(Extrasport) Bossaball is een nieuwe sport, ontsproten uit een Belgisch idee. Koen Janssens is medestichter en laat u kennismaken met een minder gemediatiseerde sport. “Het heeft alles om het te maken.”
Koen Janssens woont in Gent en werkt in Sint-Martens-Latem. Op zich niets bijzonders, ware het niet dat hij tevens medestichter is van de spectaculaire sport bossaball. Janssens lag samen met Filip Eyckmans aan de basis van het spel dat moet uitgroeien tot een sport. “Het idee kwam eigenlijk van Eyckmans, die in de jaren negentig nog actief was in de muziekindustrie als manager van dEUS. Hij mag eigenlijk als uitvinder van bossaball door het leven gaan. Met dEUS was hij op tour in Brazilië, waar hij op een dag zag hoe de plaatselijke jongeren zich uitleefden op straat. De jeugd amuseerde zich met capoeira, beachsoccer en -volley en straatvoetbal, allemaal met muziek op de achtergrond. Filip kreeg een ingeving om al die sporten te gaan combineren tot iets spectaculairs, met nog steeds muziek als belangrijk element. Eenmaal terug in België zocht hij mensen met verstand van volleybal en gymnastiek die ook nog wat balgevoel hadden. Ik heb een trainersdiploma gymnastiek en volleybal en ben zo in contact gekomen met Filip. Hij tekende zijn idee van het veld uit op papier en zei: “dit is het veld, maar ik weet nog niet wat ik ermee ga doen.” Op dat moment was het een ‘zot’ project, maar het interesseerde mij. Met een dertigtal mensen zijn we aan een zomertour begonnen. Na een tijdje hielden we een schifting tot er een twintigtal goede spelers overbleven. We zochten sponsors, en Red Bull zag dat wel zitten. De sport zou dan ook Redball gaan heten, maar ze vonden het uiteindelijk niet ‘extreem’ genoeg. Ze wilden bossaball nog als side-event, maar wij zagen het grootser.”
Trampolines
“Het oorspronkelijke idee was er een met luchtkussens en trampolines, waarmee de eerste vormen van een veld werden bedacht”, vertelt Janssens. “Uiteindelijk kwam men tot een veldje dat door een net op drie meter hoogte in twee wordt gedeeld. Elke helft werd uitgerust met een luchtkussen en een trampoline. Op het luchtkussen staan vier spelers en de vijfde man staat op de trampoline. Daarop zou dan een nieuwe variant van volleybal worden gespeeld, zonder regels. Het spel werd tot bossaball gedoopt, een afleiding van de Braziliaanse muziekstijl bossanova, waar Filip nogal fan van is.”
In een volgende fase moesten er spelregels uitgevonden worden. Initieel was het een demonstratiesport die is uitgegroeid tot een sport met heuse competities. Zo is er al een Four Nations-cup, een Europees en een wereldkampioenschap. “Bossaball is een hyperdynamische variant van volleyball waarbij ook voetbaltechnieken aangewend worden”, legt Janssens uit. “De bal mag zes keer rondgespeeld worden terwijl dat bij volleybal maar drie keer mag. Het best wordt er zes keer rondgetoetst, zodat de man op de trampoline tijd heeft om zich goed te lanceren om boven het net uit te komen. Als hij de bal rechtstreeks op de trampoline van de tegenpartij krijgt, wordt zijn team beloond met drie punten. Landt de bal ergens anders op het luchtkussen, verdient het team maar een punt. Het spel eindigt zodra iemand 21 haalt, met twee punten verschil zoals vroeger bij het tafeltennis. Zo wonnen we met België vorig jaar het Europees kampioenschap! We stonden in de finale met Nederland 19-20 achter, met opslag voor onze noorderburen. Wij vingen hun opslag perfect op, speelden hem rond tot de trampolinespringer een driepunter maakte, waardoor we de finale uiteindelijk met 22-20 wonnen. Het was trouwens voor het tweede jaar op rij dat we Europees kampioen werden. In 2008 werden we tweede op de World Cup, waar we de finale verloren van de Brazilianen. Pijnlijk om weten, is dat ik in 2006 in mijn eentje naar Brazilië was afgereisd om bossaball te promoten. Ik heb daar de jongens getraind die mij twee jaar later dus van de wereldtitel hielden.”
Bijna erkend in Nederland
In België kan je amper aan bossaball doen. Koen Janssens verklaart waarom: “Het veld is ten eerste al enorm groot. Met acht ervaren spelers ben je al een halfuur zoet om het op te bouwen en nog eens een halfuur om te breken. Het grote probleem is het vinden van geschikte accomodatie. België is voorlopig niet gul met subsidies voor nieuwe sporten. Officieel is bossaball ook nog geen echte erkende sport, maar een spel. In Nederland staat het wel op het punt officieel erkend te worden. We zoeken in België volop naar ruimte, een oude leegstaande loods waar we ons kunnen vestigen. Vorig jaar hadden we gedurende zes maanden een contract met Universiteit Antwerpen om van hun accomodatie gebruik te maken. Als tegenprestatie mochten de studenten gratis bossaballen. Dat gaf ons voldoende ruimte om te trainen, omdat onze nationale ploeg anders in Nederland moet gaan trainen.”
“De integratie van bossaball in België verloopt zeer moeizaam. Historisch was België de eerste markt waar we terechtkwamen. De eerste zomer volgden we de Belgian Beach Volleybaltour mee, met sponsoring door Nivea. De reacties van iedereen die deelnam, waren enorm positief. De Vlaamse Volleybalbond had er echter moeite mee om bossaball te aanvaarden en te koppelen aan volleybal. In Nederland is die samenwerking nochtans een enorm succes. De Nederlandse Volleybal Bond (Nevobo) kende een groot aantal volleybaldrop-outs en wilden de jeugd met iets hip en modern aantrekken. Ze waren twee jaar lang vaste partner van bossaball. De verantwoordelijke voor jeugdontwikkeling bij Nevobo is nu de Internationale Manager van bossaball en werkt bij ons om bossaball te helpen internationaliseren. Er zijn jaarlijks bijna vierhonderd evenementen in Nederland waarbij meerdere velden dagelijks enkele boekingen binnenkrijgen. Daar loopt dat dus vlot, in België heel wat minder. In sommige steden worden zelfs al bossaballclubs opgericht. Het lijkt realistisch om in 2012 in Nederland met een bossaballcompetitie te beginnen. Hier mogen we wel demonstreren op bedrijfsfeestjes, festivals en dergelijke, maar daar blijft het voorlopig bij. Ik geloof er in dat bossaball op termijn in België zal beoefend worden. Het heeft alles om het als sport te maken.”
© 2012 - De Beiaard/Extrasport - Xavier De Naeyer