COVID-19 zet niet enkel de fysieke gezondheidszorg onder druk, het heeft ook een grote invloed op de mentale gezondheidszorg. Jongeren in psychiatrische instellingen worden vaak vergeten wanneer het gaat over de impact van het virus, maar ook voor hen wegen de maatregelen zwaar door. Bovendien staan instellingen voor mentale gezondheidszorg laag op de prioriteitenlijst van de overheid. Zowel personeel als jongeren zijn bezorgd over de toekomst van de geestelijke gezondheidszorg.
De coronamaatregelen die gelden in andere zorgsectoren zijn ook van toepassing op de instellingen die instaan voor de mentale gezondheidszorg van jongeren. De behandelingen lopen gewoon verder, maar toch zijn er enkele ingrijpende veranderingen.
Door de quarantainemaatregelen zijn dag opnames niet meer mogelijk, werden bezoekuren afgeschaft, zijn groepstherapiesessies vervangen door individuele opvolging en kunnen patiënten niet meer naar huis in het weekend. Enkel voor minderjarigen geldt er een uitzondering op de bezoekregel en mogen ouders onder strikte voorwaarden nog op bezoek komen. Zo zijn aanrakingen verboden en mogen de ouders enkel op afspraak langskomen indien ze geen symptomen vertonen.
Volgens Jaak Poncelet, Algemeen Directeur van Asster, is een opname in een psychiatrische instelling op zich al heel ingrijpend voor jongeren en zorgen die extra maatregelen voor nog meer verwarring: “Mentale gezondheidszorg is moeilijk verenigbaar met de coronamaatregelen, omdat menselijk contact juist heel belangrijk is voor het mentaal welzijn. We moeten voortdurend een afweging maken tussen de fysieke en mentale gezondheid van onze patiënten.”
Opgenomen of opgesloten?
Ook isolatie weegt zwaar door bij minderjarige patiënten. Ze kunnen niet meer naar huis in het weekend en wekelijkse activiteiten zoals samen sporten of boodschappen doen, werden afgeschaft. Johan Claeys, Woordvoerder OPZ Geel, benadrukt dat het niet gemakkelijk is voor de patiënten. “Ze mogen enkel onder begeleiding buiten om op afstand te wandelen. Nu valt de situatie nog mee, maar dat zal enkel moeilijker worden naarmate de situatie langer aanhoudt.”
Victoria* (16) verblijft in de psychiatrische instelling Yidam in Sleidinge. Ze vertelt veel meer individuele therapie te krijgen doordat groepstherapie niet meer toegestaan is. Haar ouders zijn de enigen die nog op bezoek mogen komen. “Ze mogen slechts 1 per 1 binnen na een controle op koorts en we mogen elkaar niet aanraken, dus ook geen knuffels,” vertelt Victoria. Ze heeft weinig contact met de buitenwereld en mag niet meer naar buiten zoals vroeger. Activiteiten zoals sporten en zwemmen zijn afgeschaft. “We zitten letterlijk opgesloten.”
"Therapie via telefoon of beeldbellen is voorlopig een waardig alternatief, maar zeker geen vervanging."
Online therapie als alternatief
Veel behandelingen vinden nu ook online plaats. Omdat dagopnames niet meer kunnen doorgaan en minderjarige patiënten er soms voor kiezen om niet in de instelling te blijven omdat ze daardoor niet meer naar huis mogen in het weekend, zoeken instellingen volop naar alternatieve manieren om patiënten te begeleiden. Verschillende instellingen, waaronder Karus (Gent), OPZ Geel en Asster (Sint-Truiden) vertellen dat veel behandelingen en sessies nu telefonisch worden voortgezet. Poncelet benadrukt dat de jongeren heel dankbaar zijn voor de telefoontjes, maar dat het nog steeds niet hetzelfde is als gewone sessies. “Therapie via telefoon of beeldbellen is voorlopig een waardig alternatief, maar zeker geen vervanging,” aldus Poncelet. Johan Claeys voegt eraan toe dat online therapie vooral dient om de patiënten op te vangen en niet als vervanging van gewone therapie: “Enkel de toekomst zal kunnen uitwijzen of die sessies even effectief zijn. Het moet nu gewoon even zo, het contact moet blijven.”
