In het nieuwe decreet voor Integrale Jeugdhulp is het duidelijk dat er meer ingezet zal worden op de begeleiding van jongeren. Er zijn echter veel verschillende vormen van begeleiding, die niet allemaal worden toegepast. Aangezien agressie een veelvoorkomend probleem is voor jongeren binnen de jeugdhulp, lijkt de stap naar agressiebeheersing-sessies niet enorm groot te zijn. Toch wordt er maar weinig over gesproken. Wij namen een kijkje bij twee organisaties die zulke sessies aanbieden om een beter beeld te krijgen wat agressiebeheersing inhoudt en wat het zou kunnen betekenen voor jongeren in opvangcentra en erbuiten

 

INTRODUCTIE: WAT IS AGRESSIE(BEHEERSING)?

Wat is agressie? Het woord ‘agressie’ heeft een zeer negatieve bijklank, terwijl dat niet noodzakelijk als iets negatiefs gezien moet worden. Denk maar aan sport, waarin een goede dosis agressie juist geprezen wordt, of assertiviteit, die op de werkvloer geapprecieerd wordt. Agressie zit in ieder van ons maar boezemt ons ook angst in. ‘Goede’ agressie kan snel omslaan naar ‘slechte’ agressie en die grens is moeilijk te bepalen. Daarom is het belangrijk op een goede manier om te leren gaan met agressie en niet bang te zijn om eens kwaad te worden. Agressie is te hanteren, maar je moet wel weten hoe. Zowel Veerle Dewaele van het Gentse Touché vzw als Magda De Sutter van de Jiu-Jituschool Magda De Sutter proberen mensen op een positieve manier om te leren gaan met agressie.

Zo spreekt Veerle over het feit dat het niet fout is om kwaad te worden. “Er liggen allerlei lastige emoties aan de basis van agressie. Dat kan angst zijn, frustraties, kwaadheid… Op zich, vind ik het niet erg om te zeggen dat het ok is om kwaad te zijn. Het belangrijke is om te vragen ‘wat wil je eigenlijk?’ We moeten pleiten  voor eerlijkheid met jezelf, het niet wegsteken totdat je ontploft maar het benoemen zodat je ermee om kan gaan. We moeten niet kijken naar agressie alsof het iets vies is maar in de plaats daarvan dat het iets is dat op te lossen valt.”

 

 

WAT ZIJN BELANGRIJKE WAARDEN BINNEN AGRESSIEBEHEERSING?

Voor Magda De Sutter van de Jiu-Jitsuschool Magda De Sutter komt het thema agressie in de gewone lessen ook naar voren. Jiu-jitsu is een verdedigingssport waarbij technieken worden aangeleerd om aanvallen te kunnen ontwijken en gevaarlijke situaties te controleren. Respect is in de club van uitermate belang. “Onze lessen worden ingedeeld op gebied van respect voor elkaar, beleefdheid voor elkaar. Ik denk dat dat het begin is van uw agressie te kunnen plaatsen. Je hebt respect voor elkaar, je groet elkaar, je werkt samen. Je zorgt dat je op een bepaalde manier je lichaamstaal gebruikt. Je spreekt deftig, wat veel mensen eigenlijk niet doen. Maar woorden kunnen heel snel iemand naar beneden halen. Dit soort zaken proberen wij hier bij te brengen, en dat van in het begin.”

Ook bij Touché vzw in Gent wordt gehamerd op het omgaan met andere mensen op een respectvolle manier. Veerle Dewaele, die ook werkt met gedetineerden in de gevangenis van Oudenaarde, geeft mee dat het contact tussen de begeleider en de persoon in kwestie van groot belang is in het proces. “Waar wij in geloven is dat elke mens op zoek is naar verbinding. Wanneer mensen bij ons komen, vinden we het belangrijk op zoek te gaan naar een zo constructief mogelijk contact. Het is namelijk zo dat het contact dat wij kunnen hebben, een eerste stap kan zijn in het leren van op een positieve manier verbindingen te maken met anderen. Want als je lang geïsoleerd leeft van de maatschappij, dan is dat contact wel wat verbroken. Wij zijn ervan overtuigd, en hebben dat ook uit ondervinding ontdekt, dat als mensen zelf kunnen ervaren dat ze op een respectvolle manier benaderd worden, dat zich vertaalt in minder agressie. Dat heeft een positief effect op hun zelfvertrouwen, hun zelfbeeld, waardoor zij zichzelf en ook anderen respectvoller kunnen benaderen. Het volgende stapje is dan dat zij ook problemen of conflicten op een respectvollere manier kunnen aanpakken. En dat op zichzelf heeft  een preventief effect op hun agressie.”

