Yannick verhuisde twaalf keer van instelling naar instelling. Of het was de leeftijdscategorie waar hij niet meer in paste, of de maximale opnameduur was bereikt.

“Het was best moeilijk om elke keer te maken te krijgen met nieuwe mensen en regels, vooral omdat ik wist dat ik ze na een bepaalde periode toch zou moeten vergeten als ik vertrok, zowel de mensen als de regels. Maar ik probeerde me zo goed mogelijk aan te passen aan de nieuwe omgeving – ik had ook geen andere keuze.”

“Mijn ervaring met jeugdzorg gaat ver terug. Normaal heb je ouders en een redelijk stabiele kring van vrienden en mensen die je vertrouwt. Op wie je kan terugvallen als je het moeilijk hebt. Van wie je weet dat ze er zullen zijn voor een lange tijd. Je leert wat vertrouwen betekent: 100 procent geloven in de eerlijkheid van iemand, omdat je hem of haar ook echt kent. Dat heb ik nooit gehad. Wanneer ik weer ergens terechtkwam, werd ik bijna gedwongen om die mensen in mijn hart toe te laten. Want als je het moeilijk hebt in de jeugdzorg heb je niet zomaar toegang tot ‘vrienden’. De andere jongeren in je leefgroep zitten er immers ook voor een reden, en vaak interesseert het de anderen niet eens wat je voelt. Sommigen proberen er wel voor je te zijn, op hen kan je toch een beetje terugvallen.”

“Vanaf het moment dat je verhuist, vaak naar een plek ver uit de buurt, verdwijnt het contact. Je probeert het nog wel te onderhouden via sociale media, maar de kans dat je die 'vrienden' ooit nog ziet, wordt kleiner naarmate je langer weg bent. En dan begint het opnieuw: contact maken. Vertrouwen? Voor mij is dat je verhaal doen aan iemand en hopen dat die dat voor de rest van je opname zal respecteren. Dat is niet altijd zo. Elke keer dat vertrouwen geschonden wordt, wordt het moeilijker om het een volgende keer weer op te brengen.”

“Vaak wist ik niet hoelang ik in een bepaalde voorziening zou zitten. Dat maakt het ontzettend moeilijk om te weten hoeveel vertrouwen je kan stellen in de personen daar. Want hoelang is dat vertrouwen relevant? Door de lange periode in de jeugdzorg heb ik het nu heel moeilijk om op een juiste manier contact te leggen. Hoe gedraag je je tegen iemand nieuw? Je wil dat die persoon weet waar je vandaan komt, maar je wil hem of haar ook niet overweldigen. Wat is de gepaste afstand? Vaak heb ik de neiging te snel te veel van mezelf vrij te geven. Heb ik iemand graag en wordt dat gevoel beantwoord, denk ik, dan gebeurt het dat ik beklemmend overkom. Want ik wil niet dat die persoon weggaat, het is net zo leuk. Maar het effect is natuurlijk averechts. Een vast netwerk, dat heb ik gemist in de jeugdzorg. Mensen die niet weggaan als jij verhuist en bij wie je je goed kan blijven voelen. Dát is de juiste instelling.”


Dit artikel werd gepubliceerd door Weliswaar op 15/09/2017

vorige volgende