StampMedia-reporter Heleen Vanschoenwinkel gaat, een dag na het festival, na of de camping van Pukkelpop er proper bij ligt. Schrijver Jeroen Olyslaegers riep Pukkelpopgangers namelijk op hun camping niet te laten verworden tot wasteland. Maar helaas is dat exact wat er gebeurde.

Zondagnamiddag. Hordes jonge mensen verlaten gepakt en gezakt het kampeerterrein.
Het is moeilijk voor te stellen dat ze de enorme hoeveelheid aan kampeerspullen ook effectief nodig gehad hebben op vier dagen tijd. Nog verwonderlijker is dat er zoveel van waarde is achtergebleven. Zeker gezien alle bewustzijnsacties van de voorbije weken. Een typisch voorbeeld van de heersende festivalmentaliteit of een jammerlijke uiting van onze wegwerpmaatschappij?

Een jonge vrouw verlaat de camping en loopt naar haar ouders toe. Ze vertelt een warrig verhaal over hoe haar vrienden al hun spullen achtergelaten hebben en vertrokken zijn. Ze krijgt onmogelijk al die items alleen verzameld. Wanneer haar ouders aanstalten maken om haar te helpen, worden ze tegengehouden. De security is formeel, alleen festivalgangers mogen het terrein op. De vrouw is hier duidelijk niet mee opgezet en maakt zich kwaad. Twintig minuten later verschijnen moeder en dochter weer op het toneel. Ze slepen een groot wit zeil achter hen aan vol met festivalspullen. Dit is helaas geen losstaand geval. Het is alsof heel wat festivalgangers gewoon vertrekken zonder stil te staan bij wat ze achterlaten.

Wat later stopt er een auto op het grasveld voor de camping. Een man en een vrouw proberen tevergeefs binnen te geraken. Hun dochter heeft in alle haast haar tent achtergelaten. “We hebben geen 65 euro betaald om die tent hier nu te laten vernielen”, zegt de vrouw gepikeerd. Toch moeten ze niet met lege handen naar huis. Op het grasveld voor de camping staat nog een lichtjes gehavend exemplaar. Onder het motto ‘beter dan niets’ laden ze de tent in hun auto en rijden ze weg.

Trieste dans der tentjes

Wanneer de laatste festivalganger de camping verlaat wordt het terrein hermetisch afgesloten. In de verte waaien de tentjes, als een trieste dans over het terrein. Enkele vrijwilligers van de kringloopwinkel lopen tussen de rijen op zoek naar herbruikbare items. Volgend jaar worden die ’geredde’ spullen door de winkel verkocht, aan de nieuwe lading festivalgangers.

De hele middag proberen nieuwsgierige buurtbewoners door de barricades te gluren. Een oudere vrouw is naargeestig de nog bruikbare items aan het verzamelen. Met de Facebookoproep van Jeroen Olyslaegers in mijn achterhoofd spreek ik haar aan. Of ze misschien spullen aan het inzamelen is voor de vluchtelingen in Calais? “Het ligt hier toch maar, en ik kan het gebruiken”, is haar antwoord. Het is pas op dat moment dat ik een blik kan werpen op haar zojuist verworven buit. Een kampeerstoel, een matje, een slaapzak,... maar ook heel erg veel blikjes bier. Ik heb er niets tegen in te brengen.

Plaatsvervangende schaamte

De massale uittocht heeft ook zijn sporen nagelaten in de omliggende straten. Het is opvallend om zien hoeveel items de camping overleefd hebben om dan alsnog langs de straat te eindigen. Slaapzakken in alle kleuren en geuren, kampeerstoelen waarvan de meesten tiptop in orde zijn, tenten… Plots te zwaar om terug mee naar huis te nemen?

Ook de weg naar het station is bezaaid met afval. Een koppel zestigers fietst voorbij - hun afkeurende blikken spreken boekdelen. Een gevoel van plaatsvervangende schaamte overvalt me. Voor een generatie die er prat op gaat bewust te leven, ontdoen we ons toch graag van enige verantwoordelijkheid in een festivalcontext.

Afval creëert afval. Waarom de moeite doen om naar een afvalbak te lopen als je je leeggoed net zo goed op de grond kan laten vallen?

Bulldozers en pikdorsers

Onderweg kom ik een jongeman tegen die een gele afvalcontainer met zich meesleept. Een eenzame afvalheld, denk ik hoopvol. Tot ik mijn ogen over de inhoud van de gele afvalbak laat glijden. Een heel arsenaal aan kampeerspullen. Een ingenieuze manier om eenvoudig al je spullen te vervoeren. “Die afvalbak heb ik meegebracht van thuis”, zegt hij, wanneer ik hem vragend aankijk. Het is weinig geloofwaardig - zijn accent verraadt dat hij niet uit de buurt komt. De jongeman lacht en verdwijnt in de massa op het perron. Even later zie ik hem vanuit de verte de gele afvalbak de trein op duwen.

Wanneer ik terug aan de camping ben is het landschap veranderd. Waar voorheen een desolaat kampeerterrein lag zijn tractoren, bulldozers en pikdorsers druk in de weer om het achtergebleven vuil te vernietigen. Het is moeilijk te geloven dat op die korte tijd alle herbruikbare items meegenomen zijn. Menig tent en slaapmat zal uiteindelijk het onderspit hebben moeten delven tegen al dat bruut geweld.

© 2015 – StampMedia – tekst: Heleen Vanschoenwinkel, foto’s: Pieter Van Hooydonck


Dit artikel werd gepubliceerd door Deredactie.be op 24/08/2015