Afgelopen vrijdag en zaterdag boog De Ambrassade, het expertisecentrum voor jeugdwerk, zich over de grote uitdagingen van het jeugdwerk in Vlaanderen. Een van de belangrijkste daarvan is diversiteit. Jeugdbewegingen staan open voor iedereen. Toch is hun ledenbestand voornamelijk homogeen. Hoe komt dat?
Vorig jaar werd tijdens de dag(en) van de diversiteit het Masterplan diversiteit in/en het jeugdwerk gelanceerd. Met dit plan wil de jeugdsector van het jeugdwerk een plek maken waar álle kinderen en jongeren uit Vlaanderen en Brussel, ongeacht afkomst, sociaaleconomische situatie, lichamelijk of psychisch welzijn, zich thuis voelen. Het plan is een gezamenlijk engagement van de minister van Jeugd, het Departement CJM, De Ambrassade, Bataljong en de brede jeugdwerksector. Vandaag en morgen wordt teruggeblikt op het afgelopen jaar. Wat is de stand van zaken na een jaar inspanningen leveren? En wat staat er nog op de planning? Naar aanleiding van deze dag sprak StampMedia-reporter Tsane met Don Pandzou, diversiteitsmanager bij De Ambrassade, het expertisecentrum en schakelorganisatie voor jeugdwerk en jeugdbeleid.
Zekere evolutie
De eerste aanzet tot meer diversiteit en reflectie over diversiteit kwam er eigenlijk al in 2016. Toen publiceerde De Ambrassade de nota ‘Diversiteit in/en het jeugdwerk’, dat het gebrek aan diversiteit binnen de Vlaamse jeugdbewegingen onder de loep neemt en een uitgebreide omschrijving geeft van de problemen en uitdagingen rond diversiteit in het jeugdwerk. In de nota staan ook concrete strategieën en adviezen om een divers(er) publiek te bereiken, drempels weg te werken of samenwerkingen op te zetten met andere organisaties. De grote jeugdbewegingskoepels zetten zich in om de strategieën en adviezen, bijvoorbeeld evolueren van een niche naar de kern en evolueren van ‘welkom zijn’ zijn naar ‘volwaardig participeren’, te implementeren.
Vandaag zijn we drie jaar later en Don Moussa Pandzou ziet al een zekere evolutie. “De jeugdbewegingen nemen hun rol op als maatschappelijke actor, omdat ze veel jongeren bereiken,” zegt Don Moussa Pandzou, diversiteitsmanager bij De Ambrassade. “De Chiro bijvoorbeeld, heeft bijna 120.000 leden. Dat weegt op de maatschappij. Wij vinden het fijn dat de grootste jeugdbeweging in Vlaanderen het voortouw neemt om hun doelstellingen in de praktijk te brengen.”
Afstand tussen koepels en lokale organisaties
“Andere jeugdbewegingen zenden op hun manier hetzelfde signaal uit. Met hun leidingsteams willen ze nog meer diverse jongeren bereiken. Tijdens de tweejaarlijkse bijeenkomsten die de grote jeugdbewegingen organiseren voor hun achterban, gaat het nu meer en meer over diversiteit. Onlangs ging ik spreken op een groepsleidingscongres van de KSA. In mijn sessies zaten een zestigtal deelnemers. Dat geeft aan dat de nationale structuren hun rol opnemen.”
“Vandaag is het vooral de uitdaging om de afstand tussen de nationale structuren en de lokale groepen te verkleinen. De lokale groepen hebben nog steeds veel autonomie, dat is typerend voor jeugdwerk. Het is positief dat de nationale structuren vormingen voorzien en een sensibilisatiecampagne hebben om de rimpels weg te werken. Dat zou nog moeten doorsijpelen naar de lokale jeugdbewegingen. Maar als een koepel advies overneemt, kan dat even duren voor dat doorstroomt naar al haar organisaties in heel Vlaanderen en Brussel.”
Breng je leiding op de hoogte
Verschillende jeugdbewegingen waren ook aanwezig op de nationale betoging tegen racisme in Brussel afgelopen zondag. Zij liepen mee uit solidariteit, maar waren ook kritisch voor zichzelf. Jamesson Cannoot, oud-leiding bij Chiro Waarschoot getuigde eerder al op de website van de nationale Chiro samen met een ander meisje over pestgedrag en racisme binnen de Chiro Waarschoot. “Daarom vind ik het belangrijk om vandaag mee te stappen en een duidelijk signaal te geven dat zo’n zaken niet meer kunnen,” zegt hij tijdens de betoging. “Er is geen plaats voor verdeeldheid tussen groepen, mensen en geloofsovertuigingen. Iedereen komt (naar de Chiro, red.) om zich te amuseren en iedereen moet daar de kans toe krijgen. Merk je dat er een probleem met racisme, is of zie je dat sommige jongeren worden uitgesloten, kijk dan met je leidingsgroep wat je kunt doen. Komt het van een groep of is het een persoon? Als je dat weet zal je met je leidingsgroep wel een oplossing vinden.”
Veel positieve elementen
Thomas is leider bij de KAJ, Kristelijke Arbeidersjongeren. Hij stapt voor de tweede keer mee. “Er moet veel veranderen: via de media krijgen we het verkeerde beeld van mensen uit migratie, alsof daar alleen maar negatieve dingen mee gebeuren. Terwijl er zeker ook veel positieve elementen zijn.”
Een groot aantal jeugdwerkingen vond ook zijn weg naar Brussel. Salah en Anas maken deel uit van Bazzz, een jeugdwerking in Berchem. Volgens hen is er nog veel werk aan de winkel in de jeugdbewegingen als het aankomt op diversiteit. “Er kan nog veel veranderen binnen de jongerenorganisaties in België,” zegt Salah. “Er zijn niet voldoende jongerenorganisaties, terwijl ze veel kunnen doen voor jongeren die hun tijd voornamelijk doorbrengen op straat.”
“Er zijn er wel al een aantal die het doen, maar er moet nog veel gebeuren op het vlak van diversiteit binnen de jeugdbewegingen”, vult Anas nog aan. “Vooral in steden als Brussel of Antwerpen zouden er zeker meer diversiteit moeten.“