Het Vlaams regeerakkoord en de septemberverklaring van Geert Bourgeois doen heel wat stof opwaaien. “Dit regeerakkoord is onze verbintenis voor vooruitgang”, leest de visietekst. Hoe ziet de toekomst van jongeren op de Vlaamse arbeidsmarkt eruit? Wij peilden neer de mening van ACV-jongerenverantwoordelijke Tom Vrijens en Gianni Duvillier, arbeidsmarktspecialist bij Voka.
“De werkzaamheidsgraad moet omhoog en vraag en aanbod moeten dichter bij elkaar”, klinkt het in het regeerakkoord van Bourgeois I. Duvillier is vrij tevreden met de veranderingen inzake werk. Vrijens stelt zich kritisch op. “De economische groei die Bourgeois I op het oog heeft, gaat ten koste van sociale welvaart en ecologie. Meer nog, de besparingen ten koste van de gezinnen gaan de groei eerder belemmeren dan bevorderen.”
Onderwijs in functie van arbeidsmarkt
De Vlaamse regering wil de competenties van werkzoekenden versterken in functie van de noden van de arbeidsmarkt en hun loopbanen. Volgens Duvillier wringt daar vaak het schoentje bij jeugdwerkloosheid. “Dat de werkgelegenheid slabakt, is niet enkel te wijten aan de economische crisis. Er is een mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Veel vacatures worden niet ingevuld. Wij pleiten voor een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Het is belangrijk dat het onderwijs een passend aanbod van arbeidskrachten aflevert. Sommige diploma’s bieden weinig perspectief op een job.”
Vrijens wil het diverse opleidingsaanbod behouden. “Dat de VDAB sterk aansluit op de arbeidsmarkt, dat is geen probleem. Dat is zelfs haar roeping. Maar het gaat niet op het gehele onderwijs- en opleidingsbeleid in functie te stellen van alleen maar de acute arbeidsmarktnoden. Er is ook nog een leven buiten de arbeidsmarkt. Het akkoord focust te eenzijdig op de vraagzijde.”
Vrijens vindt dat we niet enkel richtingen mogen subsidiëren waar werkgevers vandaag naar vragen. We moeten volgens Vrijens meer toekomstgericht denken. “Dertig jaar geleden was de nood aan naaisters hoog. Een hele generatie vrouwen ging naar de naaischool. Die industrie is uitgestorven en de naaisters konden niet allemaal even snel switchen naar een andere job. We moeten inzetten op breed onderwijs, waar we van alles kunnen leren.”
Stages en opleidingen
Duvillier vindt het positief dat de Vlaamse regering inzet op een stelsel waar leren en werken elkaar afwisselen. Volgens hem is dit nuttig om te voorkomen dat jongeren school verlaten zonder diploma of langdurig werkloos zijn. Vrijens meent dat stages een belangrijke springplank kunnen vormen naar een job omdat jongeren vaak te weinig praktijkervaring hebben. Er moeten dus nieuwe stageplaatsen komen. Hij vraagt zich af of dit haalbaar is als er een tekort aan jobs is. “Momenteel zijn er meer dan 31.000 werkplekleerplaatsen en stageplaatsen. De regering wil dat aantal verdubbelen. Is dat wel realistisch? In 2008 waren er 6.400 plaatsen voor leerlingen die alternerend leren. In 2014 zijn er slechts 5.500 plaatsen voorzien terwijl het aantal leerlingen dat op zoek is naar zo’n plek sterk is toegenomen.”
Vrijens acht werkgevers verantwoordelijk om dit aantal op te krikken en leerlingen ervaring te geven. Daarnaast moeten de regeringen zorgen voor een goed kader van evaluaties en begeleiding zodat jongeren na hun stages perspectief hebben op vast werk. Hij vreest dat er te weinig groei is en dat de arbeidsmarkt niet zal aanzwengelen.
“De Vlaamse regering zet enkel in op economische groei. Die wil ze financieren door sociale en ecologische achteruitgang. Zo promoot ze uitzendarbeid. Als er geen uitzicht is op vast werk, lopen jongeren het risico van de ene naar de volgende stage of interimjob te lopen. Op die manier dreigen jongeren te verzanden in een moeras van interims en stages”, aldus Vrijens.
Duvillier vraagt zich dan weer af of een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur nog het beeld van vandaag en de toekomst is. Omdat de arbeidsmarkt aan veranderingen onderhevig is, pleit hij voor een mozaïek van verschillende overeenkomsten met meerdere in de loopbaan.
