© Kayin Luys

Toen hij stopte met zijn Theaterbedrijfje ‘Aksident’, hoopte acteur Herman Verbruggen op een soort nulpunt te komen waar hij even verlost zou zijn van alles wat met theater of creativiteit te maken heeft. Maar dat nulpunt kwam er niet. Integendeel, Verbruggen kreeg hier en daar altijd wel iets aangeboden om zich bezig te houden. Een portret van de acteur die als 'Marcske' wereldberoemd is in Vlaanderen.

Wanneer wist u dat u acteur wilde worden?
“Toen ik in het zesde studiejaar zat, heb ik het licht gezien. Als kind kom je tijdens de ontwikkeling tot bepaalde belangrijke vaststellingen en conclusies die de rest van je leven bepalen. Ik weet nog dat ik op de speelplaats aan het spelen was en ineens drong het tot me door dat acteur zijn een daadwerkelijk beroep was. Dat het een bron van inkomsten was waarmee ik mijn leven kon vullen. Dat was echt het licht zien voor mij. Mensen entertainen was toen al mijn passie en iedereen zag dat ook in mij.”

Toch hebt u een wetenschappelijke opleiding gehad op de middelbare school?
“Inderdaad, een wetenschappelijk-technische opleiding. Nadat ik in mijn zesde middelbaar moest blijven zitten, belandde ik even in een dipje. Mijn vader ging toen op zoek wat ze met mij moesten aanvangen. Ik heb toen, in een tijd zonder internet, ook maar gewoon besloten naar mijn vader te luisteren. Het enige wat Ik wist, was dat er een theaterschool in Antwerpen was maar dat ik daar pas na het middelbaar naar toe zou kunnen gaan. Ik heb dan voor mezelf bepaald dat ik de periode in het middelbaar maar even moest overbruggen.”

Voelde dat ook zo aan, als een overbrugging?
“Ja eigenlijk wel. Ik hoorde op de scouts dat er mensen waren die kunsthumaniora deden, en ik zat daar dan niet. Ik voelde wel dat er toekomst was en dat ik gewoon nog even moest wachten. Dat gaf ook een soort van rust. Het enige wat ik in de tussentijd kon doen was hier en daar eens bij de scouts optreden.”

Na acht jaar op een gewone school, komt u dan toch in de theaterwereld terecht. Was dat een nieuwe wereld die openging?
“Er ging inderdaad een hele nieuwe wereld open. Leraren willen namelijk het onderste uit u halen. Ik moest leren om mijn mooie kanten te laten zien, maar ook mijn minder mooie kanten.  Ik moest leren falen, iets waar ik echt niet goed in was. Ik ben opgegroeid in een klassiek, conservatief gezin en ineens stond ik in de grote theaterwereld. Toch ben ik niet zonder slag of stoot in deze wereld terecht gekomen. Ik deed bij verschillende scholen ingangsexamen, maar eerst zonder succes. Tot ik op een gegeven moment op de theatermarkt in Antwerpen een standje zag staan van de Antwerpse mimeschool. Daar moest ik me gewoon inschrijven en geld betalen. Ik heb dat drie jaar gedaan, en in het weekend volgde ik een opleiding tot dramadocent. Die combinatie gaf me wel het gevoel dat ik bezig was met wat ik wilde doen.”

“Ik herinner me de eerste lezing met alle acteurs aan tafel. Ik kwam niet eens uit mijn woorden op dat moment. Ik stond daar maar als klein mannetje tussen al die acteurs."

Wanneer voelde u zichzelf voor het eerst echt acteur?
“Tijdens mijn opleiding tot dramadocent. Een leerkracht van mij maakte een nieuw cabaretprogramma voor de KWB-verenigingen en vroeg of ik wou meespelen, samen met twee actrices. Het was een optreden met zingen, dansen, acts, sketches, enzovoort. We hebben daar een vijftigtal voorstelling mee gedaan. Toen dacht ik echt: “Ja, nu ben ik acteur”. Ik vond dat echt zalig.”

Uiteindelijk komt u bij de Kampioenen terecht, de slechtste voetbalploeg van het land. Hoe bent u aan dat avontuur begonnen?
“Ik herinner me de eerste lezing met alle acteurs aan tafel. Ik kwam niet eens uit mijn woorden op dat moment. Ik stond daar maar als klein mannetje tussen al die acteurs. Ik sprak al niet echt getraind en door die zenuwen ging het gewoon echt niet. Ik voelde ook dat iedereen dacht dat ik een compleet foute keuze was voor de rol.”