Zelfzeker zijn is een pilaar binnen agressiebeheersing, dat beaamt ook Magda. “Onze bedoeling is dat je zekerder wordt, dat je houding ook anders wordt. Als je soms hoort welke scheldwoorden er naar mekaar gegooid worden… Dan denk ik: ‘dat hoeft niet.’ Ik voel dat heel veel mensen zich benauwd voelen of straten niet in willen lopen omdat daar altijd een groepje mensen staat dat hen naroept of lastigvalt. Mensen beginnen zichzelf aan te passen en ik vind dat heel erg. Als je om thuis te kunnen raken omwegen moet maken omdat je je anders niet op je gemakt voelt, dan is er iets niet juist. Als je in je eigen stad niet meer kan rondlopen waar je wilt omdat je achter ieder hoekje moet kijken of er geen gevaar is, dan leef je niet meer op een toffe manier. Door technieken aan te leren waarmee mensen zich kunnen verdedigen, worden zij ook zekerder.”

 

“Dat vraagt natuurlijk veel tijd. Je moet eerst al kijken naar het feit dat mensen iets hebben meegemaakt. Dat zit in hun lichaam, ze zijn al ergens geschonden en in hun hoofd zit er vaak de gedachte: ‘Ik heb dat meegemaakt, ik kan anderen dat ook aandoen.’ Er zit vaak nog een stukje wraak in. Ze zijn ook beschaamd terwijl ze zich niet beschaamd moeten voelen. Het grootste deel van de pesters zijn mensen die zelf gepest geweest zijn. Die worden niet geholpen en dat vind ik erg. Zij zitten daar ook echt mee. Zij moeten iemand hebben die hen zegt: ‘kijk, het is niet omdat jij gepest wordt, dat je dat anderen ook moet aandoen.’ Dan denk ik dat de begeleiding eigenlijk iets te laag ligt. Er wordt veel over gesproken, tegenwoordig ook meer en meer met ministers en dergelijke maar het is niet alleen maar even kijken. Het is echt werken aan die mensen en met die mensen. En ik denk dat dat nog iets te weinig gedaan wordt.”

“Ik denk dat de technieken die je leren hoe je met je agressie om moet gaan, een soort levensstijl moeten worden. Dat zoiets niet van de ene dag op de andere dag gaat, is niet meer dan normaal. En dat proberen we hier ook te doen. Wanneer mensen echt zware problemen meegemaakt hebben, zoals bijvoorbeeld aanrandingen, verbale of lichamelijke agressie, nemen we die apart. We proberen hen in een bepaalde richting te leiden met als doel dat ze zich beter gaan voelen en dat ze terug in de sociale wereld terecht kunnen komen. Om mensen te helpen, moet je hen ook duidelijk laten merken dat je wilt helpen, maar dat zoiets diep zit. En dat is niet in een week opgelost. Dat kan je niet. Daar is geen snelle oplossing voor. Er moet met die mensen geleefd worden, er moet mee gepraat worden, … Ze moeten volledig herbeginnen en begrijpen dat zij het slachtoffer zijn geweest en dat het niet hun schuld is. Er wordt vaak gezegd dat ze het uitlokken, en ik ga niet zeggen dat dat af en toe niet kan gebeuren, maar in de meeste gevallen denk ik dat het anders is.”

