Sinds begin februari is de 19-jarige Nozizwe Dube de nieuwe voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad. De laatstejaarsstudente volgt daarmee Lander Piccart (22) op, die sinds kort aan de slag is als kabinetsmedewerker. "We willen een regering waar iedereen zich in kan vinden en die nog vaker vertrekt vanuit de leefwereld van jongeren", klinkt het in koor.

De 19-jarige Nozizwe Dube begroet haar voorganger Lander Piccart hartelijk. Er was bij haar verkiezing ook geen sprake van onderlinge strijd: toen Dube streed voor het voorzitterschap, was Piccart al verhuisd naar het kabinet van Brussels minister Pascal Smet (sp.a). Maar sinds begin februari is de laatstejaarsstudente wetenschappen-wiskunde dus vertrokken voor een mandaat van drie jaar. Dube engageerde zich twee jaar geleden voor de Vlaamse Jeugdraad, dus kent ze het huis.

Hoe bevalt het je als kersvers voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad?
Nozizwe: “Tot nu toe is de aandacht vooral gegaan naar mijn persoonlijke verhaal (Dube heeft Zimbabwaanse roots, red.). Zo stond in De Standaard bijvoorbeeld iets over het feit dat ik zes jaar geleden uit Zimbabwe naar België kwam. Die aandacht voor mijn persoonlijke verhaal is overweldigend. Overweldigend, maar fijn. Al hoop ik wel dat we binnenkort ons eindelijk meer op het inhoudelijke gaan focussen. Dat ontbreekt voorlopig.”

Had je al die aandacht verwacht?
Nozizwe: “Niet echt. Voor mij is wat ik doe en tot nu toe bereikt heb, redelijk normaal.”

Waarom ben je in de eerste plaats bij de Vlaamse Jeugdraad gegaan?
Nozizwe: “Ik was eigenlijk altijd wel op zoek naar extra activiteiten buiten de schooluren, om mijn Nederlands te verbeteren en nieuwe vrienden te maken. Toen was er een oproep van de Vlaamse Jeugdraad die jongeren zocht voor een project rond Europa en Vlaanderen. Zonder te weten wat het precies was, ben ik ingestapt en heb ik gemerkt dat het meteen goed zat. Ik ben blijven plakken en toen ik zag dat er twee plaatsen vrijkwamen in de Algemene Vergadering heb ik me daarvoor kandidaat gesteld. Eind 2012 werd ik verkozen.”

Wat heb je in die twee jaar bij de Jeugdraad al geleerd?
Nozizwe: “Dat je als jongere wel degelijk veel te zeggen hebt. Dat je daarvoor niet vanuit moeilijke  politieke termen moet vertrekken, maar vanuit de ervaringen uit je eigen leefwereld. Je moet je aan de start ook niet onzeker voelen. Ik geloofde eerst niet dat ik als jongere veel te zeggen had op beleidsniveau. Mijn keuze om bij de Jeugdraad te gaan was dan ook een sprong in het diepe, maar ervaring doe je gaandeweg het traject op. Je moet gewoon die sprong durven wagen.”

En intussen wil je een lans breken voor meer werkgelegenheid en onderwijs dat beter afgestemd is op de arbeidsmarkt.
Nozizwe: “Dat is een onderwerp dat ik uit mijn eigen omgeving heb opgepikt. Steeds vaker moeten jongeren hun studiekeuze afstemmen op werkzekerheid. "Als ik die richting ga volgen, maak ik dan wel een kans op de arbeidsmarkt?" Het is iets dat jongeren echt wel bezighoudt, mij ook: ik ga over een half jaar verderstuderen, als alles goed loopt (lacht). Ik wil het onderwerp ook opentrekken naar andere aspecten, zoals flexibiliteit op de arbeidsmarkt of de braindrain, het feit dat hoogopgeleide jongeren soms moeten uitwijken naar het buitenland omdat ze in hun streek geen werk vinden.”

Zijn er nog andere onderwerpen waar je wakker van ligt?
Nozizwe: “Uiteraard. Mobiliteit, om maar iets te noemen. De tariefverhogingen van De Lijn bijvoorbeeld hebben wel degelijk een grote invloed op jongeren. Veel jongeren pendelen van en naar school. Jeugdbewegingen nemen de bus of de trein om op uitstap te gaan. Als dat dan allemaal duurder wordt, is het plots geen evidentie meer om activiteiten te organiseren. Ook psychisch welzijn bij jongeren ligt nauw aan mijn hart. Het is een heel fragiel onderwerp - zelfs taboe bij sommige mensen. Als we in ons land naar de zelfmoordcijfers bij jongeren kijken, denk ik dat er meer dan genoeg redenen zijn om daarover te praten.”

