Niels en Jarrin van der Made zijn misschien wel de twee grootste Suske en Wiske-fans van België. Vader Niels telt 40 lentes en is al 34 jaar besmet met de magnifieke microbe die Suske en Wiske heet. Een erfelijke aandoening, want ook zoontje Jarrin is bezeten van de avonturen van Suske, Wiske, Tante Sidonia, Lambik en Jerom. Maar vader en zoon met dezelfde passie is niet altijd even gemakkelijk.
De rustieke voorgevel van een oud herenhuis in Antwerpen-Noord doet nergens vermoeden dat tussen deze vier muren het fantasieparadijs van Niels (40) en Jarrin (11) van der Made ligt. Het is onmogelijk om vader Niels niet meteen leuk te vinden. Misschien zijn het zijn Nederlandse roots. Of nog waarschijnlijker is het de flikkering in zijn ogen die meteen verraadt dat een deel van hem nooit helemaal volwassen is geworden.
Niels gidst me door het huis. Jarrin komt wat ongemakkelijk de keuken binnengeslopen en zet zich schoorvoetend naast zijn vader. Ik stel me voor en leg Jarrin kort uit dat ik graag met hem en zijn vader over Suske en Wiske wil praten. Dezelfde twinkeling die ik in de veertigjarige ogen van Niels zag, verschijnt plotseling onmiskenbaar in de ogen van de elfjarige Jarrin. Hij is al sinds zijn zes fan van de stripreeks. ”Mijn eerste album moet iets rond nummer 300 geweest zijn. Ik herinner me iets over het Atomium..”
Niels: Het Machtige Monument?
Jarrin: Ja, klopt! Ik wist nog dat het Atomium erin voorkwam. Dat moet ongeveer het eerste zijn geweest.
Niels: Dat heb ik voorgelezen hé. Toen kon jij nog niet eens lezen.
Op aanvraag, of een idee van papa?
Niels (glimlacht): Het zal wel mijn idee zijn geweest. Maar ik denk dat het een succes was, anders was ik er niet mee doorgegaan.
En het eerste album van de vader?
Jarrin: De Perenprins!
Niels: Ja, bij mij begon het wel anders dan bij Jarrin. Niemand heeft voorgelezen. Allez, toch nooit Suske en Wiske. De precieze geschiedenis herinner ik me niet meer, maar ik ben ooit, op een of andere magische wijze, aan een album geraakt. Dat moet ergens begin jaren tachtig van de vorige eeuw geweest zijn.
De Perenprins en Het Laatste Dwaallicht waren de eerste die ik heb gelezen. En op de een of andere manier ben ik toen verknocht geraakt. Nu ik erover nadenk, zal dat rond dezelfde tijd zijn geweest dat er op de Nederlandse televisie een poppenserie verscheen over Suske en Wiske.
Jarrin (zingt): Suske en Wiske en Tante Sidonia en dan natuurlijk Lambik en Jerom.
Niels: Die reeks en dat deuntje hebben in Nederland ervoor gezorgd dat Suske en Wiske definitief zijn doorgebroken. Er was toen zelfs een heuse Suske en Wiske-hype!
Hebben jullie dezelfde favoriete albums?
Niels en Jarrin: Neen! (lachen allebei uitbundig)
Niels de traditionele en Jarrin de nieuwere lijkt mij dan logisch?
Jarrin: Nee, toch niet helemaal. Mijn lievelingsalbums zijn meestal van tekenaar Luc Morjaeu.
Niels: Toch ook van Marc Verhaegen?!
Jarrin: Oh ja. Die ook natuurlijk. Ik denk dat Big Mother dan zo ongeveer de beste is. Album 271. (In Big Mother proberen Wiske en Lambik een miljoenenbedrag op te strijken door de bekende televisieshow Big Mother te winnen. Het album is doorspekt met woordspelingen uit de, toen, populaire cultuur, nvdr.)
Niels: Dat was dan net een album uit de periode dat ik heb afgehaakt.
Spijt?
Niels: Ik heb geen spijt (glimlacht). Je moet begrijpen dat er verschillende tekenaars Willy Vandersteen zijn opgevolgd. Na de grootmeester kwam Paul Geerts, hij werd opgevolgd door Marc Verhaegen. Die laatste werd tien jaar geleden ontslagen, waarop een nieuwe ploeg kwam met Luc Morjaeu als hoofdtekenaar. Ik ben waarschijnlijk niet de enige die in de periode van Marc Verhaegen even is gestopt met zijn obsessie. Verhaegen had nogal een eigenzinnige manier van verhalen vertellen. Hij verwerkte er heel ingewikkelde plots in, met vreemde wendingen en..
Jarrin: Zo gek was Big Mother toch niet?
Niels: Toch wel hoor. Dat album zit boordevol verwijzingen waar ik niets van begrijp. De personages doen handelingen waar ik kop noch staart aan krijg. En dan beginnen Suske en Wiske plots te zingen.
Jarrin: Da’s toch leuk! In films zie je dat ook..
