© Mustafa Körükçü

Anno 2018 wonen er in Antwerpen zo’n 7777 mensen van Sub-Saharaanse Afrikaanse afkomst. Dat zijn er ongeveer zeventig procent meer dan in 2003. Stilaan vinden ook zij de weg naar de gemeenteraadsverkiezingen. StampMedia legde zijn oor te luister bij enkele kandidaten. Vandaag: Stella Nyanchama Okemwa en Anna Touré van Groen.

Stella Nyanchama Okemwa en Anna Touré

53 jaar en 35 jaar

Keniaanse en Malinese roots

Educatief medewerker en campagnecoach bij Hand in Hand tegen Racisme vzw (SNO) en dossierbeheerder bij BNP Paribas Cardif (AT)

Groen, Provincie Antwerpen, plaats 4, Deurne, plaats 14 en Groen, district Antwerpen, plaats 6, stadslijst, plaats 43

Hoe zijn jullie aan politiek begonnen?

A.T.: “Via een kennis leerde ik Groen kennen. Het is een partij waar ik me altijd bij heb willen aansluiten. Enkele maanden geleden kreeg ik de vraag om me kandidaat te stellen voor de district- en gemeentelijst.”

S.N.O.: “Op een dag sprak een 13-jarige me aan over de manier waarop ik over Afrikaanse vrouwen praatte. Ik had blijkbaar de gewoonte om ze als arm, overgewerkt, stemloos, onderdrukt, afhankelijk van hun mannen en van ontwikkelingshulp af te schilderen. Ik schrok, want plots besefte ik dat ik uitsluitende sterke vrouwen kende: mijn moeder, mijn grootmoeder en mijn overgrootmoeder. Daarna heb ik besloten om antropologie aan  te gaan studeren, om meer over die thematiek te weten te komen.”

“Maar mijn politiek engagement is ouder dan dat. In Kenia was ik activiste. In 1990 ben ik België gearriveerd en in 1995 ben ik me politiek beginnen te engageren. Naar aanleiding van Internationale Vrouwendag nam ik deel aan een gesprek met andere Europese vrouwen in het Europees Parlement in Straatsburg. Ik was toen nog erg jong en voelde me vereerd dat ik tussen Europese vrouwen zat die al een grote invloed hadden in Europa. In 2000 heb  ik deelgenomen aan de opstart van Groen in Tongeren. Mijn eerste stappen in de actieve politiek heb ik gezet bij de Europese verkiezingen in 2014. Toen behaalde ik 20.000 voorkeursstemmen.”

Wat heeft er  jullie aangetrokken in Groen?

A.T.: “Groen is een progressieve, open partij met een programma voor iedereen. Ik heb me altijd ingezet voor het milieu. Het is jammer dat het niet ernstig genoeg genomen wordt. Stilaan maar zeker komen bewijzen dat de aarde er slecht aan toe is. Het recente onderzoek van Curieuzeneuzen toont dat duidelijk aan. En dat is goed: er ontstaat langzaam maar zeker een bewustzijn voor de milieuproblematiek. We moeten voorzichtig zijn en ervoor zorgen dat de situatie niet erger wordt. Groen wil ervoor zorgen dat iedereen zuinig en ecologisch leeft.”

S.N.O.: “Ik ben altijd ecologisch ingesteld geweest. Ecologie ligt me nauw aan het hart. Als jonge vrijwilliger heb ik gewerkt voor The Green Belt Movement, de beweging van wijlen professor Wangari Maathai, winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede in 2004. Ik heb veel respect voor Maathai, voor alles wat ze Kenia heeft bijgebracht. Toen ik te horen kreeg dat de Keniaanse overheid van plan was om een spoorweg dwars door het Nairobi National Park te leggen, was ik er niet goed van. Nog niet zo lang geleden bezocht ik de The Fourteen Falls in Kenia (watervallen vlakbij Nairobi, nvdr.). Het is er prachtig, maar het is ook een enorme vuilnisbelt. Hier in België vind je ook veel plastic op het strand en dat is niet oké. Ik heb veel bewondering voor Rwanda, omdat het een plasticvrij land is. Kenia is dat sinds een jaar ook en België moet dit voorbeeld volgen.”

“Ik kan me ook helemaal vinden in de symboliek van het groene leven. Ik vind het belangrijk dat er een evenwicht is tussen de mensen, winst en de planeet. We moeten ons inzetten voor meer parken, betere mobiliteit, betere gezondheidszorg en meer vrijetijdsbesteding. Groen wil ervoor zorgen dat elk mens gelukkig wordt.”

Anna, ben je bereid om de ecologische levenswijze te promoten in de Afrikaanse gemeenschap in Antwerpen?

“Zeker. In de Handelstraat zie je dat winkeliers plastic zakjes voor alles gebruiken. Ik zou willen dat dat afgebouwd wordt. Biologische producten moeten ook  toegankelijker worden voor de Afrikaanse gemeenschap. Die zijn nu te duur en dat zorgt ervoor dat ecologisch leven in België, en specifiek in Antwerpen, slechts voor een klein aantal mensen haalbaar is, terwijl dat voor iedereen zou moeten zijn.”

