Nu Royal Antwerp FC op het punt staat om opnieuw een plekje te veroveren in de hoogste voetbalafdeling, kijkt levende legende Patrick Goots terug op zijn carrière bij 'The Great Old'. “Patje Boem Boem” voor de vrienden, is een Antwerpcoryfee: een topper die nooit bij de echte top speelde. Dat komt grotendeels door zijn imago van badboy; leren jack en lang haar samengebonden in een staartje. Toch heeft Goots blijkbaar ook een klein hartje, en is hij een aimabel man die familie hoog in het vaandel draagt. Een portret.
Patrick Goots ademt voetbal. Gedurende zijn carrière speelde hij bij een groot aantal clubs. Hij debuteerde op zijn zestiende in het eerste elftal van derdeklasser KFC Dessel Sport. Vandaag lijkt hij nog net dezelfde jongen van toen. Bij een temperatuur van vier graden onder het vriespunt staat hij als trainer van arbeidersclub FC De Kempenzonen de nodige aanwijzingen te geven.
Badboy
Als je de clubs overloopt waarvoor Goots speelde – o.m. Kortrijk, Beerschot, Antwerp en Sint-Truiden – valt het op dat hij nooit voor een club uit de grote drie (Anderlecht, Brugge en Standard) speelde. Eén van de redenen is zijn imago van stoere badboy, die hem zijn hele carrière parten heeft gespeeld. Dat wordt ook bevestigd door Ronny Van Rethy. Die speelde onder meer in 1993 de legendarische Europacup II – finale (nu Europa League) met Antwerp op Wembley tegen het Italiaanse Parma. Van Rethy was basisspeler in die glorieperiode van Antwerp en speelde de volledige 90 minuten van de wedstrijd.
Van Rethy: “Iedereen haalt in zijn leven wel eens kattenkwaad uit of doet iets waar hij/zij later spijt van heeft. Patrick ongetwijfeld ook. Ik kan alleen maar spreken over mijn ervaringen met hem. Ik was een middenvelder. Toen ik bij KFC Turnhout met Patrick samenspeelde wist ik dat van de tien ballen die ik in de diepte naar zijn rechtervoet stuurde, dat er bij wijze van spreken negen tegen de netten vlogen. Patrick droeg het etiket van badboy met zich mee. Hij dronk inderdaad wel eens stevig wat pinten, maar hij kwam er ook voor uit. In het themacafé van Antwerp hangen talloze krantenartikels tegen de muur waarin Patrick zegt: ‘En nu ga ik pinten zuipen.’ Maar hij geeft er, net als ik trouwens, niet veel om wat de mensen van hem denken. Je bent wie je bent. Toch bleef Pat tevergeefs met dat imago sukkelen.”
Zilveren vos
Zo ook bij een gemiste transfer naar de Belgische topclub RSC Anderlecht. “In het seizoen 1988 – 1989 speelde ik een van mijn beste seizoenen ooit. Ik voetbalde toen bij Beerschot en ik scoorde 17 goals in 32 wedstrijden. Best wel een goed gemiddelde”, lacht de rasechte Kempenaar.
Goots: “Op een gegeven moment kwam toenmalig manager Michel Verschueren, de ‘zilveren vos’ van RSC Anderlecht, met een cheque van 25 miljoen oude Belgische franken op de proppen bij de voorzitter van Beerschot. Als je dan weet dat Beerschot me destijds bij Lommel wegkocht voor twee à drie miljoen oude Belgische franken, kan je zelf de rekening maken.”
Een Beerschots bestuurslid nam toen de cheque in ontvangst en verscheurde hem voor de ogen van Verschueren en zei: “Als Patrick Goots volgend seizoen nog eens 20 of 25 doelpunten binnen knalt, verkopen we hem voor 100 miljoen oude Belgische franken (2,5 miljoen euro).” “Ik draai daar ook geen doekjes om, dat was toen en nu nog heel veel geld. In die tijd was dat een gigantisch groot bedrag in de voetbalwereld. Een icoon als Verschueren werd gewoon wandelen gestuurd en ik zag een lucratieve transfer in rook opgaan” , besluit de Desselaar.
Wales
Het daaropvolgende jaar was voor Goots jammer genoeg een echt flopjaar. Er kwam een andere trainer bij Beerschot waar “Pat” het nooit echt goed mee kon vinden. De man heette Barry Hughes, ex-trainer van MVV, Go Ahead Eagles en Sparta. Een Welshman die op dat moment nog niet zo veel wist over de Belgische competitie en dus ook niet over Patrick Goots.
“Ik herinner mij de eerste match van dat rotseizoen nog heel goed. We speelden met Beerschot een vriendschappelijke wedstrijd in een deelgemeente van Westerlo, Heultje. Er kwam dan ook enorm veel volk opdagen omdat het veld bij wijze van spreken naast mijn voordeur lag. Ik denk dat er ongeveer al 100 mensen uit Dessel alleen de wedstrijd kwamen bijwonen. Maar dan kwam de aap uit de mouw. De club had op dat moment geen truitje voor me. Ik moest me dus zelfs niet aankleden. Onze kern bestond uit 22 spelers en ik was 23ste man. Op dat moment was dat natuurlijk een enorme vernedering. Ongetwijfeld een van de grootste ontgoochelingen in mijn loopbaan.”