 

Er zijn technieken die algemeen bekend zijn en zogenaamd voor iedereen zouden werken. Maar volgens Veerle is het juist belangrijk op zoek te gaan naar wat voor die ene persoon werkt. “We gaan uit van het volgende: ‘er is niets dat altijd werkt voor iedereen.’ Wat betekent dat? We proberen heel dicht bij die mensen te komen en te begrijpen wat zij graag in de plaats van hun probleem willen. Waar zij naartoe willen. We gaan er ook vanuit dat iedere mens verbinding zoekt en dat ‘iedereen probeert goed te doen.’ Iemand maakt een fout en op dat moment lijkt dat voor die persoon de best denkbare oplossing. Dat maakt het niet goed natuurlijk. Maar die persoon zit op dat moment vast. Wij zijn daar dieper op ingegaan en zijn ervan overtuigd dat wanneer je je keuzemogelijkheden kan uitbreiden, de kans op agressie vermindert. Daarom werken wij ook vanuit de vraag ‘wat werkt er voor u?’ Als je in een moeilijke situatie terechtkomt en je weet wat er voor jou werkt, kan je op een niet-agressieve manier reageren en daar richten wij ons dus op.”

Touché heeft bijzondere aandacht voor gedetineerden. De organisatie heeft een nauwe samenwerking met de gevangenis in Oudenaarde en heeft daar een aantal zaken die specifiek voor hen van toepassing zijn. Veerle: “Wat wij belangrijk vinden is dat wanneer een gevangene een stap naar buiten kan zetten vanuit het traject dat hij in de instelling volgt, hij nog altijd naar ons kan komen. Het is ridicuul dat een gedetineerde die weer in de maatschappij komt hier niet meer terecht kan. We vinden het heel belangrijk op die manier mee te bouwen aan hun re-integratie.” Integratie betekent voor ons niet alleen ‘opnieuw mogen meespelen’, maar ook een positieve plaats krijgen. Dat is ons streven, zowel met agressie als met gedetineerden.”

 

 

HOE ZIT ZO’N SESSIE IN ELKAAR?

“In de gevangenis kunnen er groep-sessies gevolgd worden. Mannen gaan samen op zoek naar technieken om om te gaan met hun agressie. We vertrekken niet vanuit dingen die altijd voor iedereen werken; we passen ons programma altijd aan aan de ervaringen van de mensen waarmee we op dat moment werken. Het hangt dus ook af van moment tot moment en wie er aanwezig is. Voor de hand liggend is dat er gecheckt wordt hoe het met iedereen gaat en wat de algemene gemoedstoestand binnen de groep is. We vertrekken vanuit hun eigen ervaringen, waaruit we dan vragen sprokkelen om uit te zoeken wat voor hen nuttig kan zijn. Daar koppelen wij dan oefeningen aan om na te gaan ‘wat werkt er voor mij?’ Dat is een sleutelwoord voor ons: mensen gaan zelf op zoek naar wat werkt voor hen en wat ze meer kunnen doen aan de dingen die werken. Een voordeel van zo’n groepssessie is dat ze kunnen leren van elkaar en elkaar ook kunnen beïnvloeden.”

“In de individuele gesprekken proberen we voornamelijk een heel constructief contact te installeren en benieuwd te zijn naar wie die persoon graag wil worden. Waar die persoon naartoe wil. We speuren naar talenten en mogelijke verborgen talenten en we kijken welke uitzonderingen op het probleem er al zijn. Je merkt al in mijn spreken dat we niet probleemfobisch zijn. We zijn niet bang van problemen maar we gaan die problemen ook niet in dertig lagen verkennen om die gevreesde toekomst groter te gaan maken. Onze programma’s zijn er net op gericht mensen de capaciteit te geven zelf om te gaan met hun agressie en daar dingen in te vinden die hen vooruit kunnen helpen. Daarom geloven we er heel sterk in dat het nuttig is samen met die mensen te gaan kijken naar wie zij willen zijn. En ook de suggestie in hun hoofd te lanceren dat wij ervan overtuigd zijn dat zij tot dingen in staat zijn, want dat is ook zo. Al geloven zij dat vaak niet. We verkennen de toekomst die zij graag tot stand willen brengen op een heel concrete manier. Hoe moet die eruit zien en welke stappen kan je nemen om die te realiseren?”

