BRUSSEL - Bij printmedia ligt de werkdruk merkelijk hoger dan binnen andere media. En vooral op diezelfde printredacties laat het structureel inbedden van feedback te wensen over. Dat zijn enkele markante bevindingen van een kwalitatieve bevraging over de situatie van beginners in het metier, afgenomen bij 34 leidinggevende journalisten door de bacheloropleiding journalistiek van de Erasmushogeschool Brussel.

Het is een bekend adagium in de journalistiek: gewone werkuren bestaan er niet. Je weet wanneer je werkdag begint, maar niet wanneer hij eindigt. Werkdruk is een van de vier items waarover een uitgebreide enquête werd uitgevoerd door de laatstejaarsstudenten van de journalistiekopleiding van de Erasmushogeschool. Zij togen naar 34 leidinggevende journalisten die beginners superviseren, in print, audiovisuele en online media. De andere onderzochte items waren: hoe zit het met de jobtevredenheid bij starters, hun competenties en de ondersteuning die ze krijgen op de werkvloer?

Over werkdruk is de tendens meer dan duidelijk: in de journalistiek is die hoog tot zeer hoog, zo meenden haast alle ondervraagden. Werkweken van ruim 40 of 45 uur zijn niet ongebruikelijk. Toch is er een opvallend verschil tussen printmedia en audiovisuele media: die laatste sector heeft zich jaren geleden al aangepast aan het feit dat nieuws een 24/24 uren business is geworden, en journalisten werken er veelal in duidelijke shiften. Zij weten niet alleen wanneer hun werkdag begint, maar vaak ook wanneer hij eindigt.

In printmedia ligt dat een stuk moeilijker. De toegenomen onderlinge concurrentie en de voortdurende druk van het internet op het nieuwstempo, vertalen zich in almaar meer werken tegen de deadline, een deadline die onder invloed van verbeterde technologieën ook nog eens opschuift. Het gevolg: lange en zware werkdagen, zowel voor ervaren rotten als voor beginners.

Nogal wat leidinggevenden reageren hier veeleer laconiek op. Niets aan te doen, dit is part of the job. Een van de ondervraagden merkt op: “De werkdruk valt alleen op te vangen met meer mensen, en ik vrees dat daar op dit ogenblik niet zo heel veel aan te doen is.”

Coaching

Een tweede opmerkelijke vaststelling ligt in het verlengde van die over de werkdruk: alle ondervraagden geven aan dat ze beginners op de werkvloer begeleiden, doorgaans via een combinatie van coaching en workshops. Maar ook hier speelt de werkdruk een rol: ondervraagden uit de printmedia getuigen veel vaker dan hun collega’s uit de audiovisuele sector dat de ondersteuning voor beginners in gebreke blijft. Niet dat het hen aan goede intenties ontbreekt. Een getuigenis: “Wat frustreert – zowel voor beginnende journalisten als voor ons – is toch de beperkte ondersteuning die je krijgt. De reden is dat er de hele tijd nieuws binnenloopt en dan is het begeleiden van een jonge journalist vaak één van de eerste dingen die er uitvliegt.”

Vinden leidinggevenden wat de werkdruk betreft dat jonge mensen best weten waaraan ze beginnen, dan beseffen ze – zeker in de printmedia – dat het met de ondersteuning van beginners heel wat beter kan en moet. Een illustratie: “Er zijn te weinig structurele feedbackmomenten. Op mijn feedback en die van de chef binnenland na, blijft iemands situatie tot aan de jaarlijkse evaluatie zowat in het ijle hangen.” De link met tijdsgebrek wordt uitdrukkelijk gelegd. Diverse redacties organiseren tegenwoordig workshops over allerlei onderwerpen, wat deels het tijdsgebrek om te coachen moet opvangen.

We peilden bij de leidinggevenden op redacties ook naar hun beoordeling van de competenties van beginners. Volgens de ondervraagde leidinggevenden doen beginners het goed op het vlak van gedrevenheid en sociale media en werken ze zich snel in in technologische aspecten. Wat nogal eens te wensen overlaat, zijn basis- of achtergrondkennis, het kunnen detecteren van wat nieuwswaardig is, kritisch doorvragen tijdens interviews, een tekst goed opbouwen en voldoende populair denken en schrijven. Maar veel van die dingen kweek je wel verder aan op de werkvloer, menen vele ondervraagden.

Ria Goris
Dit artikel verscheen eerder in de mei-editie van De Journalist.