De documentaire ‘Ik Belg mijn moeder Ghanees’ van Adams Mensah gaat op donderdag 4 februari in première. Voor deze film gaat de jonge acteur, danser en filmmaker zijn moeder in Ghana bezoeken. “Ik had geen andere keuze dan naar haar toe te gaan.”
De 24-jarige Adams Mensah begroet ons met een kamerbrede glimlach. Hij debuteerde in 2011 met zijn eerste langspeelfilm ‘Genade’. “Zowel bij mijn eerste film als bij deze documentaire staat de moederfiguur in het middelpunt van de belangstelling”, steekt Mensah van wal. “Je moeder is de eerste persoon die je kent van bij je geboorte. Mijn moeder is mijn alles.”
Beroerte
Adams Mensah vertrok op zijn veertiende met zijn zus naar België, waar hun vader leefde. Ze lieten toen hun moeder in Ghana achter. “De eerste jaren hadden we een goed contact, omdat we elkaar vaak via de telefoon spraken”, legt Mensah uit. “Maar op mijn zeventien kwam er een telefoontje van mijn familie uit Ghana, met de mededeling dat mijn moeder een beroerte had gehad. Daardoor kan ze nu niet meer praten en is het contact met haar erg moeilijk geworden.”
“Toen ze die beroerte kreeg, kon ik niets voor haar doen”, vertelt Mensah. “Op mijn twintig besloot ik toch naar Ghana te gaan, om te kijken wat ik voor haar kon doen. Sindsdien reis ik regelmatig naar mijn moeder om ze te helpen.”
“Andere moeder”
De documentaire gaat in de eerste plaats over een zoon die er alles aan doet om het leven van zijn moeder te verbeteren. “In het begin was dit wel lastig, omdat ik eigenlijk niet goed wist wat er allemaal gebeurd was in die jaren dat ik niet in Ghana was. De moeder die ik achterliet, was een andere moeder dan die ik later terug zag.”
Mensah ging niet over een nacht ijs toen hij de beslissing nam om in zijn moederland deze documentaire te draaien. “Van nature ben ik een vrolijke jongen”, lacht Mensah. “In het begin dacht ik over de toestand van mijn moeder dat het gewoon iets was wat iedereen kon overkomen. Na een paar jaar merkte ik echter dat het niet beter met haar werd en dat maakte dat er een zwaar gevoel op mij rustte.”
Daardoor veranderde Mensah naar eigen zeggen in een gesloten persoon. “Ik heb nagedacht waarom ik zo veranderd was. Ik had last van nachtmerries over mijn moeder en kwam tot het besluit dat mijn zorgen om haar de oorzaak van mijn depressieve gevoelens waren. Ik had dus geen andere keuze dan naar haar toe te gaan”, stelt hij.
Ander beeld van Ghana
Hoewel de moeder-zoonrelatie centraal staat in de documentaire probeert Mensah meer dan dat te vertellen. Het is het bovenal het relaas van een vrouw, die deels van haar leven wordt beroofd door een lichamelijke aandoening. “Het mooie aan de docu is dat de kijker ook een beeld krijgt van de maatschappij in Ghana. Een beeld dat anders is dan dat we doorgaans van de toonaangevende media krijgen. Daarnaast gaat de film ook over verhuizen, emigratie en het emotionele aspect dat daar bij hoort. Mensen vergeten het wel eens hoe zwaar het is om je familie achter te laten. Loslaten wordt een deel van je identiteit”, merkt Mensah op.
Voor de documentaire reisde Mensah regelmatig naar Ghana. “In de eerste plaats ging ik erheen om bij mijn moeder te zijn. Moest de camera er niet bij zijn geweest, had ik juist dezelfde dingen gedaan. Ik was in de eerste plaats een zoon. De camera was slechts een extra oog dat alles registreerde”, vertelt Mensah.
Eens terug in België moest hij de knop omdraaien. “Toen alle beelden er waren en we begonnen met de montage, kon ik emotioneel worden door mij zo met mijn moeder te zien. Op een gegeven moment ben ik er gelukkig wel in geslaagd om het tij te keren en niet langer mezelf in die beelden te herkennen.”
‘Me a Belgian my mother a Ghanaian’ gaat op 4 februari in première in Het Bos. Tickets en meer info vind je op de website van Kunst Z.
© 2016 – StampMedia – Karolien Segers
Dit artikel werd gepubliceerd door MO*-online op 03/02/2016
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 03/02/2016
Dit artikel werd gepubliceerd door DeRedactie.be op 04/02/2016