Wat willen jullie als Afro-Antwerpenaren veranderen met de komende verkiezingen?

A.T.: “In de districten moeten alle gemeenschappen betrokken worden bij het beleid. Het stadsbestuur moet werk maken van discriminatie op alle vlakken en rekening houden met de noden van elke gemeenschap. Ik maak, als zwarte vrouw, vaak discriminatie mee op werk. Voor mij is het bijvoorbeeld moeilijker om door te groeien op het werk, dan voor een witte man. Ook in het onderwijs moet discriminatie aangepakt worden. Kinderen met een migratieachtergrond worden nu nog veel te vaak als “probleemkinderen” bestempeld, waardoor ze meestal in het TSO of BSO belanden, een typisch voorbeeld van het watervalsysteem.”

S.N.O.: “Er is niet alleen discriminatie op vlak van etniciteit. Ook op socio-economische vlak, religie, seksuele geaardheid, leeftijd en op de arbeidsmarkt zijn er grote problemen. Ik ben zeven jaar werkloos geweest. De VDAB heeft mij uitgenodigd om  een cursus voor langdurige werklozen te volgen. Daarna kon ik bij de VDAB aan de slag. Als onthaalbediende. Terwijl ik 2 masters (Nvdr.: Stella heeft een master van Pedagogie in VUB en Antropologie in KU Leuven) op zak heb!”

“Ik heb drie keer de psychotechnische tests van de VDAB moeten afleggen, om te mogen werken. De twee eerste keren slaagde ik niet. Maar toen zag ik het: die tests zijn heel Westers georiënteerd, terwijl die net cultuurvrij moeten zijn om iedereen een kans te geven.”

“Antwerpen is een superdiverse stad. Dat moeten we langzamerhand durven toegeven. Een dekolonisatieprocedure dringt zich op. We moeten de koloniale geschiedenis erkennen en die op een objectieve manier weergeven. Het curriculum op school is nu te Westers geïnspireerd, waardoor de echte geschiedenis verzwegen en genegeerd wordt. De ontkenning van de superdiversiteit vind je trouwens niet alleen in het onderwijs. Ook in de bibliotheken, gemeentehuizen, media en zelfs bij de politie is er een probleem. De overheidsdiensten moeten een weerspiegeling zijn van de Antwerpse bevolking. Daarvoor moet er zwaar geïnvesteerd worden in een diversiteitsplan met de focus op intersectionaliteit.”

Stella, wat zou je op provinciaal niveau willen veranderen?

“De Antwerpse politieke partijen en het nieuwe stadsbestuur moeten werk maken van praktijktesten om de discriminatie op de arbeidsmarkt aan te pakken. Daarnaast moet de erkenning van buitenlandse diploma’s vlotter verlopen. Het is pijnlijk om te zien dat sommige Antwerpenaren zich moeten herscholen omdat hun diploma’s hier niet erkend worden. De bewijslast moet verschoven worden van het individu naar het Ministerie van Onderwijs, de universiteiten en hogescholen. Het is immers hun verantwoordelijkheid om er werk van te maken.”

“Ik zou ook graag het thema migratie bespreekbaarder maken, en het liefst over de partijgrenzen heen. Want dit is een menselijke bevoegdheid, partijkleuren zijn hier niet echt van belang. De kiezer is belangrijk voor alle partijen.”

Wat zijn jullie laatste woorden?

S.N.O.: “Ik ijver voor meer burgerparticipatie, en zeker die van de minderhedengroepen. We moeten meer gebruik te maken van hun expertise. Elke Antwerpenaar moet fier zijn op zijn stad, en zich herkennen in de personages en gebeurtenissen die verheerlijkt worden in de publieke ruimte.”

“Monumenten en straatnamen moeten diverser worden, zodat elke Antwerpenaar zich vertegenwoordigd voelt. Het zou ook mooi zijn als Antwerpen deel zou uitmaken van ECCAR (Nvdr.: Europese Coalitie van Steden tegen Racisme) Steden zoals Brussel, Genk en Gent maken er al deel van uit, dus waarom niet Antwerpen? (Nvdr.: Er zijn in totaal 12 Belgische steden die ervan deel uitmaken). En er moet een nultolerantie voor discriminatie komen.”

“Ten slotte ben ik blij dat er zoveel kandidaten van Afrikaanse afkomst op hoge plaatsen op de gemeentelijsten staan. Ik duim voor hen voor de 14 oktober.”

A.T.: “Ik denk dat Stella alles hiermee gezegd heeft (Lacht). Nee, ik wil hier nog aan toevoegen dat ook nieuwkomers echt deel moeten uitmaken van de Antwerpse bevolking, zeker zij de Nederlandse taal nog niet beheersen. Ik vind het jammer dat ze daarvoor afgestraft worden. Meertaligheid in Antwerpen is mogelijk. De overheidsdiensten moeten transparanter worden, zodat de burgers op de hoogte zijn van wat er in hun stad gebeurt. En er moet iets gedaan worden aan de huidige retoriek van populistische politici, omdat ze daardoor de kans geven aan racisten om zich te “outen”.”

vorige volgende