Waren deze Spelen een succes of eerder een teleurstelling voor de Belgen? We reisden af met de grootste delegatie sinds 1952 en we wilden het zeker beter doen dan in Peking. Het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité sprak over ten minste zes medailles. Het werden er uiteindelijk drie.
Met drie medailles deden we het al beter dan in Peking. We behaalden nu twee bronzen plakken en één zilveren. Maar in Peking behaalden we wel éénmaal goud en weegt die niet een beetje zwaarder door dan twee keer brons? In vergelijking met Peking kunnen we niet zeggen dat we het nu veel beter gedaan hebben. We reisden af met veel topfavorieten in hun discipline maar één voor één stelden ze teleur of waren ze net niet goed genoeg.
Wielrennen
Het begon al op dag één van de Spelen, alle Belgen hoopten op een eerste gouden medaille. Voor de media en de hele natie was Tom Boonen een zeer grote medaillekandidaat. Jammer genoeg kwam het er niet uit en eindigde hij teleurstellend zevenentwintigste. Achteraf werden er vragen gesteld bij de tactiek van de Belgen. Waarom reed Gilbert vijftig kilometer van de aankomst helemaal alleen voorop? Hij kon beter zijn krachten sparen voor de laatste kilometers. Misschien was hij dan nog fris genoeg geweest om het gat op Aleksandr Nikolajevitsj Vinokoerov te kunnen dichtrijden. Hoe dan ook, de eerste ontgoocheling was een feit. In de tijdrit speelde Gilbert nooit enige rol van betekenis en ook in het baanwielrennen kon België geen potten breken. Alleen bij de vrouwen behaalde Jolien D'Hoore knap een vijfde plaats in de omnium discipline.
Judo
Bij het judo kon het onmogelijk misgaan voor de Belgen met namen als Ilse Heylen en Dirk Van Tichelt. Maar ook deze twee toppers behaalden geen medaille. De eerder onbekende Charline Van Snick veroverde wel knap brons voor ons land op de eerste dag van de Spelen. Dat eerder onbekende atleten medailles zouden halen voor ons land bleek zes dagen later. Uit het niets kwam ineens het nieuws dat ene Lionel Cox zilver had behaald voor België. Voordien kende geen enkele Belg zijn naam en zeker niet de discipline waarin hij deelnam. Hij behaalde zilver in het vijftig meter liggend karabijnschieten met een klein kaliber geweer. Hij was zelfs de enige deelnemer aan deze discipline die niet voltijds voor zijn sport leeft: hij gaat iedere dag gewoon naar zijn werk. Een groter contrast met de Belgische topfavorieten is bijna niet mogelijk. Maar hij is wel de man die ons het enige zilver schonk: de hoogste medaille voor België van deze Spelen.
Verrassingen
De prestaties van de Belgische hockeyploeg kwamen voor mij als een totale verrassing: de mannen én de vrouwen deden het niet slecht. De vrouwen werden elfde en de mannen zelfs knap vijfde. De mannen verloren enkel van de latere finalisten. Hockey is geen grote sport in ons land, maar heeft zeker naam gemaakt tijdens deze Spelen.
Opvallend was dat er geen Belgische deelname aan het voetbal was. Na onze knappe prestatie in Peking, waar we een vierde plaats behaalden, waren we er nu zelfs niet eens bij in de olympische voetbalcompetitie. Volgens vele critici is de lichting min 21 jaar de getalenteerdste lichting die België ooit heeft gehad. Maar waar waren ze dan?
Anderzijds deden de Belgen het niet slecht in het zwemmen en gymnastiek, maar we speelden daar helaas nooit enige rol van betekenis en behaalden in deze disciplines maar twee finales.
Dé grote verrassing van deze Spelen is toch het laten afweten van de toppers. De broers Borlée liepen een sterke kwalificatie met zelfs een Belgisch record, maar ze presteerden minder in de halve finale en behaalden nipt samen de finale waar ze een beetje teleurstellend vijfde en zesde werden. Ze liepen samen ook heel sterk in de 4x400 meter, maar helaas waren hun ploeggenoten lichtjes uit vorm, waardoor ze weeral teleurstellend zesde werden.