Wanneer ging het dan beter?
“Het ijs werd gebroken toen we naar de studio van Studio Brussel moesten gaan. Daar moest ik als Marc Vertongen enkele jingles gaan opnemen voor Radio Hallo. Daar voelde ik mij zo goed. Daar kon ik spelen en alles geven. Ik voelde dat het goed zat, en de regisseur voelde dat ook.”

Voelt u zich nu wel zelfzeker als acteur?
“Ben ik een acteur? Dat is vooral mijn vraag. Ik zeg ook maar altijd uit gemak dat mijn beroep acteur is, maar eigenlijk voel ik me geen acteur. Zeker niet als ik kijk naar wat ik allemaal al gedaan heb in mijn leven. Ik durf nu wel te spelen en rollen aanvaarden en dergelijke. Maar ik vind nog altijd dat een echte acteur iemand is die van ’s ochtends tot ’s avonds bezig is met spelen. Dat heb ik nooit gedaan. Ik ben wel altijd creatief bezig geweest. Ik voel mezelf zeker geen echte acteur. Acteren hoort gewoon bij mijn werk. Iedereen ziet mij wel als acteur. Dat vond ik altijd al raar. Vanaf het moment dat ik bekend werd, dachten mensen mij te kennen van hetgeen wat ze op tv zagen. Dat is een vreemd gevoel. Mensen denken mij te kennen maar weten eigenlijk niet wat ik in al die jaren gedaan heb.”

Dankzij uw telefoontje komt er dan toch een nieuw seizoen van FC de Kampioenen. Gelooft u in een nieuw succes?
“Ik geloof dat we na negen jaar terugkomen met een soort frisheid. Aan de andere kant zijn we ouder geworden, zelfs ik ben ouder geworden. Op een bepaald moment hebben we onszelf zelfs afgevraagd of we niet te oud zijn geworden. Maar uiteindelijk denk ik dat dat misschien een meerwaarde is. Oude mensen kunnen ook grappig zijn, en als dat niet zo is moeten wij dat misschien maar eens gaan bewijzen.”

“Daarnaast is de geest nog aanwezig. Of het daarmee terug vertrokken is, weten we nog niet. Dat is trouwens ook niet onze eerste intentie geweest. De bedoeling is om de dertigste verjaardag van de kampioenen te vieren. Eerlijk, we gaan kijken waar het ons brengt, dat geldt ook voor de films. We kijken wat de mensen ervan vinden, en op basis daarvan kijken we eventueel naar de toekomst. Natuurlijk zijn de tegenstanders er nog altijd. We zijn een van de weinige komische programma’s die zich richten op zo een breed publiek. Vanaf dat men mikt op zo een breed publiek, krijg je al snel heel zware kritiek.”

U combineert het acteren met het vader zijn. Loopt dat altijd even gemakkelijk?
“Nu is dat geen probleem meer omdat de kinderen al dertien en vijftien zijn. Ik moet wel toegeven dat het door mijn onregelmatig leven niet altijd even makkelijk is. Mijn vrouw Petra en ik hebben echt moeten leren om de agenda’s boven te halen en om afspraken te maken met elkaar. Dat was soms echt een ramp. Daar hebben we dan mee leren leven en alles proberen organiseren. Maar ik ga nu niet zeggen dat dat bij mij moeilijker is dan bij andere mensen. Ik heb wel ervaren dat het gezinsleven met twee kinderen een echt bijberoep is. Langs de andere kant geloof ik ook in de voordelen van een onregelmatig leven. Ik kan mijn kinderen meer zien en meer bijdragen tot de taken van vader. Ik moet niet altijd om half zeven thuis vertrekken en ’s avonds pas laat terug thuis zijn.

Billie, uw jongste dochter, is drie maanden te vroeg geboren. Hoe heeft u die periode ervaren?
Zeer emotioneel en intens. Het was geen plotselinge vroeggeboorte. Weken voor de bevalling deed er zich al een probleem voor. De baarmoederwand was geperforeerd waardoor het vruchtwater langzaamaan wegliep. We wisten dat het een spannende zaak zou zijn waarbij de kans op overleving groter werd met de dag. We wisten dus dat we het zo lang mogelijk in de beschermde, natuurlijke omgevingen (de baarmoeder) moesten zien te houden. Toen ze geboren werd, geloof ik dat we net meer dan 50% overlevingskans hadden.”

