Het conflict in Gaza heeft zich in heel de wereld laten voelen. Hevige tegenstanders van het Israëlische geweld groepeerden zich, maar ook medestanders van Israël lieten zich niet onbetuigd. Ook in Antwerpen werd er gemanifesteerd, zoals op de veel besproken betoging van 31 december 2008.
Deze betoging werd georganiseerd door de Arabisch Europese Liga. Na de opheffing van deze manifestatie zorgde een ongeorganiseerde groep jongeren echter voor rellen: auto’s werden vernield en ruiten stukgeslagen. Er werden vragen gesteld bij het nut van een betoging in Antwerpen voor een oorlog die in Gaza plaatsvindt.
Mohamed Chakkar van de Federatie voor Marokkaanse Verenigingen vindt elk protest tegen de Israëlische agressie goed, maar denkt niet dat een betoging in Antwerpen veel helpt. “Bij internationale conflicten moet je protesteren aan een machtscentrum en dat is in Brussel, aan het Europees of het Belgisch Parlement, aan de ambassade van Israël, Egypte of Amerika,” stelt hij. “Kijk naar de grote betoging van 11 januari 2009 in Brussel, die trok 70.000 mensen. Dan laat je je stem pas krachtig horen. Alle grote media hebben erover bericht en er ontstond in de wereld een grote loyaliteitsgolf voor de Palestijnen.” Chakkar vindt het echter spijtig dat bij de Antwerpse betogingen de oproep enkel uitging naar de allochtone gemeenschap. “Ik heb een beetje de indruk dat het de autochtone gemeenschap niet interesseert,” zegt Chakkar. “We moeten een oproep doen naar iedereen die vindt dat wat er in Gaza gebeurt niet kan. Op die manier kan je voor meer solidariteit zorgen. Alleen de moslimgemeenschap is niet genoeg.”
De AEL
De pro-Palestijnse betoging in Antwerpen van 31 december 2008, ging niet uit van de moslimgemeenschap, maar van de AEL. “Dat is een belangrijke nuance,” benadrukt Chakkar. “De moslimgemeenschap bestaat niet, zoals de christelijke gemeenschap niet bestaat. De AEL representeert niet de moslimgemeenschap en pretendeert dat ook niet.” De AEL kreeg in de media heel wat aandacht na de rellen van eind december. “Maar eigenlijk zijn het slechts enkele mensen met een extreme visie die voor die rellen zorgden. De meeste mensen zijn daar niet voor te vinden,” stelt Michael Freilich, hoofdredacteur van Joods Actueel vast. Volgens hem is de AEL er enkel om te provoceren. “Er zijn zoveel andere problemen in de wereld en de Arabische landen waar de AEL zich nooit over uitspreekt,” zegt hij. “Ook hier zijn er maatschappelijke problemen in de moslimgemeenschap zoals werkloosheid, integratie, het hoofddoekendebat. Daar hebben we de AEL niet gehoord. Enkel als het om Israël gaat, komen ze buiten.” (De AEL maakt o.a. deel uit van BOEH, Baas Over Eigen Hoofd, een organisatie die ijvert voor de vrije keuze van het al of niet dragen van een hoofddoek, nvdr.)
Lucas, een 15-jarige Marokkaanse jongen, betoogde mee in december. “Dat de AEL betogingen organiseert om hun ongenoegen over het geweld in Gaza te uiten vind ik een goede actie, maar het is spijtig dat er nadien rellen zijn ontstaan,” zegt hij. “De rellen hadden niets met de betoging te maken. Ze werden aangestoken door enkele jongeren die hier hun kans zagen om geweld te gebruiken en te stelen.” Volgens Jonas (16, Marokkaan) doen die jongeren dat omdat in Gaza ook alles vernield wordt. Mohamed Chakkar benadrukt ook dat het gewoon hooligans waren. “Daar heeft iedereen last van,” zegt hij. “De moslims op de eerste plaats. De organisatoren van de betoging ook, want men spreekt meer over de rellen dan over de betoging.”
Door dit voorval wilde het stadsbestuur garanties voor de volgende betoging die de AEL aanvroeg op 10 januari. Het stadsbestuur wilde o.a. een interne ordedienst verzekeren en daarvoor vroeg ze een lijst met 100 namen. De AEL vond dat een schending van de privacy en trok ermee naar de Raad van State, maar kreeg ongelijk. Volgens Chakkar moet een organisatie van een betoging sowieso zelf zijn voorzorgen nemen. “Je kan natuurlijk niet alles voorzien, maar het stadsbestuur hoeft zich daarbij niet te moeien door lijsten met naam en toenaam te vragen. Dat maakt betogen onmogelijk,” stelt Chakkar. “Niemand is bereid namen te geven uit schrik verantwoordelijk te worden gesteld.” Het is volgens Chakkar bovendien niet zo dat er in Antwerpen elke dag betogingen en rellen zijn. “Na de betoging van 31 december waren er amper achttien relschoppers.” De angst versterken, maakt volgens hem de kloof tussen allochtonen en autochtonen alleen maar dieper.
