De VDAB worstelt ook in 2012 met een hele lijst aan knelpuntberoepen. Kappers, koks, onderwijspersoneel en vooral de technische beroepen worden niet ingevuld. "De bedrijfswereld en het onderwijs moeten deze beroepen interessanter maken voor jongeren", zegt Anneke Ernon, woordvoerster van de VDAB.
Hoewel je in het kleinste dorp wel een kapper vindt, is er toch een tekort. "Er zijn misschien overal wel een of meerdere kappers in elke gemeente, maar de vacatures geraken niet ingevuld. In de kapperszaak in jouw stad staan misschien vier kapsters, terwijl er eigenlijk minstens zes moeten staan om de werkdruk te verdelen."
Media helpt ook
Ook de beroepen leraar en kok staan in het lijstje. "Het is eigenlijk moeilijk om simpelweg te zeggen dat leraar een knelpuntberoep is. Het is een heel ruim begrip. Zo is er geen tekort aan leraren lichamelijke opvoeding en plastische opvoeding, maar zeker wel aan leraren in het BSO en TSO, omdat het doorgaans 'moeilijkere' klassen zijn."
Ook het beroep kok staat op de lijst. "Al wordt dat dankzij de media-aandacht voor kookprogramma's veel minder dringend. Het is vooral een onaantrekkelijk beroep door de onregelmatige uren, de organisatie die erbij komt kijken en de ervaring die gevraagd wordt."
Tijdgeest
Er zijn drie redenen waarom beroepen knelpuntberoepen zijn of worden. Dat kan omdat er te weinig interesse en dus te weinig mensen zijn die het beroep beoefenen (kwantitatief), omdat ze niet de nodige of voldoende opleiding kregen (kwalitatief) of omdat de werkomstandigheden slecht zijn (te laag loon, onregelmatige uren, …). "Het loon verhogen is echter geen oplossing", zegt Ernon. "Dat is heel moeilijk voor een bedrijf dat net winst maakt en dan ook nog eens de werknemers extra moet betalen."
De jeugd interesseert zich niet in de technische beroepen, ze willen maatschappelijk relevante studies doen. "Ook ouders gaan er niet altijd mee akkoord als hun kind iets technisch wil doen. Dat is de tijdgeest van nu. Maar zo blijven vacatures voor technische beroepen openstaan", zegt Ernon.
Oplossingen
De VDAB probeert het probleem op te lossen door voldoende informatie te geven en ervoor te zorgen dat de bedrijven het beroep aantrekkelijker maken. "Laatst werd geprobeerd het beroep van bio-ingenieurs populairder te maken met het nieuws dat zij kunstgrasmatten voor FC Barcelona maken. Dat klinkt heel aanlokkelijk in jonge oren." Jongeren houden niet van wiskunde, daarom zijn bijvoorbeeld informatica en ingenieur geen populaire studierichtingen. "Maar als de bedrijven jongeren verzekeren dat ze in de informatica of als ingenieur werk zullen vinden, worden ze een stuk populairder."
Studiekeuze
Veel jongeren houden bij hun studiekeuze te weinig rekening met werkzekerheid. Sanne Christis heeft een diploma opvoedster en leraar: "Bij mij is het toeval dat beide diploma's die ik heb in de lijst van knelpuntberoepen staan. Ik heb gewoon gekozen voor de opleidingen waarvoor ik me op dat moment interesseerde." Ine De Smedt zegt hetzelfde: "Ik wou iets actief doen met veel afwisseling en met mensen bezig zijn, dus kinesitherapie leek mij de beste keuze."
Kristof Aerts, student toegepaste informatica, keek wel naar werkmogelijkheden: "Toen ik moest kiezen wat ik ging verder studeren heb ik vooral gekeken naar waar ik een toekomst in heb en waar ik werkzekerheid heb. Ook een goedbetaalde job telt uiteraard mee."
Ernon vindt dat jongeren vooral moeten studeren waar hun passie en interesse liggen. "Als ik een robot was, zou ik zeggen: studeer waar werk in te vinden is. Maar dat ben ik niet, dus studeer wat je graag doet, maar denk wel aan de gevolgen. Je moet er rekening mee houden dat je als student archeologie of fotografie minder snel aan de bak komt."
© 2012 - StampMedia – Jody Boeckx
Dit artikel werd gepubliceerd door Trends.be op 16/01/2012
Dit artikel werd gepubliceerd door Pienternet op 16/01/2012
Dit artikel werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 16/01/2012
Dit artikel werd gepubliceerd door Nieuws.be op 16/01/2012
Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 16/01/2012
Dit artikel werd gepubliceerd door Engineeringnet.be op 17/01/2012