Op zijn vierendertigste wint de Australiër Cadel Evans de Ronde van Frankrijk. Hij is eveneens de oudste naoorlogse Tourwinnaar. Sinds hij in 2009 het wereldkampioenschap won, werd de zogenaamde loser meer en meer een winnaar. De voorbije Tour zette Evans de kroon op zijn werk.

Vlak voorbij de aankomststreep aan de Champs-Elysées werd een emotionele Evans met druipende tranen omhelsd door zijn zwart-rode ploegmaats van BMC. In 1991 volgde Evans voor het eerst de Tour op tv. Ooit wilde hij deze wedstrijd winnen en in al die jaren werkte hij er maniakaal naartoe. Twintig jaar later verwezenlijkt hij zijn jongensdroom.

Compleetste renner

Deze Tour viel Evans slechts één dag uit de top drie van de rangschikking. Na de aanvalsdag van Andy Schleck eindigde hij even vierde. De dag daarna stond hij terug op drie en nog een dag later nam hij het geel. Bovendien won hij de vierde etappe, schuwde hij geen risico's in het afdalen en nam hij als enige zijn verantwoordelijkheid toen Andy Schleck aan zijn aanvalstocht richting de Galibier begon. Zwetend in de hitte zette Evans zich op kop in de groep met de favorieten om de schade voor Schleck te beperken. Evans was veruit de compleetste renner en verdiende de overwinning.

Cadelleke hier en Cadelleke daar

Evans eindigde al tweemaal tweede. Zijn defensieve rijstijl viel nooit in de smaak. Een explosieve versnelling heeft hij niet in de benen, wel een moordend tempo dat hij stukkenlang kan aanhouden. Toen hij op de Galibier in zijn eentje op kop in de favorietengroep achter Andy Schleck aanreed, won hij aan respect, omdat alleen hij zijn verantwoordelijkheid nam.

Vroeger vond iedereen hem een loser, omdat hij enkel kon volgen en nooit aanviel. Slechts een handvol vertrouwelingen geloofde in hem. Toen hij wereldkampioen werd, kreeg hij zelfs vlak voor de wedstrijd te horen dat niemand uit zijn Australische landenploeg voor hem wilde rijden.

Na zijn zege op het wereldkampioenschap van 2009 in het Italiaanse Mendrisio, toen de Australiër het peloton alle kleuren van de regenboog liet zien, veranderde hij van ploeg en ging bij BMC rijden. Hij begon steeds meer te winnen. Ergens werkte het afscheid bij de Lotto-ploeg bevrijdend. Bij Lotto was het "Cadelleke hier en Cadelleke daar", de schaduwmens stond er met tegenzin steeds meer in de spotlights. Het goede gevoel bij zijn nieuwe ploeg versterkte zijn karakter. Bij BMC werd hij genomen zoals hij is, en kreeg hij meer verantwoordelijkheid en zelfvertrouwen.

Onstuimige uitspattingen

Evans gedraagt zich af en toe wat vreemd. Zijn reacties zijn in het heetst van de strijd nogal onstuimig. Dan lijkt hij wat mensenvreemd, alsof hij van een andere wereld komt.

In de Tour van 2008, toen Alberto Contador niet mocht meedoen, was het zogezegd Evans' ultieme kans om de Ronde te winnen. Zijn toenmalige ploeg Silence-Lotto begon aan de Tour met de slogan 'Yell for Cadel'. Alle druk lag op hem, wilde hij zijn jongensdroom waarmaken. Vlak na de finish van de vijftiende etappe verloor hij de gele leiderstrui. Toen iemand vlak daarna te dicht bij zijn hond in de buurt kwam, riep hij: "Don't stand on my dog, or I cut your head off." Gespannen verloor Evans bij momenten zijn controle.

Kuifje

Tegelijk krijgt iedere mens wel sympathie voor de rare renner. Bij het zien van Evans' verlegen glimlach en het kuiltje in zijn kin krijgt iedere meelevende kijker een krop in de keel. Hij hanteert een eenvoudige leefwijze. Met zijn hond, zijn vrouw, enkele intimi, en de fiets vult hij zijn leven in. Evans heeft een kinderlijke fascinatie voor de strips van Kuifje. Volgens zijn vrouw is hij doodnormaal, maar krijgt hij simpelweg telkens hetzelfde beeld opgeplakt, omdat de wereld hem enkel tijdens de koers bezig ziet.

De Tourwinnaar heeft een aparte achtergrond. Hij groeide op in de Australische rimboe. In een natuurgebied waar nauwelijks iemand woonde, deed hij niets liever dan rondfietsen. Vandaar voelt hij zich niet op zijn gemak in drukke, stressvolle situaties. Daarom is zijn overwinning, na 21 dagen in een circus als de Tour, zeker en vast een overwinning op zichzelf.

© 2011 - StampMedia - Sander Carollo


Dit artikel werd gepubliceerd op Extrasport.be op 29/07/2011.