Even die nieuwe actie liken van dat goede doel of snel op attend klikken voor een protest. De nieuwe online generatie doet het liefst alles vanuit haar luie stoel. Het is luiwammes-activisme, wat deze jongeren uitvoeren, ook wel slacktivisme genoemd. Maar is het wel laksheid? Of toch een nieuw soort activisme?
Het is niet zo dat slacktivisme een nieuw concept is: al in de jaren ’70 ontstond de negatieve kijk op mensen die enkel ‘doen alsof’. Met de komst van internet en social media kreeg slacktivisme een nieuwe betekenis. De jongere generatie deelt, liket en neemt deel aan acties op Facebook. Echt ouderwets actie ondernemen, dat zit er volgens sommigen niet meer in.
Thomas Decreus, politiek losoof en mede-organisator van de SHAME- betoging, is ervan overtuigd dat lang niet elke vorm van slacktivisme passief hoeft te zijn. Met de SHAME-betoging kreeg hij in 2011 ruim 30.000 mensen in actie door een oproep op Facebook te plaatsen.
“Onder slacktivisme versta ik ook oproepen via internet om te gaan manifesteren en daadwerkelijk op straat te komen. Natuurlijk heb je ook luie vormen van protest, maar protest kan gaan van het ondertekenen van een petitie tot daadwerkelijk de straat opgaan en alles daartussen.”
“Als het enkel beperkt blijft tot een internetevent, ben je niet in staat om dingen te veranderen”
Decreus ziet vooral mogelijkheden in het online laten horen van je stem. Zonder de potentie van social media te verheerlijken, maakt het platform het volgens hem wel gemakkelijker om mensen bij elkaar te krijgen.
“Als je vroeger een betoging wilde organiseren, moest je dat doen via een organisatie die leden mobiliseerde. Nu kun je simpelweg een Facebookevenement aanmaken of een tweet versturen om mensen op een bepaalde plaats te krijgen.” De bestaande organisaties zijn daardoor niet langer nodig om mensen op de been te krijgen.
Slacktivisme als ultiem redmiddel voor actievoerders opvoeren is te vergaand, de trend heeft wel degelijk een negatieve kant. “Als het enkel beperkt blijft tot een internetevenement, ben je niet in staat dingen te veranderen. Het gaat om de combinatie van verschillende actiemogelijkheden”, merkt Decreus op.
Offline gefaald
Dat een actie online heel succesvol kan zijn maar offline toch weinig voorstelt, werd pijnlijk duidelijk tijdens het ‘NK-treinreizen in de spits’ vorig jaar. De actie werd georganiseerd nadat de Nederlandse overheid het plan opvatte studenten te weren uit de spits om overvolle treinen te voorkomen. Een groepje jongeren startte daarop een Facebookevenement om de situatie aan te kaarten. De actie werd zo succesvol dat meer dan 28.000 studenten in actie wilden komen. Desondanks waren er op de protestdag zelf slechts een handjevol studenten ook daadwerkelijk aanwezig.
“Het lijkt soms alsof sommige media studenten willen bestempelen als lui en verwend”
Hoe dit kon gebeuren, wijt Fritz Keijzer, een van de organisatoren, mede aan de organisatie zelf. “Het had misschien duidelijker moeten zijn wat precies de bedoeling was. Omdat kort van tevoren besloten werd wanneer de actie zou plaats vinden, was het voor ons moeilijk het concept een goede invulling te geven.”
De actie lijkt een typisch voorbeeld van slacktivisme. Maar Keijzer ziet het zo niet. “Het lijkt alsof sommige nieuwsmedia de studenten willen bestempelen als lui en verwend, dat ze niet op- komen voor hun rechten en alleen maar kunnen klikken op hun telefoon. Het is jammer dat door de teleurstellende opkomst dit beeld is neergezet, terwijl deze online actie zeker een bepaalde aandacht heeft gecreëerd. Daardoor is het doel van de actie alsnog behaald.”
Iedereen in Nederland had het immers over de studenten die niet meer in de spits mochten reizen. Wel of niet offline aanwezig, online hadden de jongelingen hun stem laten horen.
Dit artikel werd gepubliceerd door Newsmonkey op 07/07/2017