Twee gemeenschappen
Volgens Michael Freilich is een dialoog opstarten tussen de Joodse gemeenschap en de moslimgemeenschap een beter idee dan betogen. “We moeten gezamenlijk een standpunt formuleren,” zegt Freilich. “Het zou mooi zijn als wij aan de strijdende partijen in het Midden-Oosten een voorbeeld kunnen geven en laten zien dat in Antwerpen beide gemeenschappen wel kunnen samenkomen. Dat zou een veel sterker signaal zijn dan elke dag op straat komen.” Op 5 januari riepen Freilich en Open Vld-politicus Hicham El Mzairh daartoe op. In zijn eigen gemeenschap kreeg Freilich positieve reacties. “Hicham heeft echter veel bedreigingen gekregen,” zegt Freilich. “Dat toont aan dat terwijl de Joodse gemeenschap openstaat voor dialoog, veel mensen in de moslimgemeenschap het niet eens zien zitten om met ons rond de tafel te komen.”
“Dat Hicham dat doet, is volgens mij pure profilering. El Mzairh staat voor een politieke partij. Dat kun je niet vergelijken met ons,” benadrukt Mohamed Chakkar. “Ik wil wel duidelijk stellen dat ik tegen elk incident met de Joodse gemeenschap ben, maar dat wil niet zeggen dat we elkaar gaan omarmen,” zegt Chakkar. “Het lijkt wel of het aan de moslims is om te zeggen dat ze vrede willen. Ik voel me niet aangesproken. Als iemand zoals Michael Freilich zegt dat hij honderd procent achter de Israëlische politiek staat, hoe kun je dan zeggen dat je samen vrede wilt? Er werden mensen op zeer lafhartige manier afgeslacht, er werden mensen omsingeld en gebombardeerd. Ik stond er echt van verbaasd hoe ver een mens kan gaan in gruwel en vernietiging. Freilich is een vertolker van het zionistisch regime en tussen de zionisten en het FMV gaapt een diepe kloof die op dit moment onoverbrugbaar is.” Met anti-zionistische groepen uit de Joodse gemeenschap stelt dat probleem zich volgens Chakkar echter niet.
Beschuldigingen
In pro-Palestijnse betogingen leek het vaak of de Antwerpse Joodse gemeenschap beschuldigd werd voor wat de Israëli’s in Gaza deden. “Niet iedereen maakt die fout,” zegt Michael Freilich, “maar spijtig genoeg komen de beschuldigingen vaak uit de hoek van de moslimgemeenschap. Dat zie je aan leuzen op manifestaties”. Freilich benadrukt dat hoewel de Joden zich emotioneel verbonden voelen met Israël, ze daarom nog niet verantwoordelijk zijn voor wat er in Gaza gebeurde. “Het gaat hier niet om een conflict tussen de Joodse en de Arabische gemeenschap, maar om een conflict tussen twee landen, Israël en Palestina.”
Lucas vertelt dat zijn houding tegenover de Joden in Antwerpen neutraal is, zowel vroeger als nu. “Binnen de Joodse gemeenschap zijn de meningen bovendien ook verdeeld. Er zijn Joden die Israël steunen, maar er zijn er evengoed die het offensief in Gaza niet goedkeuren,” verduidelijkt hij. Ook Roel, een Marokkaanse jongen van 17 jaar, veranderde zijn houding tegenover de Antwerpse Joden niet. “Als ik voorbij een Jood loop, denk ik wel aan het conflict, maar zij hebben er uiteindelijk niets mee te maken. Het conflict speelt zich in Gaza af en niet hier,” besluit hij.
