We zitten er nog middenin, maar we kijken toch al voorzichtig vooruit. Komt er na de coronacrisis nieuwe wetgeving rond telewerken? Is er nood aan een Europees beleid om de economische klappen op te vangen? Valerio De Stefano (KU Leuven) en Patrick Humblet (UGent), experten in het arbeidsrecht, lichten toe wat de impact zal zijn op de werknemer.
Welke juridische problemen ontstaan nu door de coronacrisis in België?
Patrick Humblet: “Het stof moet eerst neerdwarrelen en dan pas kunnen we sluitende uitspraken doen. Als je kijkt naar de GEES, de groep van experts die zich bezighoudt met de heropstart van de economie: die bestaat voornamelijk uit virologen, een aantal topeconomen, maar slechts één jurist. Pas als de politiek bepaalde lijnen uitzet, kunnen juristen zich daarover buigen.”
Denkt u dat er nieuwe arbeidswetten komen?
Humblet: “Dat staat als een paal boven water. Bijvoorbeeld rond telewerk. Daar bestaat al wetgeving voor, maar het is niet meteen de meest briljante en ze is vaak in tegenspraak met die rond thuisarbeid. Nu zoveel mensen telewerken, zullen de juridische problemen die ontstaan, gedetecteerd worden. Het zou goed zijn als we hiervoor een nieuw juridisch kader uittekenen.”
De Stefano: “De bestaande regelgeving is voorzien op normale omstandigheden en niet op deze crisissituatie. Mensen zijn gedwongen om dagenlang thuis te blijven en moeten voor kinderen of andere mensen in nood zorgen. Of ze staan in de rij om boodschappen te doen. Het is onmogelijk om te eisen dat mensen 100 procent werken alsof het business as usual is, omdat dit geen business as usual-tijden zijn.”
Gaat de positie van de werknemer dan veranderen?
Humblet: “Wat we altijd vaststellen bij crises, is dat men het arbeidsrecht begint af te bouwen. Dat was na de oliecrisis in de jaren 70 ook het geval. Men vindt dan dat het arbeidsrecht te rigide is en wil meer flexibiliteit als het gaat om arbeidsovereenkomsten en arbeidsduur. Is daar nood aan? Ik denk het niet.”
De Stefano: “Sommige lobby's en belangengroepen zijn al aan het pleiten voor een deregulering van de arbeidsmarkt. Zij denken namelijk dat de werkloosheid die door de crisis is ontstaan, alleen geabsorbeerd kan worden door de bescherming van de werknemer te versoepelen. Dat is discutabel.”
Als eerste reactie is er wel solidariteit. Maar een werkgever is geen liefdadigheidsinstelling.
Denkt u niet dat er nu meer wederzijds begrip is tussen werkgever en werknemer?
Humblet: “Deze crisis heeft ons midscheeps getroffen. In de beginperiode merk je dat er over het algemeen veel solidariteit is. Elke avond om 20 uur staan we samen in onze handen te klappen. Maar of dat gaat blijven? Het applaus misschien wel, maar het medeleven van de werkgevers is twijfelachtiger. Een werkgever is geen liefdadigheidsinstelling. Een goed voorbeeld daarvan is de ophef over de ontslagen bij de schoenenketen Torfs. Eerst dacht ik ook: dit klopt niet. Maar wat bleek na opzoekwerk? Volgens de huidige stand van de wetgeving doet het bedrijf niets fout.”
Wat voor tips heeft u voor jongeren voor wie het arbeidsrecht een groot vraagteken is?
Humblet: “Je kunt je als jongere in België het beste aansluiten bij een vakbond. Om de eenvoudige reden dat dit professionals zijn. Die mensen doen niet anders dan zich bezighouden met de materie. Ze vormen een soort sociaal secretariaat voor de werknemer waar je met vragen terechtkunt, en staan voor veel meer dan acties en betogingen. Als werknemers problemen hebben met hun werkgever, kunnen vakbonden echt helpen.”
Ziet u veel verschillen tussen de Europese landen als het gaat om het arbeidsrecht?
De Stefano: “Het arbeidsrecht is zeer verschillend in de wereld, ook tussen de Europese landen. Natuurlijk heeft de EU in de afgelopen decennia gezorgd voor een zekere vorm van harmonisatie, bijvoorbeeld rond gezondheid en veiligheid op het werk, maar belangrijke aspecten zoals minimumlonen zijn niet in de bevoegdheid van de EU opgenomen.”
Zijn er in Europa landen die beter zijn uitgerust om werkloosheidsproblemen aan te pakken?
De Stefano: "Zeker, we hebben gezien dat een land als Duitsland in het verleden gebruik heeft kunnen maken van kortetermijnregelingen (Kurzarbeit, red.) om ontslag op grote schaal te voorkomen. Om dat te kunnen doen, moet je in gewone tijden een systeem hebben dat ook in een crisis overeind blijft, zelfs kan worden uitgebreid. Maar als je een gloednieuw systeem moet opzetten om schokken op te vangen, is dat altijd moeilijker. Dus landen zoals het Verenigd Koninkrijk, die geen kortetermijnregelingen hadden voordat de crisis toesloeg, hebben natuurlijk meer te lijden dan Duitsland.”
De EU is al vaak bekritiseerd omdat ze geen sociale unie is. Denkt u dat er na de coronacrisis een Europees pact komt?
De Stefano: “Dat is altijd een lastige vraag. Het zal van de lidstaten afhangen hoeveel bevoegdheden en middelen de EU toebedeeld krijgt. Als we terugblikken op de laatste financiële crisis in 2008, zien we dat die samenwerking er niet is gekomen. De EU heeft als collectieve instelling een flinke prijs betaald. Ook de opkomst van populistische bewegingen die zich tegen de EU verzetten, is deels te wijten aan het feit dat de EU toen niet snel en adequaat genoeg heeft gehandeld om tegemoet te komen aan sociale behoeften.”
Nieuwsgierig geworden en uitgekeken op Netflix? Bekijk hier het college ‘Labour and social protection in times of COVID-19’ van professor Valerio De Stefano.