2017 begint met goed nieuws. Discobaar A Moeder kaapt weer even uw favoriete zender. Of toch zeker Studio Brussel. Een vijftal keer zijn ze te horen van 12u00 tot 13u00. Hoog tijd dus om dit olijke duo nog eens te strikken voor een interview.
Ik word uitgenodigd in de Vooruitzichtstraat in Borgerhout, de thuisbasis van de Schele – Wouter Hoet – en de Ras – Gunter van Reusel. Het dj-duo dat vooral bekend is als Discobaar A Moeder. De Ras waarschuwt me dat ik hem moet onderbreken als hij te lang blijft praten. Blijkbaar stelde een arme journalist ooit slechts één vraag om twee uur vol te krijgen. Bij mij beginnen ze over het ontstaan van hun vriendschap.
“Ras draaide op reggaefeestjes, wij gingen naar reggaefeestjes. Simpel dus eigenlijk”, aldus De Schele. “Toen De Ras dan ook nog eens naar de kanten van Borgerhout trok, kwamen we samen in ons stamcafé De Kroon. Ik tapte en draaide daar al eens een plaatje en er werd al eens een ‘rummeke’ gedronken. Op een avond was iemand jarig en brachten we allebei wat platen mee en van zodra we de koptelefoon opzetten, was Discobaar A Moeder geboren.”
Discobaar ‘het zijn stadbewakers’
Borgerhout, ‘A Moeder’, een ‘rummeke’: het is duidelijk dat Antwerpen veel betekent voor deze heren en ze zien zichzelf ook een beetje als ‘bewakers van het dialect’. In hun vriendenkring wordt niets anders ‘geklapt’ en doorheen hun dj-sets roept De Rasechte Antwerpenaar leuzen als “Zweten gelak een spons, houdt uw vrouw int oog, of z’is van ons” of “Bij ons meude al is lache en zwanze, met Discobaar A Moeder is ’t altijd een bitje vacance”.
“Ik voel me gewoon beter op mijn gemak als ik in mijn dialect kan praten. In Nederland roepen we dingen als ‘Geef eens een signaal, maak eens een beetje kabaal!’, maar dat klinkt toch wat minder Discobaar”, aldus de Ras.
Dat ze begaan zijn met hun stad, blijkt ook uit hun engagement voor het Ringlandfestival. Ze zijn een vaste waarde op de affiche en hevige voorstanders van meer groen in de stad. Ze wonen allebei in dichtbevolkte regio’s en merken daardoor de gevolgen van het ‘fijn stof’.
“Laat eender waar in ‘t stad je fiets twee dagen buitenstaan en je kan je naam in het zadel schrijven. Dat geeft stof tot nadenken. Discobaar A Moeder is net te lang om gratis reclame te maken op fietszadels, maar serieus, het is een groot probleem. Als echte Antwerpenaren willen wij dat er iets verandert en proberen wij ons steentje bij te dragen. We verplaatsen ons zo vaak mogelijk met de fiets en De Ras zit in een autodeelgroep. Zo maken meerdere mensen op een betere en doordachte manier gebruik van dezelfde auto.”
“We zijn inderdaad wel bezig met onze ecologische voetafdruk, voegt de Ras toe. Tot voor de geboorte van mijn zoontje was ik vegetariër, maar een kind kon ik niet verplichten om geen vlees te eten. Dat is iets wat hij later zelf moeten beslissen. Al snel eet je dan voor de gezelligheid opnieuw mee. Wel doen we elk jaar mee aan Dagen Zonder Vlees, dat vind ik echt een goed initiatief.”
Discobaar ‘het zijn ook vaders’
De Ras heeft een zoontje van vijf en De Schele heeft er ‘van elk eentje’. Miel en Noor zijn zes en negen en kregen alvast de muziekkennis van hun vader mee. Miel kocht onlangs zijn eerste plaat en Noor is helemaal weg van Compact Disk Dummies. “Wij zetten veel muziek op en de kinderen pikken dat op. Echt heel graaf. Onbewust wordt dat toch wel met de paplepel meegegeven.”
Ook De Ras is trots op zijn zoon: “Ik zie mijn hem jammer genoeg wel minder omdat ik gescheiden ben van zijn moeder. Eén keer per week haal ik hem op van school, maar een avond is maar kort: dat manneke moet op tijd in bed..”
Discobaar ‘het waren ook studenten’
Je zou verwachten dat mensen met een duidelijke passie voor muziek en entertainment, ook in die richting iets gaan studeren. Niets is minder waar. Net zoals ze geen enkel genre schuwen in hun dj-sets, passeerden zowat alle studierichtingen de revue. De Ras ging van Latijn naar Industriële Techniek, Handel, Verkoop, behaalde in avondschool een diploma marketing en is nu begeleider op een sociale werkplek.
“Ik werd op een bepaald moment besluiteloos en vroeg me niet echt af ‘wat doe ik nu eigenlijk graag’. Daardoor ben ik wat beginnen aanmodderen. Boekhouden vond ik vreselijk, de helft leerde ik gewoon vanbuiten. Ik vond wel dat ik een diploma moest halen en dat heb ik uiteindelijk ook bereikt.”
De Schele, die momenteel werkt als jongerenhulpverlener bij het JAC, doorliep zo’n beetje hetzelfde parcours. “Eigenlijk wist ik altijd al dat ik iets met jongeren wilde doen, maar een echt plan had ik nooit voor ogen. Ik heb onder andere Schrijnwerkerij en Elektriciteit gestudeerd. Uiteindelijk ben ik in het jeugdwerk beland en dat zie je vaak in onze sector. Voor sommigen is die roeping er meteen, maar bij de meesten komt die toch wat later. Discobaar A Moeder is ons ook gewoon overkomen. We hadden nooit de intentie gehad om dat te laten uitgroeien tot wat we nu zijn en misschien is dat ook net onze sterkte. Of ons succes ooit voor problemen zorgt op het werk? Neen, op zich niet. Af en toe komen jongeren een ‘selfie’ vragen om te stoefen bij hun vrienden, maar daar stopt het ook. We proberen heel ‘low profile’ te blijven en zijn daar met heel andere dingen bezig dan onze dj-sets. Die jongeren ook want zij hebben wel andere dingen om over na te denken.”
Bij het buitengaan, kijk ik nog even glimlachend naar de roze flamingo die de gevel siert. De vorige mascotte, een opblaasbare leguaan, werd ooit gestolen. Maar De Ras en De Schele krijgen wel verschillende kaartjes toegestuurd van de leguaan op reis. Een anekdote die ze vrolijk vertellen.
Wat nog van de radar verdween, is een nieuwjaarsfoto van De Schele waarin hij zijn bijnaam alle eer aan doet. Als hij vijftig wordt, is De Ras van plan heel Antwerpen vol te hangen met dit portret. Nog een zevental jaar wachten dus. Zeven jaar waarin we kunnen hopen dat we nog veel van hen zullen horen.
© 2017 – StampMedia - Jente Verwimp
Dit artikel werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 01/02/2017