Gaza in de media
De media hebben dagelijks bericht over de toestand in Gaza, maar de manier waarop roept vragen op. De Vlaamse media tonen volgens Freilich maar één kant. “Israël wordt van alle kwaad beschuldigd,” zegt hij. Ook de debatten op de Vlaamse televisie over het conflict verlopen volgens hem niet neutraal. Freilich vraagt zich bovendien af waarom het conflict in Gaza nu meer in de media komt dan andere conflicten in de wereld. “Er zijn relatief weinig doden gevallen in Gaza (ongeveer 1.300, waarvan de helft burgers, nvdr),” gaat hij verder. Hij vergelijkt met de oorlog van Rusland tegen Tsjetsjenië waar honderdduizend doden vielen en waarover niets in het nieuws kwam. “Vorig jaar was er een Palestijns vluchtelingenkamp dat werd gebombardeerd door Libanese soldaten, maar dat haalde de kranten ook niet,” gaat hij verder. (Dat gebeurde wel, o.a. in De Standaard van 21 mei 2007, nvdr.)
Mohamed Chakkar vindt ook dat de Vlaamse media het conflict niet volledig belicht hebben. “Ze geven minuscule informatie over Palestina, soms zelfs desinformatie,” zegt hij. “Ik zie ook dat mensen die een kritische mening hebben over het conflict, zoals Lucas Catherine bijvoorbeeld, min of meer geboycot worden door de media,” gaat Chakkar verder. Stany, een 27-jarige Marokkaanse jongeman, benadrukt bovendien dat er een groot verschil is in de beelden die de autochtonen en de allochtonen hier te zien krijgen. “Veel allochtonen hebben satelliettelevisie,” vertelt hij. “Al-Jazeera geeft de hele dag door informatie over de oorlog. Ze laten bovendien ook mensen van Hamas aan het woord.” Volgens Stany is er veel vijandschap in Israël die hier niet gezien wordt. “Hamas zegt dat de Israëli’s opzettelijk veel burgers hebben getroffen. Dat wordt bevestigd door buitenlanders die er werken.”
(On)rechtvaardigheid
Op de vraag waarom er oorlog heerst tussen Israël en Palestina is geen snel en duidelijk antwoord te formuleren. Ook of het offensief van Israël de juiste actie was, doet mensen nadenken. Volgens Michael Freilich had Israël geen andere keuze dan op deze manier te reageren. “Het verhaal in Gaza is al acht jaar aan de gang,” vertelt hij. “Israël heeft de Palestijnen gewaarschuwd om te stoppen met raketbeschietingen. Zelfs een week voor het offensief begon, heeft Israëlisch premier Olmert Hamas een laatste keer zeer fel gewaarschuwd.” Freilich stelt dat een land de taak heeft om zijn bevolking te beschermen. “Zuid-Israël was verlamd door de situatie. De bevolking kon er geen normaal leven meer leiden. Het is waar dat er in Israël niet zoveel mensen gestorven zijn als in Palestina, maar dat komt omdat de staat maatregelen had getroffen door o.a. scholen en fabrieken te sluiten. Ook zaten tienduizenden mensen opgesloten in ondergrondse bunkers,” verduidelijkt hij.
Om de onrechtvaardigheid van de hele situatie te bewijzen, verwijst Stany, een 27-jarige Marokkaanse jongen, naar de geschiedenis. “De Palestijnen hebben de Joden geholpen en in hun land verwelkomd toen ze in Europa vervolgd werden,” vertelt hij. “Mede door de Verenigde Staten zijn de Joden economisch sterk geworden. Op de duur wilden ze onder druk van de Britten stukken van Palestina veroveren. De Palestijnen lieten dat niet toe en de Britten zijn dan oorlog beginnen voeren om de Joden toch een eigen staat te geven. Israël is er op een gedwongen manier gekomen,” gaat Stany verder. “Hamas zegt nu: jullie hebben al zoveel van ons afgepakt, dus blijf nu weg uit ons gebied en open de grenzen zodat de Palestijnen weer kunnen gaan werken en er levensmiddelen kunnen worden aangevoerd.” De mensen in Gaza zitten opgesloten en kunnen niet naar hun familie op de Westelijke Jordaanoever. Dat is volgens Stany de reden waarom Hamas strijdt. “De grenzen moeten open en de Joden moeten stoppen met baas te willen spelen op Palestijns grondgebied.”
Chakkar is het niet eens met Hamas. “Maar,” zegt hij, “Hamas is verkozen en Hamas is de enige organisatie die zich verzet en zijn burgers beschermt.” Dat is ook wat Stany zegt: “Hamas wordt hier gezien als een terroristische organisatie, maar in de Arabische landen wordt het beschouwd als een verzetsorganisatie. Voor hen, en ook voor de moslimgemeenschap hier, zijn het vrijheidsstrijders. Hamas werd tijdens democratische verkiezingen met tachtig procent van de stemmen verkozen.”
Een oplossing?
