(Apache) Het gehoor van jongeren is slechter geworden in vergelijking met vroeger. Dat konden we eerder deze maand lezen in De Standaard. Er is, zo meldde de Nederlandse Nationale Hoorstichting, zelfs sprake van een verontrustende evolutie. Waar of niet waar? De feitenchecker zocht het voor u uit.

De aanleiding:

Ruim vier op de vijf muziekspelers zoals mp3-spelers en telefoons kunnen te hard spelen. Vooral jongeren tussen de 12 en 25 luisteren vaak en lang naar muziek via hun hoofdtelefoon en lopen daardoor schade op aan hun gehoor. Volgens de Nederlandse Nationale Hoorstichting is er sprake van een verontrustende evolutie. “Het gehoor van veel jongeren is slechter geworden in vergelijking met vroeger”, zo viel begin december te lezen in De Standaard. Een begrijpelijke aanname, maar klópt het wel? En kan die bewering hard gemaakt worden met relevant cijfermateriaal?

En, klopt het?

De Nederlandse Nationale Hoorstichting spant zich in om gehoorschade bij jongeren als gevolg van harde muziek en lawaai tegen te gaan. Omdat de gehoorkwaliteit van jongeren slecht gedocumenteerd is, heeft de stichting in 2007 de website www.oorcheck.nl gelanceerd, waarop jongeren tussen de 12 en 25 jaar gratis hun gehoor kunnen testen. De testresultaten worden jaarlijks bijgehouden waardoor goed op te volgen is hoe de gehoorkwaliteit van Nederlandse jongeren evolueert.

Klassieke gehoortesten – waarbij de patiënt moet reageren op piepende geluiden – zijn weinig efficiënt op internet. Men kan het computervolume immers harder of zachter zetten, waardoor de testresultaten beïnvloed worden. De online Oorcheck is ontwikkeld door audiologen en bepaalt hoe goed iemand spraak kan horen in ruis. Er worden negen verschillende woorden gebruikt, die steeds te zien zijn op het scherm in een vierkant schema met de plaatjes van de negen woorden. De respondenten krijgen achtereenvolgens 27 keer gerandomiseerd één van deze negen woorden te horen. Per keer moet de respondent het plaatje van het gehoorde woord aanklikken. De decibelverhouding tussen spraak en ruis varieert telkens. Zo wordt het niveau van de woorden telkens met twee decibel verlaagd na een  juist antwoord en met twee decibel verhoogd na een foutieve respons.

Het onderzoek is wetenschappelijk gefundeerd. De data zijn verwerkt met het statistische analyseprogramma SPSS en de foutmarge is zo klein mogelijk gehouden.  Zo zijn er van de 45.350 gehoortesten die in 2012 afgenomen zijn, slechts 17.697 geanalyseerd. De respondenten met grote uitschieters in de responscurve, zijn systematisch geëlimineerd omdat “dit aanwijst dat de respondent de test afgenomen heeft in een lawaaiige omgeving of zich slecht geconcentreerd heeft”, zegt Kelly Coenen, projectmedewerker bij Nationale Hoorstichting.

De testresultaten van de 17.697 overgebleven cases zijn in drie categorieën onderverdeeld: goed(63,08%), onvoldoende(29,34%) en slecht(7,58%).  In 2007 was dit: goed (50%), onvoldoende (44%) en slecht(6%) Het aantal goede testen zou er volgens deze vergelijking op vooruit gegaan zijn, maar het onderzoeksrapport beklemtoont dat het pas zinvol is correct te vergelijken vanaf 2010 omdat in voorgaande jaren een andere antwoordschaal gebruikt werd. De vergelijking met recentere cijfers toont wél aan dat de gehoorkwaliteit erop achteruit gaat. In 2012 scoorde 37% van de deelnemende jongeren onvoldoende of slecht. In 2011 was dat 34% en twee jaar geleden ‘slechts’ 30%.

Bovendien is er een significant verschil gevonden tussen de leeftijdscategorieën. De jongste leeftijdscategorie (12-15) scoort het slechtst, gevolgd door de middelste (16-18) leeftijdscategorie en de oudste (19-24) leeftijdscategorie. De belangrijkste oorzaak van gehoorverlies op jonge leeftijd is volgens de onderzoekers het gevolg van harde muziek en lawaai.

Kunnen we ook een afname in de gehoorkwaliteit bij Belgische jongeren terugvinden? Neen. Of toch niet in officiële cijfers. Hoewel de Hoge Gezondheidsraad in 2009 reeds aangaf de gehoorschade bij jongeren in kaart te willen brengen, is er tot op heden geen vergelijkend cijfermateriaal beschikbaar. “Exacte cijfers zijn er niet, we geven enkel adviezen op basis van internationaal wetenschappelijk onderzoek”, zegt Wendy Lee van de Hoge Gezondheidsraad.

Dan maar even te rade gaan bij een ziekenhuis. De gespecialiseerde dienst Neus-Keel-Oor van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen(UZA) krijgt jaarlijks 550 à 600 consultaties met klachten van tinnitus. “Dat aantal blijft echter vrij stabiel over de jaren heen”, zegt audiologist Annick Gilles die haar doctoraat schreef over gehoorschade bij jongeren ten gevolge van recreationeel lawaai.

Het UZA noteert wél een stijging van het aantal mensen dat zich aanmeldt met lawaaitrauma’s op de spoeddienst. In 2009 was dit een dertigtal mensen, in 2010 58, in 2011 66,  in 2012 70 en voor 2013 staat de teller voorlopig op 68. De verhouding jongeren-ouderen is ongeveer gelijk. “Of het stijgend aantal gevallen op de spoeddienst te verklaren is door een effectieve toename in gehoorklachten is nog maar de vraag. Mogelijk speelt de media-aandacht ook een rol”, aldus Gilles.

Conclusie

Volgens de Nationale Hoorstichting gaat het steeds slechter met de gehoorkwaliteit bij jongeren, zo viel begin december te lezen in De Standaard. De stichting heeft in samenwerking met audiologen betrouwbare testen ontwikkeld op basis van het spraak-ruis-principe. De analyse is wetenschappelijk onderbouwd en houdt rekening met tekortkomingen in het onderzoek. De resultaten tonen aan dat 37 procent van de deelnemende jongeren in 2012 ‘onvoldoende’ of ‘slecht’ scoorde op de testen, terwijl dat in 2010 ‘slechts’ 30 procent was. De vergelijking maken met de jaren voorafgaand aan 2010 is niet relevant omdat toen een antwoordschaal gebruikt werd. Ook opmerkelijk: hoe jonger de respondenten, hoe slechter het gehoor. Ondanks het gebrek aan vergelijkend cijfermateriaal beschouwen we op basis van bovenstaande argumentering de stelling als: waar.

Suggesties voor de feitenchecker? Een adres: feitenchecker [at] apache.be

© 2013 - Apache - Jochen Veys