Tubelight heeft op Genk on stage voor een vertrouwd geluid met een frisse insteek gezorgd. Codeïnerock; dat is hoe de bandleden hun genre het liefst omschrijven.
"We experimenteren met klanken en proberen een eigen geluidsmuur te maken, waarrond we vervolgens een "hypnotiserende" song schrijven", vertelt zanger en gitarist Lee Swinnen.
Lee Swinnen is de zoon van de Vlaamse rocker Guy Swinnen. Zijn vader stond zaterdag overigens op de Main Stage. Maar zijn muziek, noch The Scabs hebben Lee geïnspireerd. "We willen ons eigen ding doen en niet altijd in verband worden gebracht met de band van mijn vader", zegt Lee. "Ik ben opgegroeid met die muziek en wil wel eens wat anders doen."
Humo's Rock Rally
Tubelight zat een paar jaar geleden in de finale van Humo's Rock Rally. "De Rock Rally heeft zeker geholpen aan ons succes. Het biedt ons meer podiumkansen aan en dat is natuurlijk geweldig."
"Op Genk on stage spelen is ook supervet. We worden hier goed gesoigneerd", vinden de jongens.
The Strokes
De muziek van Tubelight wordt vaak vergeleken met die van The Strokes. "We hebben vroeger inderdaad een EP uitgebracht in de lijn van die groep, maar daar willen we ons nu graag van afzetten", reageert Swinnen. "We zijn een hongerige groep en baseren ons vooral op de klanken uit de 60's en 90's klanken. Die proberen we te combineren."
"Onze voorbeelden zijn The Velvet Underground en Spacemen 3. Daarnaast luisteren we veel naar singles van obscure garagebands om ook nieuwe stijlen te ontdekken."
Luid
Een andere karaktertrek van Tubelight is de luide klank. "Maar dat valt wel mee", vinden alle bandleden. "Onze specifieke sound komt alleen tot zijn recht als we op een hoger volume kunnen spelen. We spelen geen fluisterpop, want wat wij doen is harde Psychedelische rock."
"In cafés kunnen we natuurlijk niet op volume 11 spelen. Op een openluchtfestival zoals dit daarentegen kunnen we ons volume volledig open draaien. Pas dan komt deze band echt tot zijn recht."
© 2014 - StampMedia - Jules Sowka; foto's: Magali Merzougui
==
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 29/06/2014