Wat ging er toen door jullie hoofd?
“Als ik erop terugkijk was het zwaarste moment de eerste bloeding bij Petra. Dat was in Plopsaland tijdens een Kampioenen-event. Petra ging naar het toilet en ontdekte veel bloed. We hebben toen meteen naar spoed gebeld. Er was een assistente die toen zei: “De kans dat u het kindje bent verloren is wel vrij groot, maar kom zo snel mogelijk naar hier”. Toen moesten we nog van De Panne naar Antwerpen rijden. Het was toen zo stil in de auto. We dachten echt allebei dat we het verloren waren. Toen we aankwamen in het ziekenhuis, bleek dat het kindje er gelukkig wel nog was. Daarna volgde nog een periode van grote intensiteit met uiteindelijk toch nog veel humor en steun aan elkaar. Het is een zware periode geweest, maar ik kijk er zeker niet negatief op terug.”

Petra heeft over de vroeggeboorte ook een boek geschreven.
“Petra hield tijdens beide zwangerschappen een soort dagboek bij, waarin ze schreef hoe ze zich voelde en dergelijke. Bij Roos ging alles goed, maar bij Billie dus niet. We merkten toen ook dat er geen verslagen waren van mensen die hetzelfde hebben meegemaakt. Terwijl dat echt iets is waar je nood aan hebt op zo een momenten. Daarom heeft Petra dan besloten om een boek te maken met ons verhaal, verhalen van mensen waar het goed bij is afgelopen en mensen waar het minder goed bij is afgelopen”

Was dat een verwerkingsproces?
“Ik denk het wel. Ik denk dat mensen heel vaak dingen doen om zaken te verwerken, zonder dat ze dat voor zichzelf zo benoemen. Het is nooit zo uitgesproken geweest, maar ik denk dat Petra vooral zeer gefrustreerd was dat er weinig uitleg beschikbaar was over vroeggeboortes. Aan de andere kant vond ik het ook leuk om de verhalen van andere mensen te horen. Het was voor mij ook een confrontatie dat er nog koppels zijn die hetzelfde meemaken. Daarnaast zag ik hoe ver we wetenschappelijk al staan in het leven. Dat vond ik echt onwaarschijnlijk en nu nog altijd. Billie had er eigenlijk niet mogen zijn. “

© Kayin Luys

Hoe kijken uw kinderen naar Herman de acteur?
Die vinden dat allemaal niet zo speciaal omdat ze daar ook mee zijn opgegroeid. Ze hebben gewoon nooit anders geweten. Ze weten eigenlijk alleen maar dat het speciaal is, omdat hun vrienden en vriendinnen er iets over zeggen. Moest de buitenwereld er niet zijn voor hen, zouden mijn kinderen niet de grootste fans zijn omdat ze dan gewoon zouden denken dat dat normaal is. Het is dus vooral het enthousiasme van de omgeving rond mijn kinderen die het speciaal maakt voor hun. Ik zit gelukkig ook in een programma waar zij ook achter staan, waardoor ik ook positieve reacties krijg van mijn kinderen zelf.”

Is het belangrijk voor u dat u die goedkeuring van uw kinderen krijgt?
“Ja dat vind ik wel. Ik vind het leuker dat mijn kinderen zeggen dat zij het leuk vinden. Dat moet natuurlijk niet altijd, maar het is wel tof dat ik die positieve feedback krijg.”

Humor heeft een grote rol gespeeld in uw leven. Vanwaar deze passie?
“Humor heeft een zeer grote rol gespeeld in mijn leven. Het is een keuze die alleen maar heeft te maken met wie ik als persoon ben. Ik vind het een belangrijke eigenschap van de mens om humor te kunnen zien en daar maak ik dan graag gebruik van. Humor en creativiteit gaan hand in hand bij mij. De rode draad in alles wat ik gedaan en gemaakt heb is toch humor, gecombineerd met zoeken naar originaliteit en een frisse wind. Het nadeel is dat ik soms dingen te veel relativeer. Humor is voor mij gewoon een heel belangrijk element. Zowel om zaken duidelijk te maken, als om zaken te verwerken en bepaalde onderwerpen lichter te maken.”

Mensen die aan Herman denken, denken ook meteen aan lachen. Is het soms moeilijk om altijd vrolijk voor de dag te komen?
“Nee, niet echt. Ik vind het niet moeilijk omdat het zo dicht ligt bij wie ik ben als persoon. Ik ben niet elke dag de blije Herman, absoluut niet, maar ik sta wel vrolijk in het leven. Vanaf dat er een probleem is waardoor de sfeer wordt neergelegd, is dat ook het ergste wat mij kan overkomen. Ik kan echt niet omgaan met kleine, banale discussies. Dat is voor mij heel zwaar. Ik kan daar soms echt van afzien. Ik heb voor mezelf uitgemaakt dat de aangenaamste weg, de positieve is en ik ga daar ook altijd naar op zoek. Als ik die dan niet vind, is dat voor mij zeer teleurstellend.”

 


Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 19/12/2019

vorige volgende