Na drie weken oorlog kondigden zowel Israël als Hamas op 18 januari 2009 een eenzijdig bestand af, wat een voorlopig einde van de ellende in Gaza betekende. Sindsdien zijn de Arabische, Europese en Amerikaanse leiders samen met de secretaris-generaal van de VN Ban Ki-moon op zoek naar een akkoord om het bestand te laten duren. Aan Palestijnse zijde gaan stemmen op voor een eenheidsregering bij de komende verkiezingen.
“De komende maanden moeten we proberen om tot een akkoord te komen,” zegt Freilich. “Het grote probleem is echter dat Hamas Israël niet erkent. Het is dan ook heel moeilijk om met hen te onderhandelen.” De Palestijnen zijn bovendien onderling verdeeld. Er is Fatah van Mamhoud Abbas en er is Hamas. “Fatah erkent Israël, dus ik denk dat Israël moet beginnen om met hen te praten,” zegt Freilich. Bovendien zegt Freilich dat de haat tegen de Joden altijd al bestaan heeft. “Er is maar één Joodse staat en meer dan tachtig Arabische landen waarin moslims de meerderheid vormen. De meeste Arabische landen erkennen de staat Israël ook niet. Ze kunnen Israël niet uitstaan omdat het een redelijk klein land is en toch vrij Westers georiënteerd, democratisch en economisch sterk,” vertelt hij.
“Joden en Arabieren zijn geen water en vuur, zoals vaak aangenomen wordt,” zegt Mohamed Chakkar. “Anti-semitisme is in het Westen ontstaan, niet in de Arabisch-islamitische wereld. Er wonen heel veel Joden in de Arabische wereld, met hen samenleven is voor ons niet vreemd. In Marokko worden zij als minderheid zelfs beschermd. Het is enkel het zionistische regime dat voor de kloof zorgt.” Volgens Mohamed Chakkar is er geen oplossing voor Gaza zolang er een extremistisch-ideologisch regime heerst in Israël. “Het is een ideologie die gebaseerd is op zuiverheid en dat is een zeer gevaarlijke ideologie,” vertelt hij. “De Israëli’s hebben de Palestijnen ontmenselijkt. Hoe kun je anders bewust kinderen en burgerhuizen beschieten?” Chakkar benadrukt verder dat Israël naar niemand luistert. “Ze hebben veertig à vijftig VN-resoluties aan hun laars gelapt,” zegt hij. “Op een oorlog die gevoed wordt door nationalisme en religie is volgens mij maar één antwoord: een internationale boycot van Israël, politiek en economisch.”
De Belgische regering
De Belgische regering heeft zich niet expliciet uitgesproken over Gaza. Israël is bovendien een belangrijke handelspartner van België. “Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht zegt de harde aanpak van Israël veroordelen, maar België blijft een vriend van Israël,” zegt Michael Freilich. Mohamed Chakkar ziet het anders. “België is de rechterhand van Israël en levert hen wapens. Op die manier zijn ze eigenlijk medeplichtig want ze hebben de slachting mee gefinancierd,” zegt hij. “Voor Palestina is er geen steun van de Belgische regering,” gaat Chakkar verder. “Niemand durft echter iets te zeggen want de zionistische lobby is heel machtig.” Stany heeft ongeveer dezelfde mening. “De Belgische regering zegt wel ‘ocharme Palestina’, maar tegelijkertijd levert ze wapens aan Israël. De Belgische regering is hypocriet en ze is niet alleen. Als de VS Israël blijven steunen, zullen de Israëli’s koppig blijven en niet willen luisteren,” besluit Stany.
Noot: de namen van de jonge getuigen zijn op eigen verzoek gewijzigd.
© 2009 – StampMedia – Astrid Boost & Maja Cools
Israël vs Hamas: het conflict toegelicht
Het Israëlisch offensief in Gaza dat op 27 december 2008 begon, was bedoeld om een einde te maken aan de raketaanvallen van Hamas vanuit de Gazastrook op het zuiden van Israël. De oorlog tussen Israël en Hamas is het zoveelste conflict in de regio sinds de oprichting van de staat Israël in 1948.
Het aantal Palestijnse doden liep in drie weken tijd op tot ongeveer 1.300. Meer dan 5.300 mensen raakten gewond. Onder de slachtoffers zijn heel wat kinderen. Aan Israëlische kant vielen dertien doden, waaronder drie burgers.
Aanleiding Israëlisch offensief 2008
Het Israëlische offensief in Gaza dook niet op uit het niets. In de laatste acht jaar, sinds de tweede ‘intifada’ of Palestijnse opstand van 2000-2005, heeft de radicaal-islamitische militante groepering Hamas zevenduizend geïmproviseerde raketten afgeschoten op Israël. Deze projectielen maakten 27 dodelijke slachtoffers.