Niels: Hij heeft dan op een bepaald moment geprobeerd om fantasy-elementen in de verhaallijn te integreren. Daarnaast heeft hij ook Suske en Wiske volledig gerestyled. Wiske met een naveltruitje, Suske met een lange, kaki broek met veel zakken. Het idee erachter was dat Suske en Wiske met hun tijd moesten meegaan. Intussen heeft Luc Morjaeu al een groot deel van die ‘vernieuwing’ teruggedraaid.
Jarrin: Ik vind niet dat dat ‘met je tijd meegaan is’. Ik draag nu toch ook geen broeken met keiveel zakken.
Niels: Ik denk dat daar een groot aantal lezers verloren zijn gegaan. Nu, een aantal van die albums, want die staan hier boven wel in de kast, zijn Jarrins favorieten. Zeker niet die van mij!
Jarrin, waarom vind jij ze dan wél leuk?
Jarrin: Ik heb het dan vooral over albums als Big Mother. Die zijn gewoon heel leuk. Die zijn grappiger, spannender. En er gebeuren de hele tijd onverwachte dingen.
Niels: Ik vind vooral de poging om daar fantasy in te brengen heel ongelukkig. Er zijn een paar verhalen waarin ze bijvoorbeeld verwijzen naar Harry Potter en The Hobbit. Maar Jarrin vindt die verwijzingen naar hedendaagse cultuur precies toch wel leuk. Op de een of andere manier.
Terwijl ik de klassieke setting veel liever lees: verhalen waar Sus en Wis naar de Middeleeuwen gaan, daar alle problemen oplossen, Lambik die dan weer iets doms doet, Jerom die het oplost met zijn spieren, …
Kinderen in de jaren tachtig waren helemaal wild van Suske en Wiske. Hoe verklaart u dat succes?
Niels: In ‘onze tijd’ had je als kind niet veel keuze. Of je las een boek, of je keek tv. Maar in die tijd kon je niet voortdurend naar televisie kijken, want er waren gewoon niet genoeg kinderprogramma’s op de buis. Als het even mee zat, konden we op woensdagnamiddag en misschien op zaterdag programma’s kijken die gemaakt waren voor onze leeftijd. Maar dan hield het ook op! Terwijl je nu dag en nacht naar zulke shows kunt zien. Zelfs op drie, vier schermen tegelijk! Televisie kijken, meteen ook op de laptop een game spelen en dan nog chatten met vrienden.
Je kunt strips intussen op tablet downloaden. Is dat geen oplossing?
Jarrin: Nee, dat is niet hetzelfde.. (denkt na)
Niels: Gevoel! Een heel ander gevoel. Er zijn inderdaad heel wat pogingen geweest om Suske en Wiske te digitaliseren. Om dat gevoel over te brengen op het scherm. Maar ik geloof niet dat die pogingen succesvol waren. Ik wil een strip of boek kunnen vastpakken. Ik lees ze niet alleen graag, maar verzamel ook strips. Een tablet zet je niet in de kast hé!
Suske en Wiske verkoopt nog steeds best aardig. Als je de Boeken Top 10 bekijkt, staan de grote strips van Standaard Uitgeverij er altijd bij. Dan heb ik het over De Kampioenen, De Kiekeboes en daarachter meestal Suske en Wiske. Dus het is nog altijd interessant om Suske en Wiske uit te geven. Met Amoras hebben ze wel een enorme slag geslagen. Dat was een groot succes. Maar Amoras werd ook erg gehypet, daar zat een gigantische marketingmachine achter.
Wat vinden jullie van Amoras? Boordevol geweld, vloeken, zelfs seks. Een groter contrast met de ‘oude’ Suske en Wiske is moeilijk denkbaar.
Jarrin: Fantastisch! De tekenaar van Amoras, Charel Cambré, is mijn lievelingstekenaar. Hij heeft ook Jump en Albert & co getekend. Dat zijn mijn andere lievelingsreeksen. Ik zou het niet erg vinden als ze vanaf vandaag zouden stoppen met Suske en Wiske. Zolang ze maar Amoras blijven maken! Maar papa zou het wel erg vinden, denk ik.
Niels: Inderdaad. Suske en Wiske vervangen is onmogelijk. Maar ik vind Amoras ook geweldig hoor. Het is heel knap om te zien wat een andere tekenaar en scenarist met diezelfde karakters kunnen doen. En toch blijven ze herkenbaar. Er komen ook uitspraken in die typisch zijn voor de personages.
Jarrin: Hoezo, uitspraken die typisch zijn?
Niels: Lambik zegt bijvoorbeeld nog steeds ‘Miljaaaar’ als hij iets doms doet.
Jarrin: Maar Suske heeft wel een paar keer ‘fuck’ gezegd!
Op 10 december verscheen ‘Sterrenrood’, album nummer 328 van Suske en Wiske. Voor het vijfde album in de reeks Amoras, ‘Wiske’, is het nog wachten tot 19 mei 2015. |
© 2014 – StampMedia – Martijn Goethals
Dit artikel werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 26/12/2014