De kunst van het derny rijden

ANTWERPEN - Na de Ronde van Frankrijk bieden heel wat bekende renners zich aan bij de zogenaamde 'na-Tourcriteriums'. Dat gebeurt ook in Antwerpen. Hier rijden de renners achter derny's. Wat is nu het geheim van het rijden achter een derny?

Het 15^de na-Tourcriterium van Antwerpen vond plaats op 31 juli 2013 en is zo'n gevestigde waarde geworden dat veel toeschouwers niet meer weten waar het criterium vandaan komt. Organisator Roland Descheemaecker brengt duidelijkheid. “We zijn destijds begonnen in Deurne. Toen won Ludo Dierckxens die op dat moment heel populair was. Dan zijn we naar Antwerpen gekomen en hadden we meteen Johan Museeuw als winnaar. Een stap vooruit”, vertelt Descheemaecker.

Sindsdien gaat het goed met het criterium. Met een live-uitzending op ATV en veel grote namen wordt het publiek gelokt naar de flanken van het Museum aan de Stroom. Maar de kracht van het criterium zit volgens Descheemaecker ook in het concept. “Derny is altijd iets speciaals. Renners rijden niet hetzelfde achter derny als in een gewoon criterium." Wat is er dan zo speciaal aan die dernymotoren?

Vroom, Mister Froome?

Tourwinnaar, Chris Froome, in Antwerpen aanwezig voor een bedrag van € 52.000, zo werd gefluisterd, kan er alvast niet veel over vertellen. “Ik reed nog nooit achter derny, wat het dus wel spannend maakt", vertelt de Keniaanse Brit. "Ik weet eigenlijk niet goed wat ik kan verwachten.”

Ook die andere topper uit de Ronde van Frankrijk, André Greipel, weet niet erg veel tips mee te geven. “Eigenlijk valt het wel mee qua zwaarte, maar je mag niet te snel rijden, want dan wordt het moeilijk." Al had Greipel nu ook niet bijster veel ervaring in het rijden achter derny. De Duitser reed voordien één keer achter de motorfiets.

Ervaring komt met de jaren

Dan maar naar een gevestigde waarde in Antwerpen, Sven Nys, wereldkampioen cyclocross en kersvers Belgisch Kampioen Mountainbike. “Je moet goed op het wiel durven rijden, goed uit de wind, want er worden heel hoge snelheden ontwikkeld." Een renner kan volgens Nys een talent hebben voor het rijden achter derny. “Al komt dat hier niet zo goed tot uiting. Daarvoor zijn de rondjes wat te kort.”

Tot slot gaan we ten rade bij Roland Liboton, volgens sommigen nog altijd de beste crosser uit de geschiedenis van de cyclocross. Zou hij echte ervaring hebben? “Ik heb het een paar keer gedaan. In het begin was het een beetje vreemd, maar na enkele malen was ik het gewoon."

Wat is volgens Liboton de definitie van een goede dernyrenner? “Zo’n renner moet vooral technisch goed zijn, geen schrik hebben en kort achter het wiel durven rijden. Dat is een pluspunt."

Zege

Naar wie ging uiteindelijk de zege in Antwerpen? Niet zoals gedacht naar Froome, maar wel naar André Greipel. Op de tweede plaats eindigde Kris Boeckmans, de derde plek was voor Johnny Hoogerland. “Zo bewijst Antwerpen dat de uitslag in een criterium niet altijd verwacht hoeft te zijn”, aldus Roland Descheemaecker.

Het debuut van Froome achter derny was voor de Brit niet zo’n succes. De gele trui eindigde pas vijfde. Liboton analyseert: “Ik vermoed dat Froome een beetje schrik had. Je zag hem in de bochten telkens enkele meters verliezen op de derny."