Internetcensuur boezemt mij als internetverslaafde angst in. Daar hebben wij als Belgen toch geen last van, denk je misschien. Inderdaad, in de Westerse vrije wereld kan je op het internet tot vandaag nog steeds naar hartenlust illegaal downloaden, politiekers bashen en naasten trollen.

Onze collega-internauten uit China, Iran of Noord-Korea hebben minder geluk en surfen dagelijks op een web dat helemaal niet zo wereldwijd is. Ondanks het feit dat we niet in een dictatuur leven, hebben we genoeg reden om schrik te hebben.

Het begon allemaal een tweetal jaar geleden toen de Amerikaanse soldaat Bradley Manning de klokkenluidersite Wikileaks inlichtte over de wandaden die het Amerikaanse leger in het Midden-Oosten beging. Kort daarna onthulde Wikileaks nog meer schandalen en geopolitieke machtsspelen. Dankzij een samenwerking tussen 's werelds grootste krantenredacties en de klokkenluiderwebsite mocht de wereld getuige zijn van wat er achter de schermen gebeurt: omkoopschandalen, duizenden verdoezelde burgerslachtoffers, verkrachtingen ... het is maar een greep uit de virtuele doos van Pandora die de wereld veranderde.

Maar als je denkt dat Wikileaks overheden transparanter heeft gemaakt, dan ben je eraan voor de moeite. Manning werd kort na de lekken opgepakt en brengt de rest van zijn leven waarschijnlijk in de cel door. Julian Assange, het brein achter Wikileaks, staat momenteel terecht voor seksuele intimiteiten in Zweden, maar de Amerikaanse overheid wil niets liever dan hem berechten in de Verenigde Staten voor het lekken van gevoelige informatie.

De bescherming van klokkenluiders en persvrijheid is heel belangrijk maar uiteindelijk heeft het weinig impact op mijn leven, laat staan op dat van de gemiddelde internaut. Maar de aanval op Branning en Assange is in feite een eerste stap naar een gecensureerd web onder leiding van de Amerikaanse overheid. In januari 2012 laaide het grootste online protest ooit op toen father state de Stop Online Piracy Act (SOPA) tot wet wilde stemmen. Dit wetsvoorstel was het product van de Amerikaanse entertainmentindustrie en had als voornaamste doel online piraterij aan te pakken. Een nobel doel, mocht dit wetsvoorstel geen macht geven aan de entertainmentindustrie om de internetverbinding af te sluiten van de modale gebruiker en websites zonder bevelschrift offline te halen. Niet enkel piratenwebsites zouden offline gehaald worden, ook websites zoals Facebook of Google, waar de gebruikers links posten naar illegale bestanden, zouden het slachtoffer zijn geweest. Maar grote internetbedrijven zoals Google en Wikipedia lieten samen met miljoenen internetgebruikers collectief hun stem horen en overtuigden de Amerikaanse politici om SOPA niet tot wet te stemmen. Overwinning aan de internet hivemind.

Hydra

Neen hoor, want net zoals het mythologische hydramonster dat een nieuw hoofd groeit wanneer je er eentje afhakt, maakte SOPA plaats voor de Anti-Counterfeiting Trade Agreement (ACTA), een internationaal verdrag om intellectueel eigendom te beschermen. Geen vuiltje aan de lucht mocht ACTA niet achter gesloten deuren opgesteld zijn door de Amerikaanse entertainmentindustrie, de farmaceutische industrie en elke andere sector die met namaak of piraterij te maken heeft. Geen enkel land mocht aanwezig zijn tijdens de gesprekken, maar ze moesten wel in januari het verdrag tekenen. Naast grote namaakbedrijven zouden ook kleine internetgebruikers gecriminaliseerd worden. De nieuwste aflevering van Game of Thrones door je torrent jagen zou je niet enkel een gigantische geldboete opleveren, je zou voor de rest van je leven geen internetverbinding meer mogen hebben. Ook alle websites die nog maar een link hebben naar illegale inhoud zouden gecensureerd worden. Gelukkig werd dit gedrag in april weggestemd in het Europees Parlement en kan de internetgebruiker terug opgelucht ademhalen.

Principieel is er niets met verdragen zoals ACTA en SOPA, want hoe je het ook draait of keert, het illegaal kopiëren en downloaden van muziek, films of boeken is broodroof. Het probleem ligt bij grote multinationals die achter gesloten deuren repressieve maatregelen willen doorvoeren en daarmee het democratisch proces omzeilen. Het internet heeft hun macht niet enkel tanende gemaakt, hun hele businessmodel staat op de helling. Jarenlang heeft de muziekindustrie geweigerd om de kracht van het internet te omarmen en is daardoor in een situatie beland waar de gebruiker makkelijk, snel en goedkoop entertainment wilt. Het is pas sinds Apple's muziekdienst iTunes dat de entertainmentindustrie muziek digitaal aanbiedt en het is door Spotify dat het streamen van muziek gemeengoed is geworden. De platenmaatschappijen hebben begrepen dat als je de toegang tot muziek te omslachtig maakt, je mensen naar illegale alternatieven duwt. Spotify en iTunes mogen misschien niet de inkomsten van weleer genereren, ze bereiken meer mensen dan ooit en zijn een volwaardig legaal alternatief op torrentwebsites.

Acroniemacrobaten

Maar ondanks deze positieve evoluties is de strijd nog niet gestreden, want de Verenigde Staten hebben weeral een nieuw acroniem klaarstaan genaamd CISPA. Deze Cyber Intelligence Sharing and Protection Act brengt ons bij de crux van het probleem: privacy en censuur. Het downloadgedrag van burgers controleren impliceert al een flinke schending van de privacy, maar CISPA gaat een stuk verder. Dit wetsvoorstel zou telecomoperatoren en zoekgiganten dwingen om al het internetverkeer te overhandigen van mensen die een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid. We hebben het hier niet enkel over een leger Chinese hackers, maar ook over jongeren die via Twitter of Facebook de acties van steunen van de online anarcho's Anonymous. Een 'Fuck you Obama-tweet' is dus niet langer onschuldig. CISPA zou de Amerikaanse overheid ook de macht geven om websites offline te halen die een bedreiging vormen voor de 'nationale veiligheid'. Dit gaat niet enkel over louche jihadi-websites, maar ook over Wikileaks die uiteindelijk niets meer doen dan gelekte documenten publiceren. Hoewel het nog niet zeker is of deze wet erdoor komt, is de National Security Agency (NSA) momenteel bezig met het bouwen van een ultrageheim spy center dat al het online- en telefoonverkeer kan controleren.

In Europa hebben we gelukkig genoeg democratische processen en inspraak om repressieve wetten een halt toe te roepen, maar na een halve eeuw is het duidelijk dat de Verenigde Staten graag grensoverschrijdend werken. Niet enkel de overheid, maar ook de entertainmentindustrie waant zich almachtig. Zij deinzen er niet voor terug om mensenrechten te negeren om hun businessmodel te redden.

'Privacy is dood' wordt wel eens gezegd en dat is misschien zo, maar ik wil zelf bepalen wat jullie mogen weten en wat niet.

© 2012 - StampMedia - Vincent Buyssens


Dit aopiniestuk werd gepubliceerd door Nieuws.be op 28/04/2012