Gemeenschapsdienst als activering
Dat gemeenschapsdienst zal kunnen dienen als tijdelijke werkervaring, vindt Duvillier een goede zaak omdat alle werkervaring positief is. Zo meent hij dat gemeenschapsdienst bepaalde attitudes zoals verantwoordelijkheidszin, stiptheid en gehoorzaamheid bijspijkeren.
Vrijens waarschuwt voor het gebrek aan doorgroeimogelijkheden en het afkalven van vaste jobs. “De overheid moet inzetten op jobs, niet op gemeenschapsdienst. Dat is eerder bezigheidstherapie dan nuttige werkervaring. Bovendien opent dit de deur voor asociale praktijken.” Hij haalt het voorbeeld aan van een werknemer van de Haagse groendienst. De stad ontsloeg hem om hem vervolgens opnieuw aan te werven via gemeenschapsdienst. Hij oefende dezelfde taken uit, maar dan onderbetaald en met een minderwaardig statuut.
Loonlasten
Volgens Duvillier is de beoogde loonlastenverlaging een belangrijk middel om de jeugdwerkloosheid aan te pakken. “Het is van groot belang dat de regering de lasten op arbeid verlaagt. Op die manier vermijd je dat veel jobs naar het buitenland verdwijnen. Daarnaast is een flexibel arbeidsaanbod aangewezen opdat bedrijven rap kunnen inspelen op bepaalde vragen.”
Vrijens is het ermee eens dat de loonkosten te hoog zijn is ons land. Hij vraagt zich wel af waar het geld voor de lastenverlaging vandaan zal komen. Hij vreest dat de werknemers de rekening zullen betalen. Daarom hij kant zich tegen een BTW-verhoging om de kosten van een loonlastenverlaging op te vangen. Hij pleit voor een belasting op vermogen om de koopkracht van jongeren te vrijwaren. “Dat is van belang om aan het begin van een loopbaan op eigen benen te kunnen staan, niet in het minst omdat zij nog geen vermogen hebben opgebouwd.”
De stok en de wortel in handen van de VDAB
De VDAB krijgt nieuwe bevoegdheden. Naast het begeleiden en bemiddelen, kan ze nu ook controleren en sanctioneren. Tot voor de zesde staatshervorming was dit nog een federale bevoegdheid. Vrijens is niet tegen controle op voorwaarde dat die over een bepaalde periode gebeurt. Verder is het volgens hem koffiedik kijken hoe de VDAB deze nieuwe bevoegdheid zal integreren.
Duvillier meent dat de VDAB een cruciale rol speelt in het afstemmen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Naast de wortel (begeleiding) krijgt ze nu ook de stok (controleren en sanctioneren) in handen. Voka was vragende partij om deze bevoegdheden onder dezelfde instelling onder te brengen.
Vrijens vreest voor onderfinanciering. De regering snoeit in het budget van de VDAB terwijl haar takenpakket uitbreidt. Hij wil weten of het beschikbare geld vooral naar controleren of sanctioneren zal gaan. “Dat is een belangrijke vraag. Ik hoop op dat tweede. Hetzelfde geldt voor het OCMW. Dat zit al in de rode cijfers. Nu zal het nog meer mensen over de vloer krijgen terwijl het minder inkomsten krijgt om deze te helpen. Hoe gaan we dat opvangen? Het kan niet de bedoeling zijn om mensen gewoon langs de kant zetten. Zeker jonge mensen hebben recht op werk om zichzelf te ontwikkelen en een plaats in de maatschappij te vinden.”
Regering als boekhouder?
Vrijens vindt de eerste signalen van de Vlaamse regering niet hoopvol omdat de regering een boekhoudersfunctie krijgt toegewezen. Bovendien zou Bourgeois I vooral problemen en verantwoordelijkheden doorschuiven naar lagere niveaus, verenigingen en individuen in plaats van ze op te lossen. “Het is het verhaal van red jezelf: individuen zijn volledig verantwoordelijk voor hun eigen situatie en worden daarvoor afgestraft. De overheid moet meer zijn dan een boekhouder. Ze moet ook durven investeren om haar dienstverlening en ons model in stand te houden. Ik vrees dat men te veel gaat besparen waardoor de machine zal gaan sputteren.”
Duvillier geeft het regeerakkoord betere punten. Volgens hem krijgt de Vlaamse regering nieuwe instrumenten in handen om werken te stimuleren en jongeren op te leiden. “De aanzet oogt goed, nu nog de uitvoering”, besluit hij.
© 2014 – StampMedia – Seppe Malfait
Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 11/10/2014