“We kijken veel naar de toekomst maar ook het verleden kan interessant zijn. Een probleem is nooit 24/24u aanwezig. Een mens die in de problemen komt door agressie, is niet dag in dag uit agressief. Er zijn dus momenten, ook in het verleden, waarin hij/zij erin geslaagd is minder of niet agressief te zijn, andere dingen te doen, heel goede dingen. En het zijn die momenten in het verleden die we wel gaan bekijken. Maar het is niet dat we heel het verleden gaan uitpluizen. Wij kijken naar het volgende: ‘wat uit het verleden kan mij helpen te worden wie wil ik zijn in de toekomst?’ Het weer geloven in zichzelf. We vinden het onze job om daarin hoop te suggereren.”

“Buiten het praten, zijn er ook de oefeningen. Die zijn altijd gelinkt aan ervaringen die zij uit zichzelf kunnen halen. Op die manier zijn het ook daadwerkelijk oefeningen waar ze mee verder kunnen, want die zijn niet voor iedereen hetzelfde. Er zijn ademhalingsoefeningen, relaxatieoefeningenm waar wij onze mosterd wat halen bij de mindfullness. Er komt ook inspiratie vanuit de opleidingen van Korzybski, een oplossingsgerichte stroming, waar de meesten van ons een opleiding gevolgd hebben. Ook de ‘veilige plek’ is zo’n oefening, die voornamelijk helpt om in een heel onveilige situatie stressinductie te realiseren. We gebruiken ook vaak schaalvragen. Dus een heel divers arsenaal aan oefeningen.”

 

 

EEN GROEIEND ONVEILIGHEIDSGEVOEL

Er wordt steeds gesproken over een ‘onveiligheidsgevoel’ en het feit dat agressie steeds lijkt toe te nemen. Het is niet abnormaal dat ouders zich zorgen maken om het effect dat dit heeft op hun kinderen. Bij de Jiu-Jitsuschool merken ze dat er meer vraag is naar hulp in het controleren van agressie.  Volgens Magda speelt de media mogelijk een rol in het groeiende gevoel van onrust. “Er is momenteel meer en meer vraag naar. Meer instellingen hebben te maken met meer agressie. Waardoor komt dat? Wij denken spijtig genoeg gedeeltelijk een beetje door de media, waarin het soms verkeerd geplaatst wordt. Waarbij ze de mensen altijd laten zien dat er heel veel agressie gebruikt wordt. Het is niet per se dat het meer voorkomt, maar het wordt meer in de pers gezet. Als er vroeger iets gebeurde op een boerderij werd dat weggestopt. In een dorp was je een dorpsidioot. Dat bleef binnen die kleine gemeenschap. Nu, bij het minste dat er gebeurt, komt er in de pers een heel verhaal uit. En iedereen weet het. Er wordt in de media zelden een positieve kant getoond. De mensen lezen over het algemeen meer slecht dan goed en mensen hebben echt wel nood om een keer te kunnen zeggen: ‘wauw, dat is nu eens iets plezant.’ En ik denk dat de mensen daar inderdaad wat schrik van krijgen.”

Magda maakt ook de link naar de huidige maatschappij en het dagdagelijkse leven als een mogelijke stressfactor. “Het heeft wel wat te maken met hoe we nu leven. Denk er maar eens over na. Het is al zo’n harde wereld. En een kind, wat moet dat doen tegenwoordig? Wat mag het wel en wat mag het niet? Presteren en presteren en eens wat op de computer spelen. In bomen klimmen is vaak al te gevaarlijk. Vroeger was dat allemaal aangenaam, de kinderen die buiten speelden. Dat voelen wij ook. Ik denk dat een kind gewoon vrijheid mist. Vrijheid in de zin van thuis te komen en even te kunnen zeggen ‘ik ga een uurtje in de tuin hangen, wat spelen, wat voetballen, …’ Maar als ze dat doen, dan is er iets anders dat ze nog moeten doen of ergens waar ze heen moeten… Veel ouders gaan ook beiden werken; waar kunnen ze met hun frustraties naartoe? Er lopen zoveel kinderen gefrustreerd rond die niet weten wat ze ermee moeten doen. En dat uit zich dan vaak in agressie. De jeugd is momenteel heel hard tegen elkaar met scheldwoorden en pesterijen. En ik denk dat hoe wij nu leven er wel wat mee te maken heeft, ja.”

