De sculptuur ‘De man die het kruis draagt’ van Jan Fabre wordt op dinsdag 20 oktober geplaatst in de Onze-Lieve Vrouwekathedraal in Antwerpen. Op 18 november wordt het beeld ingewijd. Bart Paepen, pastoor van de Antwerpse kathedraal, vertelt hoe het beeld van deze fel besproken kunstenaar zijn thuis heeft gevonden onder de gewelven van de kerk: “Het geeft de mens weer zoals hij is.”

In de kathedraal van Antwerpen vind je weinig moderne kunst. De jongste uitbreiding van de collectie was in 1924. “Dit valt te betreuren”, zegt Bart Paepen. “Rubens, Matsijs en de andere grote kunstenaars die in de kathedraal hangen waren, heel vooruitstrevende figuren in hun tijd. Kunst was vroeger nauw verbonden met de kerk. Tijdens het modernisme zijn die werelden uit elkaar gegroeid.”

Toch is Bart Paepen ervan overtuigd dat hedendaagse kunst de huidige tijdsgeest kan weergeven en tevens de boodschap van de kerk kan aanreiken. Dit constateerde hij dan ook voor het eerst toen hij de tentoonstelling ‘Spiritual Sceptic’ van Fabre bezocht. “In het midden van de galerij stond een sculptuur van een man met een groot kruis, balancerend in de palm van zijn hand. Onmiddellijk wist ik: dit is het. Het geeft de mens weer zoals hij is. Op zoek naar spiritualiteit, zonder halsoverkop overtuigd te zijn. De zoektocht naar balans in de sculptuur beeldt perfect uit wat de kathedraal wil aanreiken aan de bezoekers.”

Loodzwaar

De sculptuur wordt dinsdag geplaatst. Een enorme onderneming. Het bronzen beeld komt op een loodzware plaat te staan zodat de constructie in evenwicht blijft. ‘De man die het kruis draagt’ krijgt een plaats tussen de pilaren van de rechter zijbeuk van de kathedraal. Op deze plek kan het zuiderlicht op het gepolijst brons spelen en staat het beeld schuin tegenover de ‘Kruisafneming’ van Rubens.

“Voor de kathedraal is de connectie tussen beide kunstwerken de boodschap van het dragen van Christus. Voor Jan Fabre is het de connectie tussen zichzelf en Rubens”, zegt Paepen.

Samenwerking

Een samenwerking met Jan Fabre lijkt niet evident. Toch was Paepen onder de indruk van de vlotte samenwerking met de kunstenaar. “Eerst was er alleen contact met de galerij. Toen we wisten dat het beeld in de kathedraal zou komen, hebben we Fabre uitgenodigd. We zochten bevestiging van en overeenkomst met het verhaal achter het beeld. Een sculptuur die een ik-persoon uitbeeldt die spiritualiteit vraagt, uitprobeert, draagt, misschien zelfs weggooit of juist er door wordt geïnspireerd. Jan stelde zich erg bescheiden op, ging akkoord met het verhaal dat we de bezoekers gaan vertellen en liet ons de keuze over de locatie van het beeld. Hij benadrukte hoe belangrijk de kathedraal in zijn leven is geweest en dat een droom in vervulling gaat nu zijn werk er komt te staan.”

Paepens beschrijving van de kunstenaar is verre van het beeld van de figuur die men in de media te zien krijgt. Al jaren wordt Jan Fabre afgebeeld als excentriek en gewaagd. Bart Paepen verwacht niet dat de sculptuur negatieve reacties zal krijgen. “Indien men vraagt waarom Jan Fabre in de kathedraal staat, zal ik antwoorden dat we niet Fabre maar een sculptuur met een passend verhaal hebben geplaatst.”

Paepen beseft wel dat Fabre voor sommigen een beruchte naam is. “Ik verwijs dan graag naar Carravagio, een van de grootste kunstenaars en een moordenaar. Wat een verlies zou het zijn als om die reden zijn kunst niet getoond zou worden?”

Zelfportret

Dit neemt niet weg dat de sculptuur een zelfportret is van Fabre. Dat kan best een struikelpunt worden voor de bezoekers. Volgens Paepen is dit juist de kracht van het beeld. “Het is een sterkere boodschap wanneer een kunstenaar zich in de plek van zijn kunst plaatst. Fabre denkt na over spiritualiteit. Dat nodigt de kijker uit om zich ook in die positie te plaatsen en dat is essentieel. De kathedraal krijgt enorm verschillende mensen op bezoek: parochianen, toeristen, pelgrims, mensen uit heel de wereld. Het beeld en de gelaatsuitdrukking van het zelfportret zijn zo gemaakt dat iedere bezoeker zich kan terugvinden.”

Paepen nodigt de bezoekers uit om op die manier de sculptuur te bekijken. “Het is absoluut geen cynische of hooghartige uitdrukking maar een zachte geraakte blik.”

© 2015 – StampMedia – tekst: Laura Sear, foto: Liesbeth Knaeps



Dit artikel werd gepubliceerd door DeRedactie.be op 20/10/2015
Dit artikel werd gepubliceerd door Knack.be op 20/10/2015
Dit artikel werd gepubliceerd door Apen.be op 20/10/2015
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 20/10/2015