Zondag showde Eli Alders de collectie van zijn urban kledingmerk Relik tijdens de Open Studio Dag, in hartje Borgerhout. De 18-jarige ontwerper hoopt zijn eigen winkel te openen in Antwerpen. "Sinds het bestaan van Relik heb ik geen plan B. Ik wil mijn eigen winkel. Dat is plan A !"

We treffen Eli Alders, alias Eli Kopter, tijdens de Open Studio Dag in de Klappeistraat, vlakbij de Offerandestraat. Volgens de jonge ontwerper is het misschien niet dé ideale locatie, maar "mits wat reclame komt het wel in orde", vertelt hij.

Eli is nu een jaar mode-ontwerper. "Het was nooit mijn doel om designer te worden, maar sinds ik aangesproken werd om als model te staan, ben ik gegrepen door mode", legt de 18-jarige Antwerpenaar uit. Hij hoopt met zijn diploma bedrijfsbeheer en opleiding design en digitale media een goede basis gelegd te hebben en droomt al luidop van een eigen winkel.

Relik

Het is allemaal begonnen toen de jonge zelfstandige logo’s ontwierp voor artiesten. Nadat hij model had gestaan, dacht hij het beter te kunnen. Hij begon prompt zijn eigen kledinglijn: Relik. De naam is afkomstig van zijn eigen naam. "Het moest iets persoonlijks zijn maar niet té opvallend", lacht Alders.

De jonge ontwerper kende een moeilijke start. "Ik ging als newbie naar veel te dure drukkers. Ik zat ook nog op school. Ik ging daarom een keer in de week afwassen in een restaurant, om wat geld bijeen te sparen, zodat ik de kleding kon bedrukken."

Het maakproces verliep wat moeizaam, maar opgeven staat niet in Eli’s woordenboek. Zijn vrienden deelden massaal zijn Facebookpagina, waardoor  de eerste truien meteen uit de rekken verdwenen. "Ze steunen mij 100% en ik ben hen daar heel dankbaar voor. Mensen weten dat ik er elke dag  mijn tijd en energie in steek. Dat appreciëren ze", vertelt hij.

Zwart-witcollectie

Relik is een voortzetting van de kleren die Eli op de markt zou willen zien. Kleren die nu aanslaan bij de jeugd. "De huidige collectie was een beetje ghetto met tags, bivakmutsen,... De collectie is volledig zwart-wit: dat maakt het wat donker. Maar dat is louter toevallig: ik ga sowieso ook met andere kleuren experimenteren, anders zou het snel saai worden."

Als iemand iets wil kopen, contacteert hij Eli rechtstreeks. "Het eerste wat ik doe als ik thuiskom, is checken om te zien dat ik geen berichten heb van potentiële klanten. Zo is de band veel intiemer en persoonlijker", stelt Alders. Er is wel een webshop, maar die dient momenteel alleen om de creaties te bekijken.

Netwerk

Muziek speelt een belangrijke rol in het leven van Alders.  "Als ik inspiratieloos ben, luister ik naar muziek en zie ik of ik een woord kan tekenen. Het is een kwestie van veel schetsen", stelt hij. Zes maanden geleden is Alders ook in een rapgroep terechtgekomen, Netwerk genaamd. "Allemaal jonge mensen die bezig zijn met eigen beats en teksten maken. We zijn echt superdikke maten. Ik heb met ook al Netwerk een cypher gemaakt, een samenwerking met iets bekendere artiesten", vertelt hij trots.

De repetitieruimte voor Netwerk is meteen ook het atelier van Relik. "Daar oefenen we onze shows, maar in de toekomst wil ik daar pop-up stores openen. Relik en Netwerk, dat is eenzelfde verhaal. We hebben besloten het tot 1 label te maken. Zij dragen mijn kleren, er zijn liedjes over Relik geschreven... Wij promoten elkaar. Als Relik groeit, dan groeit Netwerk ook", vertelt Alders enthousiast.

Relik bestaat intussen één jaar. "Sinds het bestaan van Relik heb ik geen plan B. Ik wil mijn eigen winkel. Dat is plan A!  Ik ben daarom volop in onderhandeling met een bekend skatemerk. Ik kijk erg naar hen op en probeer zoveel mogelijk connecties te leggen. Netwerken", knipoogt hij.

© 2014 – StampMedia – tekst: Tara Boutaleb, foto: Stefan Lambrechts


Dit artikel werd gepubliceerd door Apen.be op 09-09-2014
Dit artikel werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 09-09-2014
Dit artikel werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 09-09-2014
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 09-09-2014
Dit onderwerp werd ook uitgewerkt door Het Laatste Nieuws (gedrukte versie) op 17-11-2014