Op 30 mei was een goed gevulde Bourlaschouwburg de setting voor een debat tussen Jean-Luc Dehaene en Jan Blommaert. Wat werd aangekondigd als een links-rechts debat, is uitgedraaid op een academisch-pragmatisch gesprek. Eén met boeiende analyses maar weinig concrete antwoorden. Het doel bereikt?
De bedoeling van deBuren, Toneelhuis en DeWereldMorgen.be, was om de kunst van het debat nieuw leven in te blazen en geen boksmatch te organiseren. "Eindelijk een debat waarin men elkaar liet uitspreken", horen we moderator Dirk Barrez zeggen na afloop. Gelijk had hij. "Het goede aan deze crisis is dat Vlamingen en Walen weer aandacht voor elkaar hebben", zegt Blommaert. "Dat wakkert het publieke debat aan. Kijk maar wat wij nu aan het doen zijn." Van een boksmatch kan inderdaad niet gesproken worden. Eerder af en toe een lief aaitje, elkaar besnuffelen en een minzaam lachje. Mag het wat meer zijn?
Inhoud
Antropoloog Jan Blommaert schreef een boek over 'De crisis van de democratie'. Volgens hem vergeten we het collectieve af te wegen tegenover het persoonlijke en de democratische waarde vrijheid/gelijkheid. Dehaene spitst zich meer toe op de parlementaire democratie, die door haar trage werking de voortrazende informatiemaatschappij niet kan volgen.
Begrensde democratie
Blommaert herinnert er ons aan dat solidariteit 'herverdeling' betekent. Maar wat als verschillende belangen tegen het solidariteitsprincipe indruisen? Is dit geen democratie? Dehaene wees ons nog eens op de paradox dat de democratie zichzelf kan opheffen. Om de democratie te behouden, dringen grenzen zich op. Maar wat betekent een 'begrensde vrijheid'?
Media en populisme
Volgens Dehaene werken verregaande ontvoogding en individualisme populisme in de hand. In de media gebeurt alles sneller en op kortere tijd. Politici zien zich verplicht een volatiel kiespubliek met krachtige slogans te imponeren. Ook volgens Blommaert weigeren politici te argumenteren door het sloganeske in de beeldvorming. De vorm primeert. Grote woorden als 'democratie' en 'ideologie' verhullen een gebrek aan inhoud.
Eindeloze discussie
Ik begon me af te vragen of dit wel nog een links-rechts debat was. Af en toe een andere invalshoek en een andere verwoording, maar in se dezelfde ideeën. Academisch-pragmatisch. U kent het ondertussen wel. Een academicus zal nooit een boksmatch beginnen. Een doorgewinterde politicus zal eindeloos discussiëren over de regels, zodat het er toch nooit van komt. Dienen discussies de democratie? Is dit niet het bewijs dat de grote verhalen gedaan zijn en de wetenschap ons denken overheerst?
Economie
Bestaat een democratische economie? Blommaert wees er terecht op dat keynesiaanse instellingen zoals het IMF en de Wereldbank niet gebonden zijn aan enige democratische controle van buitenaf. Dehaene was dan weer de 'redder' van Dexia. De gemeenten waren stakeholders. Zou de crisis zo hard zijn toegeslagen wanneer dit nog steeds het geval was? Zou een bank zo veel risico’s mogen nemen als politici hiervoor zwaar zouden boeten?
Een kapitalistisch economisch systeem is inherent ongelijk. Flexibiliteit die ons wordt opgedrongen, een arbeidsverdeling die niet loont. Als 'socialistische' politici hieraan paal en perk willen stellen, hebben ondernemersorganisaties het volste recht om hun stem hierin te laten gelden. Of zijn het lobbygroepen, zoals Blommaert stelde?
Grote en kleine banken
Een complete privatisering en deregulering hebben volgens Dehaene geleid tot crisis in de banksector. Maar de kleine banken hadden minder last van deze crisis. Op de vraag of de bevolking geen baat heeft bij meer kleine banken, antwoordde Dehaene nogal ontwijkend.
Links en rechts in compromis
Het debat verliep vredig. Heel anders dan tijdens de begindagen van het socialisme, toen politici op de barricades strijd leverden voor de democratie, waar blauwe ogen en gebroken neuzen schering en inslag waren. Of toen de liberale regering van Frère-Orban tussen 1879 en 1884 het onderwijs wou laïciseren tijdens de eerste Schoolstrijd. Minder gebroken neuzen. Politici worden braaf. Misschien iets te braaf. Zeker tijdens deze politieke discussie zonder camera's. Maar wie weet, ontketent de economie een ware strijd. Zoals Clinton in 1992 al te kennen gaf: "It’s the economy, stupid!"
© 2011 - StampMedia - Michaël Verest