Mauro Pawlowski heeft samen met zijn band Gruppo di Pawlowski de laatste festivaldag van Genk On Stage op Factor J2 afgesloten. De tent was afgeladen vol en het publiek ging samen met de frontman volledig uit hun dak.
Mauro, je hebt zonet met Gruppo de tent werkelijk plat gespeeld. Iedereen klonk laaiend enthousiast. Maar hoe gaat zo'n optreden van Gruppo di Pawlowski precies in zijn werk? Het klinkt allemaal gestroomlijnd chaotisch, net als de plaat.
Mauro Pawlowski: "Ik heb heel veel vertrouwen in mijn muzikanten. Ik moet alleen maar zingen en mijn muzikanten maken de muziek. Echt zingen doe ik natuurlijk niet, maar die mannen zijn ongelooflijk goed en dat is ook de bedoeling van de groep. Zij zijn als de feel good men, je kent ze wel, de beste die ze bijeen roepen om een bankoverval te plegen. Wel, voor mij zijn dat mijn muzikanten. Ik kan hier de clown uithangen zoveel als ik wil, maar uiteindelijk draait het om de muzikanten."
Speel je graag op Genk On Stage? Wat doet dat om hier op te treden? Ik heb in het publiek ook heel wat muzikale vrienden van je gespot.
Mauro Pawlowski: "Natuurlijk vind ik dat fijn! Elke zondag ga ik naar mijn ouders. Ze wonen in Koersel. Vandaag staan zij hier. Koersel ligt op ongeveer twintig kilometer van Genk. Genk is een fijne stad. Ik ben hier opgegroeid en ik ben altijd veel naar Genk gekomen tot mijn 27ste; tot het moment dat ik naar Antwerpen ben verhuisd. Vroeger was er in Genk een café, de Manifesto, daar kwamen al de freaks samen. Dat was nog in de jaren ’80 en ’90. Ik heb ook vrienden uit Genk en speelde in een band uit Winterslag. Genk is voor mij top, ik kén Genk."
Je speelt geen instrument in deze band, behalve de sambaballen met naam Dondor.
Mauro Pawlowski: "Ja inderdaad, de sambaballen DonkerDorst en die gaan binnenkort een soloplaat maken." (lacht)
Wat verkies je? Met een ‘echt’ instrument op het podium staan of niet, want zonder heb je meer bewegingsvrijheid op het podium, niet?
Mauro Pawlowski: "De afwisseling is goed. Maar ik ben een gitarist en speel nog altijd graag gitaar. Ik vind het ook fijn om alleen met een sambal te spelen, dan kan ik me helemaal laten gaan. Dan kan ik prullen en sukkelen. Dat maakt dan allemaal niet zoveel uit. Ik kan vaak niet drinken voordat ik speel, geen druppel. Ik kan me dan niet goed concentreren tijdens het optreden. Maar bij deze groep kan ik wel een pintje drinken voor ik opga, omdat ik alleen maar de sambaballen moet bespelen."
Iets meer dan een half jaar geleden heb je samengewerkt met Warhola. Hoe was die ervaring? En ben je nog van plan om met ander jong muzikaal geweld samen te werken?
Mauro Pawlowski: "Goede band, Warhola! Dat was heel sjiek, vond ik. Als ik dat niet goed zou vinden, dan zou ik niet zeggen 'Dat was niet goed'; dan zou ik dat wel anders formuleren. Maar bij hen was ik echt onder de indruk, ik meen dat."
Op Pukkelpop gaan we je dit jaar ook terug zien met Evil Superstars. Vele mensen kijken enorm uit naar deze reünie. Maar wat mogen we precies verwachten van jullie optreden?
Mauro Pawlowski: "We gaan nu ook nummers van vroeger spelen, maar wel niet allemaal. Nieuwe nummers worden gebracht naast de oude. Tim heeft ook nieuwe nummers gemaakt. Tim is vanaf nu de leider. Ik ben niet meer de baas van Evil Superstars. Tim is nu de baas. Hij organiseert alles, hij kiest de setlist. Hij is de leider op de repetitie en ik ben de zanger."
"We gaan dus nieuwe nummers brengen, maar ook oude. Een aantal dingen moeten nog beslist worden. Van belang is dat we plezier maken, geen statements. Maar aan de andere kant: we zijn ook geen band én we waren toen in de jaren '90 ook geen band die deed wat een band moest doen. We willen ons niet expliciet profileren als rebellen, dat zijn we helemaal niet, maar we gaan nu ineens ook niet doen wat we moeten doen, sorry.
© 2015 – StampMedia/Stoorzender – Tekst: Goele Aerts; foto: Bart Heleven