Rond het feit hoe de media zou moeten omgaan met het thema, had Veerle het volgende te zeggen: “Wij krijsen om aandacht voor agressie. Dat is ook onze baseline op dit moment. Maar wij willen geen aandacht die nog meer aversie oproept, die nog meer horrorverhalen uittypt. Voor die aandacht bedanken we. Maar voor aandacht die hoopvolle, succesvolle verhalen kan brengen, die de maatschappelijke attitude kan beïnvloeden: daar zeggen we geen nee tegen. Daarom zetten we ook sensibiliserende acties op, zoals sportevenementen. Wij vinden dat we daar ook zelf echt in moeten bijdragen om die opinie te beïnvloeden.”

 

 

IS HET BELANGRIJK VOOR JONGEREN?

Touché vzw heeft jongeren al betrokken aan de hand van verschillende projecten, vaak in samenwerking met de gevangenen van Oudenaarde, en door op scholen te gaan spreken met een ervaringsdeskundige. Maar tot nog toe hebben ze nog geen individueel gespreksaanbod specifiek voor jongeren. Nu zijn ze volop bezig om ook daar plaats voor te maken. “We hebben enerzijds gemerkt dat er vanuit scholen en opvangcentra vraag naar is. Wanneer onze film Binneninzicht in een school getoond wordt en er een nabespreking over volgt, komen sommige leerlingen naar ons toe om vragen te stellen. ‘Ik zit hiermee, kan ik daarvoor bij jullie terecht?’ Wij worden ook vaak gebeld door organisaties, scholen en CLB’s. Er belde onlangs iemand uit Antwerpen over een meisje dat bereid is begeleiding te krijgen met de vraag waar zij terecht kon. Maar in de eerste plaats wilden de gevangenen in Oudenaarde zich heel graag inzetten om jongeren te helpen. Zij weten dan ook als geen ander hoe snel je als jongere in een crimineel milieu terecht kan komen. De film Binneninzicht is daar ook een mooi voorbeeld van: een boodschap doorgeven aan jongeren waar zij mogelijk iets uit kunnen leren. De projectgroep die dit gerealiseerd heeft, bestaat uit een groep mensen die al een lang traject hebben afgelegd binnen Touché en waarvan wij het gevoel hebben dat ze hun agressie onder controle hebben. Ze hebben minder tuchtrapporten, ze hebben een manier gevonden om goed om te gaan met conflicten, ... En zij wilden ook graag verdergaan met de groep-sessies. Wij vonden dat het verdergaan met de gewone sessies een verkeerd beeld zou geven, alsof we het gevoel hebben dat die sessies nog nodig zijn terwijl ze het eigenlijk al in zich hebben. Dat zou niet trouw zijn aan onze visie. Dus hebben we besloten de rollen om te keren. We hebben hen laten nadenken wat zij konden betekenen voor anderen en daarmee zijn zij aan de slag gegaan, waarbij ze graag hun focus wilden leggen op jongeren.”
“We zijn momenteel op zoek naar geld om dat individueel gespreksaanbod voor jongeren uit te werken. We hebben al partners uit de jeugdhulp verzameld die zeggen dat het echt nodig is dat we dit doen. We hebben daarvoor een behoefteonderzoek gedaan en daaruit blijkt dat er op vlak van begeleiding rond agressie amper aanbod is dat toegespitst is op jongeren. Op vlak van het acute reageren op agressie, zoals bijvoorbeeld in een gevecht, hebben begeleiders in de jeugdhulp veel knowhow. Er zijn ook veel time-out plaatsen. Maar op vlak van begeleiding voor jongeren nadien is er amper iets. En daar willen wij dus op inzetten. Net zoals wij het belangrijk vinden gedetineerden te kunnen ondersteunen wanneer ze weer in de maatschappij terechtkomen en niet alleen wanneer ze vastzitten.”

“Er is ook maar heel weinig voor jongeren die dreigen in de problemen te komen door agressie. We willen ons in een eerste plaats richten op de jongeren die al wat in de problemen gekomen zijn door agressie, maar we willen het niet tot die ene groep houden: alle jongeren zijn natuurlijk meer dan welkom. We willen niet denken in categorieën: die groep heeft hulp nodig en die groep niet. Het kan absoluut nuttig zijn voor jongeren die niet in de jeugdhulp zitten. Wij gaan ervanuit dat als er last ervaren wordt, wat zeker ook kan bij mensen die geen feit gepleegd hebben of niet in begeleiding zitten, dat die mensen hier ook terecht kunnen.”