Zelfde loon als Staelens
In het jaar 1990 – 1991 verkaste Goots naar KV Kortrijk, waar de goalgetter een sterk seizoen speelde. Goots: “Ik scoorde in dat seizoen 15 doelpunten in de Belgische competitie. Een goal om de twee wedstrijden. Dit wekte de interesse van Club Brugge. Drie weken voor het seizoen eindigde, sprak ik af met Antoine Vanhove, lid van de Raad van Bestuur van Club Brugge. Ik bekeek het voorgestelde contract bij hem thuis en was eerst nogal verbaasd en geschrokken. Bij Kortrijk verdiende ik 60 000 oude Belgische franken, een 1500 euro per maand. Dit terwijl ik bij Club Brugge maar de helft aangeboden kreeg. Na toelichting van wijlen Antoine Vanhove bleek dat zij een ander systeem van verloning hanteerden, namelijk een premiestelsel. Toen bleek dat de premies erg hoog waren. Voor een gelijkspel kreeg je bij Club Brugge in die tijd 70 à 80 000 frank per maand(€ 2000) en voor een overwinning rond de 150 à 160 000 frank(€ 4000). Als je dan bedenkt dat Club toen drie op de vier wedstrijden won, tikt dat aardig aan. Zelfs als je niet in de selectie zat, kreeg je ook dezelfde bonus. Zo bleek later dat ik dus ongeveer hetzelfde contract als Lorenzo Staelens aangeboden kreeg, toen een van de sterspelers bij Club.”
Poetsvrouw
Ik stond dus op het punt om het contract te tekenen toen mijn manager, Louis De Vries, voorstelde om nog te wachten tot het einde van het seizoen als vorm van respect naar Kortrijk toe. Mijn manager bracht me vervolgens terug naar het hotel in Brugge, waar ik verbleef. Bij toeval kwam daar net een bestuurslid van Kortrijk buiten. Hij vertelde me dat Kortrijk gehoor had gekregen van mijn nakende transfer. Daarom hebben ze als revanche Club Brugge ‘gewaarschuwd’ voor mijn zogezegde ‘slechte reputatie’. Dit met de bedoeling om mij langer aan Kortrijk te binden. Er werd onder meer verkondigd dat mijn appartement in Kortrijk dat door de club beschikbaar werd gesteld nooit bewoond was. Zelfs de toenmalige schoonmaakster werd opgeroepen als getuige.
Dit klopte in eerste instantie ook. “De uitleg is dat ik enkel de dag voor en na een wedstrijd op het appartement bleef slapen. Alleen ging iedereen er vanuit dat ik me weer eens goed aan het amuseren was in het nachtleven. Terwijl ik gewoon iedere keer op en af reed naar mijn familie in Dessel omdat ik hen erg miste in het verre West-Vlaanderen. Op dat appartement zat ik het grootste deel van de tijd alleen en dat begint aan een mens te knagen.”
Vanhove betoont spijt
Goots: “Enkele jaren later liep ik meneer Vanhove opnieuw tegen het lijf. Ik moest me in Brussel komen verantwoorden voor een rode kaart. Vanhove was toen voorzitter van het Sportcomité. Hij drukte uitvoerig zijn spijt uit over het feit dat hij zich toen had laten leiden door buitenstaanders.”
Johnny Velkeneers, oud-speler bij Club Brugge en Anderlecht en ex-trainer van Goots, verwoordt het zo: “Als topvoetballer kan je onmogelijk tot je 40ste op een hoog niveau presteren als je je lichaam niet verzorgd hebt. Want iedereen vergeet dat Goots op 40-jarige leeftijd nog even bij KV Mechelen speelde in tweede klasse. Dat doen er niet veel hem na, denk ik. Toch had hij ook zijn mindere kantjes. Zo is Patrick nooit echt een werkpaard geweest. Lopen deed hij alleen wanneer het hoogst nodig was. In dat opzicht een typische spits. Toch is hij altijd de speler geweest die ik het eerst op het wedstrijdblad zette. Ik kon gewoon niet zonder hem. Hij was te belangrijk en maakte te veel cruciale doelpunten. De promotie met Lommel naar tweede klasse hadden wij dan ook grotendeels te danken aan Patrick Goots. Het feit is dat Goots een van de beste spitsen van zijn generatie was: gezond agressief en natuurlijk een fenomenale traptechniek.”
Guy Thys, de ex-bondscoach van de Rode Duivels, zei ooit in een artikel in de Gazet van Antwerpen zelf dat Goots beter was dan ex-Rode Duivels Czerniatynski en Severyns. Dit terwijl Goots nooit opgeroepen werd voor het nationale elftal. Nog straffer was dat Thys hem zelfs in de top vijf van beste spitsen uit die periode zette, na wereldsterren als Karl Kodat en Laszlo Fazekas.
Ondanks alle roddels en transferperikelen bleef Goots toch presteren op het veld. In plaats van Anderlecht of Club Brugge, kwam Genk op de proppen. Ook hier scoorde Pat zijn doelpunten, net als bij Beveren, STVV en Turnhout. Maar in het jaar 1999 kwam hij de club van zijn leven tegen: Antwerp. Daar en in Lommel beleefde hij zijn beste en leukste tijden als profvoetballer. Opnieuw scoorde de doelpuntenmachine magistraal veel goals, maar dat is niet hetgene waar hij het meest trots op is. Enkele jaren geleden werd Goots samen met negen andere clubiconen door de Antwerpsupporters uitgekozen om met hun hoofd op de “Wall Of Legends” te prijken. Met behulp van graffiti hebben een aantal kunstenaars een gewone houten muur omgevormd tot een indrukwekkende muurschildering met idolen uit de Antwerpgeschiedenis.
© 2017 – StampMedia - Mathias Vranckx