Op zaterdag 1 oktober ontvingen zeven jongeren in Atlas het attest van Ambassadeur voor Gelijke Kansen. Met dit initiatief willen de jongeren en de stad Antwerpen scholen, bedrijven en organisaties inlichten over discriminatie en gelijke kansen.
Zakaria El Morabiti, Soufian El Bouazati, Melek Yildirim, Faysal Bugri, Ersin Bildirili, Hamza Taheri en Imane Kostet gaan voortaan als Ambassadeur voor Gelijke Kansen door het leven. Dit unieke project in Vlaanderen werd in het leven geroepen na een grootschalig onderzoek naar discriminatie in scholen en op de werkvloer.
De groep vertegenwoordigers werd samengesteld door de dienst Sociale Netwerken. De selectie gebeurde niet enkel op basis van afkomst. De motivatie van de jongeren gaf de doorslag. Ondanks hun Marokkaanse en Turkse achtergrond vechten de ambassadeurs niet alleen voor een gelijke behandeling van allochtonen, maar ook voor die van gehandicapten, ouderen en andere minderheidsgroepen.
De ambassadeurs kregen een training in wetgeving, maar leerden ook hun verhaal te formuleren en te spreken voor een publiek. Met deze vaardigheden moeten ze Vlamingen niet enkel bewust maken van de gevolgen van ongelijkheid, maar hen ook informeren.
Onverdraagzaamheid verdragen
Ambassadeur voor Gelijke Kansen zijn is voor de zeven Antwerpenaren meer dan verantwoordelijkheid opnemen. Eigen ervaringen met discriminatie brachten hen hiertoe. Hamza Taheri werd bijvoorbeeld als kleine jongen geweigerd bij de lokale voetbalploeg onder het voorwendsel dat hij 'ervaring moest hebben'. "Ik heb daar lang niet over kunnen praten, omdat ik toen niet goed wist of het racisme was", vertelt hij.
Ook Imane Kostet moest als kind onverdraagzaamheid en onwetendheid tolereren. "De leerkrachten maakten misbruik van het feit dat mijn ouders niet goed Nederlands spraken. Ze wilden mij ook absoluut naar het BSO sturen", blikt ze terug.
Olifantenhuid
Soufrian El Bouazati, student klinische psychologie en ambulancier bij twee Antwerpse ziekenhuizen, groeide op tussen de blanke middenklasse. Discriminatie gebeurde in zijn omgeving jarenlang subtiel waardoor hij een olifantenhuid ontwikkelde voor racisme. "Tijdens de gesprekken met mijn collega-ambassadeurs snapte ik niet waarom ze zich druk maakten om die opmerkingen. Ik ben er immuun voor geworden." Volgens El Bouazati is onwetendheid de grote boosdoener als het op racisme aankomt.
Ook op de werkvloer manifesteerde die onwetendheid zich. "Toen ik voor de eerste keer binnenwandelde in het ziekenhuis van Deurne, vielen plots de gesprekken tussen de verplegers en chirurgen stil", vertel hij. "Een Marokkaan met een moslimbaard die verpleger wordt, hadden ze nog nooit gezien", lacht El Bouazati.
"Ik heb ook aan de Antwerpse dokken gewerkt en na enkele dagen kwam een collega naar mij toe, die eerlijk toegaf dat hij aanvankelijk sceptisch was tegenover mij", mijmert de twintiger. "Hij dacht dat ik geen Nederlands kon, maar hij schrok zich een bult toen hij hoorde dat ik nog platter Antwerps dan hem sprak", glimlacht El Bouazati breed. Zijn ambassadeursfunctie betekent voor hem daarom voornamelijk het wegwerken van vooroordelen om racisme te voorkomen.
Omgekeerde wereld
Om het project van een humoristische noot te voorzien, boksten de ambassadeurs samen met het comedy-collectief de Fatima's een ludiek filmpje in elkaar. Daarin solliciteert een blanke jongeman bij een bedrijf waar Marokkaanse en Turkse werkgevers moeite hebben met zijn 'exotische' naam.
© 2011 - StampMedia - Vincent Buyssens
Dit artikel werd gepubliceerd door Gündem op 05/10/2011