Magda trekt het spectrum nog iets verder open. “Ik denk dat iedereen dit moet kunnen leren. Agressie moet kunnen, maar het moet gezonde agressie zijn. Maar veel mensen gaan uit hun bol en dan is het te laat natuurlijk. Want het is niet dat ik op uw gezicht slaag en daarna zeg: ‘sorry, ik had dat niet moeten doen,’ en dat daarmee dan de kous af is.  Je moet eerst even nadenken en dan kunnen zeggen: ‘kijk, ik heb daar goesting voor, maar ik doe het niet. En weet je waarom ik dat niet doe? Omdat ik met u wil praten.’ En dat moet indringen bij een persoon. ‘Hij wilt op mijn gezicht slaan. Waarom doet hij het niet?’ Je moet op die manier kunnen praten met iemand. De redenen kunnen achterhalen en een overhaaste reactie tegengaan. Het gaat om het reageren, actie-reactie. Vroeger was het ‘oog om oog tand om tand.’ En misschien is dat wel eens goed: eens knokken en terug knokken. Daar kan ik het mee eens zijn. Maar te vaak worden frustraties binnengehouden. ‘Ja, ik zal het wel eens zeggen maar een andere keer.’ Dat stapelt zich stelselmatig op tot dan ineens die agressie naar boven komt en dan is dat de totaal verkeerde agressie. Want dan is het niet meer praten. Dan is het roepen, schreeuwen, stampen, ... En dat voel je momenteel spijtig genoeg in iedereen. Jongeren zijn momenteel enorm hard voor elkaar dus zij kunnen wat stressontlading wel gebruiken.

VOLWASSENEN VS. JONGEREN: WAAR ZIT HET VERSCHIL?

Bij vzw Touché zijn ze volop bezig een jongerenaanbod uit te werken. Voor hen is het heel belangrijk om na te denken hoe ze dat concreet moeten realiseren en wat ze mogelijk anders gaan moeten doen om te kunnen werken met jongeren. Veerle: “We gaan daar naar mijn gevoel flexibeler in moeten zijn. We zullen de gesprekken niet te klinisch mogen bekijken. Misschien is een wandeling beter, ergens naartoe gaan waar hij of zij zich goed voelt, … Dat is wat losser en ook leuk. Natuurlijk gaan we daar fondsen voor moeten vinden. We zijn intern volop bezig het aanbod wat specifieker op jongeren toe te spitsen. We kijken naar de dingen die we doen met volwassenen die we mogelijk kunnen overnemen en welke stappen we nog kunnen zetten om dat aanbod aan te scherpen.”

“Eerst en vooral hebben we bepaald wie wij als jongere zien. Wij zien het over de grens van 18 jaar omdat we ook die drempel willen wegnemen en ze na hun meerderjarigheid ook moeten kunnen langskomen. Dat is nogal een pijnpunt binnen de jeugdhulp, die overgang naar de meerderjarigheid, en daarin wilden wij net als bij de gevangenen geen muur bouwen wanneer ze naar buiten komen. We halen ook wat inspiratie uit de jongvolwassenen die we nu zien om dat ook toe te passen op 18- en 19-jarigen. Ik denk dat bij de groep die wat jonger is, wat meer creativiteit nodig zal zijn. Ook visueler werken lijkt me daar van belang. Ik denk ook dat je als begeleider in een ander soort positie zit dan bij een volwassene, dus dat moeten we ook in ons achterhoofd houden. Maar ook hier gaat er voornamelijk gezocht moeten worden naar wat er werkt voor dat meisje of die jongen.”

“Er zijn privétherapeuten die absoluut veel knowhow hebben in hoe ze iemand moeten begeleiden. Ik weet ook niet hoe jongeren hun weg hiernaartoe vinden. Ik denk dat daar enorm veel drempels zijn. Het is ook niet zo evident als jongere om die stap te zetten. Er zijn veel beelden rond begeleiding. Wij willen niet dat jongeren met tegenzin hiernaartoe komen, dus we willen dat zo dynamisch en gemoedelijk mogelijk maken. Dat eerste contact willen we op een heel positieve en hoopvolle manier kunnen leggen.”