Achttien maanden voor de aanval op Gaza had Israël al een economische blokkade afgekondigd. Dat deed Israël als reactie nadat Hamas in januari 2006 de transparante en democratische verkiezingen had gewonnen. Het Westen – onder leiding van de Verenigde Staten – legde de nieuw verkozen regering economische en politieke sancties op. Het internationale embargo werd gevolgd door een heftige interne Palestijnse strijd tussen de twee grootste politieke partijen, Hamas en Fatah. Een interventie van de VS in juni 2007 leidde tot de overwinning van Hamas op Fatah. Op een gewelddadige manier nam Hamas de controle over Gaza over. Door de economische blokkade van Israël werd Gaza volledig geïsoleerd van de buitenwereld.
Volgens velen, ook in Israël, was de oorlog tegen Hamas in Gaza ook een revanche voor het fout gelopen offensief in Libanon. Na een aanval op een Israëlische patrouille op zijn grondgebied, begon Israël in juli 2006 een oorlog tegen de sjiitische Hezbollah in Zuid-Libanon. (Het sjiisme is één van de twee grote ideologische stromingen binnen de islam, naast het soennisme, nvdr) De oorlog kwam na 33 dagen tot een einde. Hezbollah riep zichzelf uit tot winnaar en Israël bleef achter met een kater.
Drie weken oorlog in Gaza
Op zaterdag 27 december 2008 ontstaat er paniek in Gaza. Israël begint met een grootscheepse aanval om Hamas uit te schakelen. Israëlische raketten slaan in op dichtbevolkte woongebieden. Ziekenhuizen kunnen het aantal gewonden nauwelijks aan.
Tien dagen later, op 6 januari 2009, bombardeert Israël het vluchtelingenkamp van Jabiliya, vlak naast een VN-school, in het noorden van de Gazastrook. Het gebouw wordt daarbij geraakt en er vallen slachtoffers in de school. De hele internationale gemeenschap reageert verontwaardigd. Israël kondigt de dag erna een tijdelijk bestand aan: om de twee dagen zullen de wapens drie uur worden neergelegd voor een ‘humanitaire corridor’. Daardoor kunnen humanitaire organisaties gewonden verzorgen, doden begraven en levensmiddelen inslaan. Vanuit verschillende hoeken wordt er opgeroepen tot vrede. Diezelfde dag wordt een Frans-Egyptisch vredesinitiatief voorgesteld, waarbij men een onmiddellijk staakt-het-vuren eist, de beveiliging van de Egyptische grens om herbewapening door Hamas te voorkomen en gesprekken om tot een Palestijnse regering te komen. Aanvankelijk waren de reacties op een dergelijk initiatief positief, maar toch kwam er geen einde aan de oorlog.
Op 9 januari stellen de Verenigde Naties een resolutie voor die ook oproept tot een onmiddellijk staakt-het-vuren. Israël verwerpt de resolutie want het land wil pas stoppen als ze de raketbeschietingen vanuit Gaza kunnen beëindigen en als Hamas geen wapens meer via Egypte binnensmokkelt. Hamas is het ook niet eens met de VN-resolutie omdat ze niet hebben deelgenomen aan het overleg. Zij willen de beschietingen pas staken als de blokkade van de grensovergangen van Gaza helemaal wordt opgeheven. De dag nadien trekt Israël Gaza-Stad binnen. Hoewel volgens Israëlisch premier Ehud Olmert de 'doelen binnen bereik zijn', blijven ze het offensief verder zetten. Een derde fase kondigt zich aan, waarbij ook duizenden reservisten kunnen worden ingezet om zo Hamas helemaal te vernietigen. Op 15 januari wordt het VN-hoofdkwartier in Gaza-Stad getroffen.
Zondag 18 januari lijkt het einde in zicht. Israël kondigt ’s ochtends een eenzijdig bestand aan. Hamas vuurt nog raketten af, maar kondigt na de middag ook een eenzijdig staakt-het-vuren af op voorwaarde dat Israël binnen de week zijn troepen terugtrekt uit Gaza. Voor het eerst in drie weken durven Palestijnen weer buiten te komen. Twee dagen later is de laatste soldaat vertrokken uit Gaza. Hamas en Israël claimen beiden de overwinning.
© 2009 – StampMedia – Astrid Boost & Maja Cools
Dit dossier werd gepubliceerd door MO* - online op 04/03/2009
Dit dossier werd gepubliceerd door Kif Kif vzw op 04/03/2009