGBTQ-organisaties om hulp te krijgen.”

Vechtlust

Want zijn vechtlust, en die van zijn vrienden, is nog lang niet verdwenen, integendeel. Hmelevskiy: “Ik denk dat we zullen winnen. Dat geloof ik echt. Voor de oorlog dacht ik dat Oekraïne zich niet kon verdedigen, maar we kunnen het wel degelijk. Het is ook niet zomaar een oorlog, het is een verwoestende oorlog. Iedereen die hier blijft, probeert tegen de Russen te vechten, in zowel bezette als niet-bezette gebieden, aan de frontlijn, in de politiek… Iedereen probeert zijn land te verdedigen. We vechten als één natie. Ik ken bijna niemand die de overheid en het leger niét steunt”

Als Rusland zou overwinnen zou de LGBTQ-gemeenschap in Oekraïne wel eens alles kunnen verliezen, volgens Bonny. “Er is een zekere angst binnen de gemeenschap. Bij een bezetting van Rusland zal Poetin het maatschappelijke middenveld willen liquideren, omdat er anders te veel verzet zou komen. Die angst zorgt niet voor een flight-, maar fight-reactie. Veel mensen uit de gemeenschap nemen de wapens op.”

Hmelevskiy: “We hebben geen schrik. We wonen naast Rusland en we zijn deze propaganda al acht jaar gewoon. Het was een kwestie van tijd. We proberen nu deze oorlog te overleven. LGBT-rechten waren de afgelopen vijf jaar belangrijk, maar nu even niet.Ik heb geen schrik om te sterven. Natuurlijk wik ik leven, maar ik ben niet bang. Als het ons lot is om te sterven door Russische bommen, dan is dat zo.”


Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 17/05/2022.

vorige volgende