Terwijl de verjaardag van de revolutie druk wordt gevierd op het Tahrir-plein in Caïro, proberen journalisten en opiniemakers een balans op te maken na een jaar van veranderingen. Is de uitkomst van de revolutie zo rooskleurig als de Egyptenaren hadden gehoopt?

Mostafa Zohdy herinnert zich de eerste revolutiedagen nog levendig. "Egyptenaren zijn heel geduldig, maar ze tolereren niet dat hun waardigheid wordt aangetast", vertelt de jonge Egyptische kunstenaar, "ze gaan tot het uiterste om hun karam (eer) te herstellen." Zohdy exposeerde vorige week in De Schorre in Boom met handgeschilderde T-shirts, geïnspireerd door zijn persoonlijke ervaringen tijdens de revolutie. Bij de opening van de expositie 'Freedom in Colors' gaven MO*-journaliste Samira Bendadi, voormalig VRT-journalist Jef Lambrecht en ontwikkelingswerker Kris Huybrechts hun visie op de gebeurtenissen van het voorbije jaar.

Angst en euforie

"Het vertrek van president Moebarak was zoals een droom", legt Zohdy uit, "maar sinds dat moment zijn de zaken niet zo optimistisch. We hadden hoge verwachtingen tegenover het leger, maar nu de Opperste Militaire Raad zich steeds meer macht toe-eigent, verliest ze de steun van de betogers. Ik hoop dat de presidentsverkiezingen eerlijk zullen verlopen."

"Het regime van Moebarak was een last voor de hele Arabische wereld", meent Samira Bendadi. "Dat de president en zijn clan zouden verdwijnen, leek een jaar geleden onvoorstelbaar. Ik geloof in de dynamiek van een samenleving, de huidige situatie betekent geen achteruitgang. Er zullen veranderingen komen, maar die vergen tijd. Egypte heeft geen tekort aan mensen die verstand hebben van politiek en economie, maar ze moeten wel de kans krijgen."

Het leger, een vloek of een zegen?

Jef Lambrecht licht de dubieuze rol van het leger toe. "Tijdens de revolutiedagen hield het leger zich afzijdig, zo hebben ze veel krediet opgebouwd. Aanvankelijk genoot het leger populariteit bij de bevolking, maar de democratische aspiraties botsen met het militair bewind. Vandaag zien we dat de betogers op Tahrir nog altijd in conflict zijn met het leger, maar de revolutionairen zijn wel aangewezen op het leger als dam tegen de salafisten."

Het leger zal de macht niet uit handen geven volgens Lambrecht. Naast politieke en militaire macht heeft het Egyptische leger ook veel economische invloed. 40% van de Egyptische economie valt onder haar gezag. De partij 'Vrijheid en Gerechtigheid', beter bekend als de partij van de Moslimbroeders, won bij de verkiezingen de meeste parlementszetels. Zij streven nu een overeenkomst met het leger na. "Als de revolutie verzandt in tegenstellingen, dan wordt het toekomstperspectief zeer somber", aldus Lambrecht.

Toerisme

Ontwikkelingshelper Kris Huybrechts woont sinds 2008 in Luxor en ook hij heeft de nefaste gevolgen van de revolutie vastgesteld. "Economisch gezien stelt Egypte het nu slechter dan voor de revolutie. De inwoners van Luxor zijn volledig afhankelijk van het toerisme. Zolang het land niet stabiel is, blijven de toeristen weg. De boten liggen aan de kant en de beloofde sociale vooruitgang verdwijnt steeds verder uit het zicht. Mijn Egyptische vrienden zeggen me: 'Vroeger hadden we een hoop ellende, nu wat hoop.' Maar naarmate de impasse aanhoudt, ebt de hoop van de Egyptenaren weg."

Mensenrechten

Uit een recente publicatie van Amnesty International blijkt dat de meeste Egyptische partijen zich willen engageren voor een betere naleving van de mensenrechten. "Opmerkelijk is dat de meeste partijen zich niet willen uitspreken over het stoppen van discriminatie, het beschermen van vrouwenrechten en het afschaffen van de doodstraf", zegt Jef Lambrecht. "Is er dan wel sprake van revolutie? De revolutie begint pas als de nieuwe instellingen van Egypte er zijn. Veel hangt af hoe het nieuwe parlement zich zal gedragen."

© 2012 – StampMedia – Marieke Van Cauwenberghe


Dit artikel werd gepubliceerd door MO* - online op 31/01/2012
Dit artikel werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 01/02/2012
Dit artikel werd gepubliceerd door Nieuws.be op 01/02/2012
Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 01/02/2012