 

 

EEN KIJKJE BIJ DE BEGELEIDERS

Begeleiding is niets zonder goede begeleiders, maar vaak vergeet men hun belang. Het is daarom enorm belangrijk dat zij voldoende vorming krijgen, vindt Magda De Sutter. “Onze begeleiders beginnen vaak jong maar ze worden begeleid voor we hen dit laten doen. Dat is vanzelfsprekend. We gaan ze er niet zomaar in gooien en kijken wat ze ervan maken. Je hoort vaak genoeg over chiro- of scoutsleiders van 25 jaar die vanalles uitsteken met hun jonge leden. Dat is schandalig. Onze begeleiders krijgen maandelijks bijscholingen en we praten er ook veel over natuurlijk. ‘Hoe gaan we met kinderen om? Wat doen we?’ Altijd op een respectvolle manier omspringen met de mensen. Er gaat niemand worden uitgemaakt op de mat. Het team begeleiders werkt ook nauw samen en de meesten zitten al jarenlang in de school, sommigen zelfs meer dan 30 jaar. Dat is natuurlijk ook mooi om te zien dat mensen zo lang blijven en er ook echt volledig achter staan. Dus zij worden echt wel begeleid om deze taak aan te kunnen en op een juiste manier te kunnen omgaan met lastige situaties.”

“Er is ook het volgende gegeven: je hebt goede voetbalclubs en slechte voetbalclubs. Je hebt goede jiu-jitsuscholen en je hebt slechte jiu-jitsuscholen. Ik vind dat je goed moet begeleid worden: een kind moet een gezonde opvoeding krijgen. Je kan een kind omvormen tot een straatvechter maar je kan datzelfde kind ook leren dat een vermeden gevecht, een gewonnen gevecht is. Als iemand goed voetbalt, kan je tegen andere mensen zeggen dat hij goed kan voetballen. Maar iemand kan ook zeer agressief voetballen en het gevoel krijgen dat ze ‘goed’ voetballen. En ik denk dat het voornamelijk aan de begeleiding van de club ligt. Hoe vaak hoor je niet ‘wat een goede tackle’ of ‘wauw, hij moet zijn tegenstander omverschoppen om aan die bal te komen’. Wat heeft dat nog met voetbal te maken? Wat heeft iemand twee blauw ogen kloppen te maken met ‘goed getraind’ te hebben? Dat heeft niets met training te maken. Ik denk dat het belangrijk is dat begeleiders in sportclubs wat meer opgevolgd worden, of bepaalde vormingen volgen voor ze mogen lesgeven. Iedereen kan hier bij wijze van spreken een club beginnen. Je kan naar de Decathlon gaan, een kimono en rode gordel kopen en zeggen: ‘ik heb een negende dan.’ Ze volgen een paar lessen en denken dat ze dan anderen zomaar les kunnen geven. Ik denk dan bij mezelf: ‘Waar blijven de veiligheden? Waar zijn de beschermingen?’ Dat is nodig en moet naar mijn gevoel meer bekeken worden.”

Ook bij Touché vzw zorgen ze ervoor dat de begeleiders voldoende achtergrond hebben in hun vak. Zo hebben de meeste medewerkers een opleiding gevolgd bij Korzybski, een oplossingsgerichte cognitieve en systemische stroming die cursussen aanbiedt. Touché heeft uit die visie hun eigen oplossingsgerichte visie gedestilleerd.

 

Wat een begeleider soms moet doormaken wordt vaak onderschat. Ze komen regelmatig in aanraking met enorm zware verhalen die ook voor getrainde begeleiders zwaar te verteren zijn. Aangezien Touché vzw werkt met gedetineerden, komen zulke verhalen vaak voor. Begeleiding voor de begeleiders is dan ook belangrijk. Veerle: “Wij hebben de gewoonte om intervisie te organiseren. Dan komen alle beschikbare begeleiders vrijwillig samen en reserveren wij tijd om mogelijke vragen aan te pakken. En we doen dat aan de hand van een oplossingsgerichte intervisiemethodiek, een methode die we aangeleerd hebben gekregen bij Korzybski. Daarnaast is het voor de hand liggend dat collega’s die met iets zitten of niet meer vooruit kunnen, bij elkaar terechtkunnen. Ik kan me niet inbeelden dat dat niet zou kunnen. Wij zijn ook heel blij om het feit dat er supervisie wordt voorzien waarbij we coaching kunnen vragen, dus er zit wel wat omkadering rond.”