"We staan laag op de prioriteitenlijst, en hebben een tekort aan mondmaskers. Dat brengt veel onzekerheid met zich mee en is zowel voor het personeel als de jongeren mentaal heel lastig."
Dreigend tekort aan materiaal en personeel
Voorlopig lijkt de corona epidemie nog geen grote impact te hebben op de bezetting van instellingen en uitval van personeel. Toch blijft men alert. “Momenteel is er in het ziekenhuis voldoende beschermmateriaal om patiënten volgens de regels te kunnen blijven behandelen,” zegt Johan Claeys. Het virus is voorlopig goed buiten gebleven en ook de uitval van personeel is tot nu toe beperkt. Maar we moeten voorzichtig zijn.
Dat kan snel omslaan, en dan is ook veel materiaal nodig.” Gino Ameye, Zorgmanager bij Karus, vertelt dat het beschermmateriaal precair is: “We staan laag op de prioriteitenlijst, en hebben een tekort aan mondmaskers. Dat brengt veel onzekerheid met zich mee en is zowel voor het personeel als de jongeren mentaal heel lastig. We hebben geen overschot van personeel. Daardoor kunnen we heel snel in moeilijkheden geraken. We proberen het personeel en de jongeren zo goed mogelijk te voorzien van richtlijnen, maar toch, ook angst is besmettelijk.”
Joris Moonens, woordvoerder van Zorg en Gezondheid Vlaanderen, benadrukt dat het logisch is dat psychiatrische instellingen lager op de prioriteitenlijst staan: “Op de eerste plaats staan hulpverleners die in direct contact komen met COVID-patiënten, zoals ziekenhuispersoneel en dokters.
Daarna volgen mensen die in contact komen met zwakkere bevolkingsgroepen, zoals het zorgpersoneel in rusthuizen. Mensen met mentale gezondheidsproblemen zijn niet noodzakelijk COVID-patiënt of fysiek verzwakt en komen dus ook lager op die lijst te staan. De verschillende overheden doen er alles aan om het nodige materiaal aan te kopen en het zo goed mogelijk te verdelen.”
"De coronapandemie kan ervoor zorgen dat de problemen van jongeren met ontwikkelingsstoornissen of psychoses bij jongvolwassenen of volwassenen nog verder escaleren."
Kwetsbaren worden nog kwetsbaarder
Maar Poncelet vreest vooral voor de meest kwetsbaren in de samenleving. En daaronder vallen ook mensen met mentale gezondheidsproblemen. “De kwetsbaren worden nog kwetsbaarder,” zegt hij. “De corona pandemie kan ervoor zorgen dat de problemen van jongeren met ontwikkelingsstoornissen of psychoses bij jongvolwassenen of volwassenen nog verder escaleren.
Daarnaast valt veel contact en hulp nu weg en voelen jongeren zich meer geïsoleerd. Sommige patiënten kunnen we niet meer optimaal bereiken en ondersteunen. Het gevaar bestaat dat zij gaan decompenseren (wie te lang aan te grote spanningen of andere druk wordt blootgesteld, kan psychisch decompenseren: depressie, burn-out, angstaanvallen, enz. red.),” vertelt Poncelet.
Moonens benadrukt dat de situatie in de psychiatrische hulpverlening op dit moment heel onzeker is. De impact van de coronacrisis en van online therapie op de mentale gezondheid van jongeren en de kwaliteit van de mentale gezondheidzorg is nu nog heel onduidelijk. Hij vreest momenteel niet voor een overbelasting van psychiatrische instellingen, omdat er nu juist meer op afstand gebeurt en jongeren geen toegang hebben tot het volledige aanbod van mentale gezondheidszorg.
Die impact zal echter achteraf duidelijk worden. En daar is nu veel bezorgdheid over: “De pandemie weegt zwaar door op onze samenleving en pas achteraf zal duidelijk worden hoe zwaar. Er is wel een sterk vermoeden dat de psychische problemen zullen stijgen, maar of dat zal worden bevestigd, valt nu enkel af te wachten.”
*Victoria is een schuilnaam