Lander, jij liet eerder optekenen dat je hoopt dat "je opvolger over de nodige dosis lef beschikt". Is dat iets dat je in je opvolgster ziet?
Lander: “Ik denk van wel. Het feit dat ze zich, niet lang na haar aankomst in België, meteen is beginnen engageren, getuigt alvast van de nodige dosis lef. De stap zetten naar Brussel, naar een organisatie die met thema’s bezig is die niet altijd even vanzelfsprekend zijn, maar die wel een hele grote impact wil hebben op het leven van kinderen, jongeren en hun organisaties in Vlaanderen… Dat is niet zomaar een beslissing die elke jongere durft maken. Ik denk dat de Vlaamse Jeugdraad de komende drie jaar een voorzitster heeft die heel veel in haar mars heeft.”

Wat zijn de grootste verschillen tussen jullie beiden?
Lander: “Ik denk dat ik minder lief ben dan haar (Nozizwe lacht). Ik heb haar de afgelopen twee jaar leren kennen als een zachte persoon met veel humor. Ik was meer rechtdoorzee - het zou zelfs kunnen dat ik daarmee wat mensen heb afgeschrikt. Ik heb een grote mond en denk dat Nozizwe die ook heeft, maar zij heeft meer die typisch vrouwelijke tact (lacht).”
Nozizwe: “Je was inderdaad redelijk vaak to the point. Maar eerlijk is eerlijk: ik heb vaak naar je gekeken als een rolmodel. Je bent iemand die recht in zijn schoenen staat. Ik moet nog wat meer haar op mijn tanden krijgen. Ik ben inderdaad heel wat zachter in mijn aanpak, al ga ik beslist wel standvastiger en strenger proberen zijn.”

Lander, je bent een rolmodel.
Lander: (bescheiden) “Het is nooit mijn bedoeling geweest een rolmodel te zijn: ik wou gewoon vanuit een oprecht engagement de stem van jongeren vertegenwoordigen. Al is het wel fijn om horen dat, door de rol die ik heb vervuld, anderen heb kunnen aanzetten om mee verder te bouwen aan deze organisatie.
Nozizwe: “Ook al heb je het niet met die bedoeling gedaan: door het feit dat je voorzitter bent, gaan mensen je wel vaak als een rolmodel bekijken.”

Als rolmodel kan jij Nozizwe misschien nog tips meegeven voor haar komende mandaat?
Lander: “Bouw rustig op. Weet dat de functie iets is waar je veel tijd in zal steken, maar waar je na je drie jaar heel trots op zal terugkijken, omdat je iets kon betekenen voor kinderen en jongeren in Vlaanderen. Probeer niet alles in een keer op te lossen: kies je gevechten, en zorg dat je kan groeien."

Lander schopte het na drie jaar tot kabinetsmedewerker van Pascal Smet (sp.a). Heb jij na je mandaat nog politieke ambities, Nozizwe?
Nozizwe: “Ik ga er zeker niet alles voor laten vallen. Ik zou volgend jaar ook graag iets studeren in de exacte wetenschappen, geen Politieke wetenschappen of Rechten."
Lander: “Politieke ambities zouden zelfs nooit het motief mogen zijn. Je doet dit vanuit een zeker engagement om door te dringen tot de beleidsmakers. Het zou verkeerd zijn om voorzitter te worden met het oog op een latere politieke post.

Zijn jullie eigenlijk tevreden met de huidige Vlaamse regering?
Nozizwe: (lacht) “Ik ben wel een beetje teleurgesteld. Het is erg contradictorisch dat de regering stelt ‘te besparen voor de jongeren van morgen’ en dat te doen door nu te besparen op de jongeren van vandaag. Elke cent die ze van jongeren wegnemen, maakt wel degelijk een verschil. Ik snap dat ze maatregelen moeten nemen, maar ik hoop dan ook om compensatie te zien naar ons toe.”

Stel dat jullie de regering zouden mogen samenstellen, welke partijen zouden daar dan in zetelen?
Lander: “Ik zou vooral een regering samenstellen die inzet op kinderen en jongeren. Dat is in de huidige Vlaamse factuurregering duidelijk niet het geval. Ik wil een regering waar iedereen zich in kan vinden.
Nozizwe: “Ik wil daaraan toevoegen dat ik beleidsmakers wil die nog vaker vertrekken vanuit de leefwereld van jongeren. Hoe kinderen en jongeren naar de wereld kijken, is heel anders dan hoe politici naar de wereld kijken.”

Zijn er dan bepaalde partijen die je wel of juist niet in die regering wil?
Lander:  (glimlacht) “Geen commentaar.”

Nozizwe, jij moet binnenkort wel de dialoog aangaan met Sven Gatz, onze minister van Jeugd.
Nozizwe: “Naar mijn gevoel is dat een man die wel bereid is tot dialoog. Alles valt of staat met dialoog. We zullen goed naar elkaar moeten luisteren, anders werkt het niet."

© 2015 - StampMedia - tekst: Jef Cauwenberghs en Ornella Schreurs, foto: Milou Verstappen


Dit artikel werd gepubliceerd door DeRedactie.be op 22/02/2015
Dit artikel werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 23/02/2015