Voor veel migranten is Europa de ultieme droombestemming. Met grote drommen staan ze voor de poorten van de EU, 
op zoek naar een visum of een Blue Card, of hopend op asiel. Maar welke manieren zijn er om binnen te geraken en te blijven? Een korte analyse van het beleid.

Migreren naar de EU

Een overkoepelend migratiebeleid bestaat momenteel niet binnen de EU. De verschillende lidstaten bepalen zelf hoeveel migranten ze toelaten en welke procedures daarvoor gevolgd moeten worden. Toch wil de EU dankzij de TotaalAanpak van Migratie en Mobiliteit (TAMM) de lidstaten meer op elkaar afstemmen. Dat gebeurt onder andere via visumversoepelingsovereenkomsten of gemeenschappelijke visumvoorschriften. Naast strenge achtergrond- en paspoortcontroles stuurt de Europese Commissie eveneens aan op een grondige kennis (op vlak van taal, geschiedenis, cultuur,...) van het land en op een goede sociale integratie. EU-burgers, die dankzij de akkoorden van Schengen (1985) vrij tussen de 26 Schengenlanden kunnen bewegen, hoeven niet aan deze voorwaarden te voldoen.

Gemeenschappelijk en eerlijk asielbeleid

Asiel is volgens de EU een fundamenteel recht voor iedereen die dreigt vervolgd te worden op basis van ras, geloof, nationaliteit of politieke overtuiging, of die gevaar loopt in het land van herkomst.

Met het Programma van Stockholm werd in 2010 al een basis gelegd voor gemeenschappelijke asielnormen binnen de EU. Vanaf 2015 komt er echt een overkoepelend asielbeleid, het Common European Asylum System (CEAS). Dat programma, waar de EU al sinds 1999 aan werkt, moet zorgen dat asielprocedures in de verschillende lidstaten op een eerlijke en veilige manier op elkaar afgestemd worden. De nieuwe regels moeten er onder andere voor zorgen dat asielzoekers, onafhankelijk van
het land waar ze aankomen, garantie hebben op een eerlijke behandeling, goed onderdak en de nodige medische ondersteuning. Daarnaast zorgt de herziene wetgeving rond EURODAC,
de centrale databank voor identificatie van asielzoekers, ervoor dat Europol en nationale politiekorpsen de databank kunnen gebruiken bij onderzoek naar zware criminaliteit en terrorisme.

Immigratie: lapmiddel voor economie

Aan de andere kant van het migratiespectrum vinden we de Blue Card. Die werk- en verblijfsvergunning kan worden toegekend aan hooggekwalificeerde migranten die hun steentje bijdragen aan de Europese economie. De EU ziet deze hoogopgeleide immigranten graag komen, omdat ze in bepaalde sectoren een belangrijke bijdrage kunnen leveren.

In België geeft de Blue Card de houder het recht om minstens dertien maanden in ons land te verblijven en te werken. Daarna kan de vergunning eventueel verlengd worden. Wie al meer dan 5 jaar met een Blue Card in hetzelfde land werkt, kan het statuut van langdurig ingezetene krijgen. Daarmee krijgt de immigrant zo goed als dezelfde rechten als een EU-burger. Onder andere via het binnenhalen van ‘nuttige’ migranten wil de EU tegen 2020 de werkgelegenheidsgraad tot 75% opdrijven en de schooluitval onder 10% laten zakken. De tijd zal uitwijzen of die doelstellingen ook worden waargemaakt.

© 2014 – StampMedia – Jef Cauwenberghs; illustratie: Nick Baelemans


Dit artikel werd eerst gepubliceerd in PIDMAG, het magazine van StampMedia, jaargang 3, nr, 8, pagina 10
Dit artikel werd gepubliceerd door MO* – online op 26/08/2014