 

 

WAT ZIJN DE OVERWEGENDE REACTIES?

Hoe ervaren de mensen zulke sessies zelf? De gedetineerden in de gevangenis van Oudenaarde zijn heel positief over Touché’s inspanningen aangezien ze zelf projecten aanreiken en daar zeer actief en enthousiast mee bezig zijn. Veerle vertelt hoe ze stressballetjes gemaakt hebben, die Touché nog steeds verkoopt, maar ook een film, genaamd Binneninzicht,  in samenwerking met Nic Balthazar. Ze willen ook zelf met jongeren in aanraking komen om hen te vertellen over hun ervaringen en wat hen heeft geholpen om hun agressie tegen te gaan, in de vorm van vormingen in scholen. Op de site zijn enkele quotes te vinden wat Touché voor hen betekend heeft. Ook Veerle beaamt dat de sessies een positief effect nalaten, ook voor zichzelf en de andere begeleiders. “Ik houd vooral positieve herinneringen over aan de projectgroepen. En ik sla dat op en dat geeft goesting om door te gaan. Je leert zelf ook, dat is evident. Het is belangrijk dat je als therapeut of begeleider bewust bent van het feit dat dat ook iets met jezelf doet, en wat dat effect dan ook is. Wat kan ik eruit leren? Het is ook gewoon tof om daarin te kunnen groeien.”

Uit eigen peilingen ontdekte Touché dat drie van de vijf gedetineerden die aan de eerste projectgroep hadden meegewerkt kort nadien werden vrijgelaten. Ook merkten ze op dat de meeste cliënten in de gevangenis hun opleidingstraject beëindigden met een getuigschrift of een diploma. Wat mogelijk nog belangrijker is, is dat na ruwe schattingen blijkt dat 83% van hun cliënten niet opnieuw veroordeeld of opgesloten wordt omwille van geweld en slechts 35% wel wordt opgesloten maar omwille van andere redenen dan agressie, zoals bijvoorbeeld conditiebreuk.

Ook Magda wordt vaak nog zeer positief verrast door reacties van mensen die ooit bij haar een cursus of een sessie hebben gehad. “Er zijn eigenlijk echt heel veel mensen die iets laten weten en ‘dank u’ zeggen . Vooral met ons 50-jarig jubileum is het mij opgevallen. Er zijn heel veel mensen die echt prachtige mailtjes en hele mooie dingen naar me sturen.  En pas op, daar zitten al drie generaties in: papa’s en grootvaders en dan nu de zoon. We zijn al lang bezig. En ik vind het heel plezant.”

 

 

CONCLUSIE?

Is er nood aan begeleiding die zich echt richt op de jongeren en het omgaan met hun agressie? Veerle: “Er zijn heel veel wachtlijsten, waardoor je niet altijd binnen raakt in de jeugdhulp: dat is de realiteit. Maar op basis van ons kleinschalig, heel bescheiden behoefteonderzoekje rond ‘is er nood aan begeleiding die heel flexibel is, die heel laagdrempelig is en die zich richt op de jongeren zelf en niet op een aanbodsdenken rond agressie’, kan ik alleen maar overtuigd raken van de uitkomst van het onderzoek en dat is dat er nood aan is. En daar proberen wij nu ook een oplossing voor uit te werken.”

 

 

Eindnoot

Als u meer te weten wilt komen over agressiebeheersing of de vernoemde initiatieven, bekijk dan zeker de volgende websites:

Touché vzw: http://vzwtouche.be/

Trailer Binneninzicht: https://www.youtube.com/watch?v=O2gu8rgb6uE

Jiu-Jitsuschool Magda De Sutter: http://www.jiujitsumds.be/
Korzybski: http://korzybski-international.com/index.html

© 2016 – StampMedia – Cara Baplue