HASSELT - Dit weekend strijken grafische straatartiesten vanuit heel Europa neer in Hasselt voor het Beyonderground-festival. Ook de grafisch ontwerper Mc. Bess zal op 26 en 27 april zijn werk tonen in Kunstencentrum België in de provinciehoofdstad.

Mc. Bess, van Franse afkomst, woont al enkele jaren in Londen en werkt er ten midden van de plaatselijke street art-scène. Hij hanteert een zeer uitgesproken stijl die doet denken aan de cartoons van de Fleischer Studios. Dit Amerikaans bedrijf produceerde in de jaren 20 en 30 van vorige eeuw enkele populaire tekenfilms als Bettie Boop en Popeye. De ouderwetse stijl van de gebroeders Fleischer combineert Mc. Bess met moderne elementen zoals elektrische gitaren en computers.

Jongeren voelen zich meer en meer aangetrokken tot street art, terwijl hedendaagse of moderne kunst op de achtergrond verdwijnt. Hoe komt dat?

“Lang geleden hebben artiesten kunst zeer abstract gemaakt. Zo ontstond de moderne en hedendaagse kunst. Ik voel me totaal niet verbonden met deze stromingen van gigantische complexe en bevreemdende werken.  De boodschap ervan is vaak niet duidelijk. Street art daarentegen is meer figuratief. De boodschap is gemakkelijk terug te vinden en het is to the point. Street art verwerkt ook bekende symbolen en voorwerpen uit het alledaags leven. Zo voelen mensen zich meer verbonden met de kunst.”

Vaak impliceert street art maatschappijkritiek of kritiek op een politieke situatie. Is het deze boodschap die jongeren meer aanspreekt?

“Er is er natuurlijk wel street art met politieke boodschappen, zoals Banksy. Spijtig genoeg is Banksy geen street art meer. Maar het gebrek aan een duidelijk politiek standpunt is net de sterkte van de meeste street art. Het geeft de kunst een zekere I don’t give a fuck-mentaliteit.”

Binnen street art worden figuren al eens op de korrel genomen. Dit staat in zwaar contrast met hedendaagse kunst, waar alles veel serieuzer is. Beïnvloedt dit de houding van jongeren tegenover beide kunstvormen?

“Kunst was tot voor kort een schilderij aan een witte muur en daardoor enkel weggelegd voor de rijken. De laatste twintig jaar komt hier, onder andere onder invloed van street art en graffiti, verandering in. Street art leeft op straat, waar iedereen het kan zien, zowel de jongeren als de high society.
Daarnaast bedrijven de artiesten hun kunst niet voor het geld. Het gaat om naambekendheid en mensen verrassen met hun kunst."

De groeiende populariteit van street art gaat gepaard met grote appreciatie van kunstcritici en verzamelaars. Zal de kunst op den duur verhuizen naar de musea?

“Uiteraard. Tien jaar geleden sprak men nog over vandalisme. Vandaag is street art dé kunststroom van de toekomst. Gelukkig blijft alles evolueren en blijven de artiesten zichzelf heruitvinden. Er zullen dus altijd werken blijven bestaan die de musea niet binnen mogen.”

Mocht street art in de museums terechtkomen, zullen de jongeren mee verhuizen of hun ding eerder op straat blijven zoeken?

“In een museum wordt kunst veilig gesteld. Een tentoonstelling in een museum betekent ook een imago boost. Het is echter zoveel leuker je te laten verrassen door kunst in een afgelegen hoekje. Ik weet het dus niet. Street art is fragiel. Het wordt beïnvloed door mogelijk vandalisme of door de weersomstandigheden. Die extra waarde krijg je nooit in een museum."

Populariteit brengt ook commercialisering met zich mee. Begint street art meer om centen te draaien dan rond de beleving van de kunst zelf?

“Voor sommige mensen is het inderdaad big business. Voor Sheppard Fairey bijvoorbeeld. Hij heeft personeel in dienst dat ontwerpen maakt en die verspreidt. Zijn kunst voert vooral propaganda tegen de rijke mensen die neer kijken op de middenklasse. Hij behoort echter zelf meer en meer tot de eerste groep. Je ziet zijn werk tegenwoordig meer in winkels dan op straat.”

© 2013 - StampMedia - Martijn Vandenborne


Dit artikel werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 25/04/2013
Dit artikel werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 25/04/2013
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Belang van Limburg - online op 25/04/2013
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 25/04/2013
Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 25/04/2013