Als het over film gaat, denkt men meteen aan de regisseur. Maar hoe zit het met die andere man achter de schermen, de scenarist? Filmjournalist Niels Ruell ontfutselde Carl Joos, schrijver van 'Dossier K', enkele van zijn geheimen tijdens een salongesprek in 't Werkhuys in Borgerhout op 4 februari.

‘Dossier K’ speelt momenteel met veel succes in onze zalen. De film is gebaseerd op het boek van Jef Geeraerts, borduurt losjes verder op ‘De Zaak Alzheimer’ en brengt personages Vincke (Koen De Bouw) en Verstuyft (Werner De Smet) terug op het witte doek.
Dat de film er in zijn huidige vorm is gekomen, is geen evidentie. “We waren eerst van plan om een 10-delige televisiereeks te maken,” zegt Joos, “Maar dat zou een ander verhaal van Geeraerts zijn geweest, want het boek ‘Dossier K’ was te duur voor TV, onder andere door de scènes in Albanië.”

Moord voordoen

Carl Joos schreef een stuk of 12 versies van het script, voordat het verhaal verfilm werd. Dan sneuvelt er natuurlijk heel wat. “Er is een heel stuk liefdesverhaal weg en een aantal actiescènes werden vereenvoudigd. Er was bijvoorbeeld een scène waarin een plafondspiegel kapot geschoten werd, met als gevolg een regen van scherven. Dat zou erg memorabel zijn geweest, maar dat was budgettair en qua draaidagen moeilijk. Ik wilde ook een moord met een tuinschaar hebben; ik heb zelfs gedemonstreerd hoe het moest op Jan Verheyen,” zegt Joos lachend, “maar dat was weer moeilijk voor de special effects.”

De Kanun als poëzie

Voor het schrijven van het scenario verdiepte Carl Joos zich in de Kanun, het boek dat de regels van het Albanese gewoonterecht voorschrijft. Joos: “Elke wettekst, hoe droog ook, heeft een oorsprong. Er schemert door hoe het is gegroeid, wat mensen elkaar allemaal misdaan hebben. En dat is erg poëtisch. Er staan dingen in zoals hoeveel schoven hooi je aan je buur moet geven als je varken zijn gewassen beschadigt. Maar je hebt ook dingen die hier moeilijk liggen. Bijvoorbeeld, als een man trouwt krijgt hij een kogel mee van zijn schoonvader. Als zijn echtgenote ontrouw is, mag hij die kogel gebruiken. Dat staat haaks op onze wetten. Een ander problematisch gegeven is de bloedwraak. Dat staat centraal in de film.”

Pareltjes

Carl Joos gebruikte bronmateriaal van Jef Geeraerts, maar gaf een persoonlijke toets aan het verhaal. “Ik wilde Albanië transponeren naar Antwerpen,” legt Joos uit. “De huizen zijn het berglandschap. Een stad heeft ook holen, spelonken, hoogten. Je kan hoogte winnen en schuilen. Ik denk dat dat in de film zichtbaar is gebleven.” Soms doet een scenarist ook een dankbare vondst. “Ik had ontdekt dat in Albanië peterschap erg belangrijk is en dat de peter het haar van zijn petekind knipt. Dat staat niet in het boek, maar het is nu een belangrijk deel van de plotlijn van de film. Als schrijver zijn dat de snoepjes, de pareltjes.”

© 2010 – StampMedia – K. Laura Liems