In de atletiek deed Hans Van Alphen het heel goed: hij behaalde knap een vierde plaats, het hoogst mogelijke voor hem. Helaas ontgoochelde hij in het speerwerpen, waardoor de kansen op het brons plotsklaps verkeken waren. Weer een kans minder voor onze natie. Zo liep het ook af voor Tia Hellebaut. Zij was onze grote hoop op een gouden medaille, nadat alle andere favorieten het hadden laten afweten, maar ook zij strandde op een verdienstelijke vijfde plaats. Meer zat er niet in.
Fout van de media?
Waar ging het fout voor de Belgen tijdens deze Spelen? Waarom lieten toppers zoals Kim Clijsters en Tom Boonen het afweten op zo'n belangrijk moment?
Een van de redenen kan de druk zijn die wordt gecreëerd door de media en de bevolking. Elke dag verschenen de toppers wel ergens in de krant. Was het niet op de voorpagina, dan toch zeker in de sportbijlage. Elke keer werd er gehamerd op een medaille en werd de druk meer en meer opgevoerd. In aanloop naar de wedstrijden van Tia Hellebaut en Sven Nys werd er overal geschreven over de laatste kans op een gouden of eventueel een andere medaille. Hoewel de atleten gewend zijn onder druk te staan, kan deze extra druk van de buitenwereld voor sommige sporters veel te groot worden. Een voorbeeld hiervan zijn de paparazzifoto’s die van Gijs Van Hoecke genomen werden. Deze jongen heeft lange tijd alleen maar geleefd om te presteren op de Olympische Spelen. Maar hij behaalde een teleurstellende dertiende plaats in de omnium discipline. Naderhand vierde hij feest om te ontladen en omdat hij blij was dat hij toch aanwezig was geweest. Hij overdreef met alcohol, maar dat deed ook Bradley Wiggins nadat hij goud had behaald in het tijdrijden. Maar de Brit Wiggins werd niet naar huis gestuurd, omdat hij een gouden medaille had. Gijs Van Hoecke niet, dus kon hij, als relatief onbekende atleet, vertrekken. Dit was toch een teleurstellende beslissing van het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité: ze hadden hem beter berispt en het daarbij gelaten. Helaas namen de media de foto’s over en de druk om hem naar huis te sturen werd zo opgevoerd.
Paardrijden
Met de regerend wereldkampioen jumping Philippe Le Jeune in het Belgisch olympisch team, hadden we ook wel een medaille bij het paardrijden verwacht. Jammer genoeg moest Le Jeune echter na enkele dagen al opgeven, omdat zijn paard een blessure had opgelopen. In de landencompetitie lagen we er snel uit en ook in de dresuur behaalden we geen resultaat om over naar huis te schrijven.
Olympische Spelen als leerschool?
Voor onze hockeyploegen moest deze editie een leerschool worden en ons op weg zetten voor een mooie reeks richting Rio 2016. Dit was ook de bedoeling voor onze twee badmintonners. Zij moesten op deze Spelen vooral ervaring opdoen en pas in 2016 klaar zijn voor een medaille. Jammer genoeg overleefden ze de groepsfase niet. Ook voor de Borlées moet Rio de kers op de taart worden: ze zouden dan de ideale leeftijd moeten hebben om te pieken. De zwemmers, turners en onze tennisser Goffin zouden tegen dan genoeg gegroeid moeten zijn om meer mee te kunnen spelen voor de prijzen.
Als laatste vraag moeten we ook eens bekijken wat we gaan verwachten van de drie atleten die ons nu een medaille hebben bezorgd. Gaan we opnieuw de druk opvoeren en zeggen dat ze het minstens even goed moeten doen, of gaan we blij zijn dat ze meedoen en gewoon hopen op het beste?
We zouden blij moeten zijn dat deze mensen allemaal voor ons land deelnemen. We mogen niet meer spreken over favorieten en underdogs maar over onze Belgen. Want aan het einde van de rit blijkt dat de favorieten ons geen medaille gebracht hebben.
Mensen zoals Evi Van Acker, Lionel Cox en Charline Van Snick zijn dan wel minder bekend, maar hebben ons land wel op de kaart gezet tijdens deze Spelen.
© 2012 - StampMedia - Michaël Vanderheyden