Het voetbal is ziek, doodziek. Torenhoge salarissen, duizelingwekkende transferprijzen en vette sponsordeals: voetbal is door de jaren big business geworden. Wie het meeste geld heeft, wint. Of beter: wie het meeste schulden mag maken.
De laatste vijf jaar namen de inkomsten van de clubs gemiddeld met iets meer dan negen procent toe. Desondanks groeit de schuldenberg in Europees voetbal almaar groter. De vijftien rijkste clubs maken jaarlijkse gemiddeld 39 miljoen euro verlies.
Van alle landen spant Spanje de kroon. Het land heeft het enorm hard te verduren door de financiële crisis en staat financieel volledig aan de grond. Vijftig procent van de jongeren heeft geen werk. Ellende alom. Dit staat in schril contrast met het voetbal. Met nog twee clubs in de Champions League en drie in de Europe League domineert het Spaans voetbal het Europese continent.
Mag Spanje daar fier op zijn? Hoegenaamd niet. Schaamte zou veel meer op zijn plaats zijn. Terwijl in België iedere club een strak financieel beleid moet voeren, zwemmen de Spaanse clubs in de schulden, vier miljard euro om precies te zijn. De Spaanse voetbalbond laat vrolijk begaan. Real Madrid en Barcelona, de twee Spaanse trotsen, hebben beiden zo’n 600 miljoen aan schulden. 600 miljoen! Ter vergelijking: Het budget van Anderlecht, de rijkste club van België, wordt geraamd op 40 miljoen.
Voetbalclubs op de bank
In tijden waarin iedereen moet besparen, is zoiets om het zacht uit te drukken vrij opmerkelijk. Noem het gerust schandalig. Wanneer we verder inzoomen, wordt de situatie ronduit genant. Een derde van alle schulden zijn de Spaanse clubs immers verschuldigd aan de overheid, meer bepaald aan de fiscus (752 miljoen) en de sociale zekerheid (550 miljoen). Ook bij de Spaanse banken staan de voetbalclubs serieus in het rood. De banken houden de clubs dus recht, zei het niet dat de banken - net als de overheid - zelf voor steun hebben moeten aankloppen bij de Europese Centrale Bank.
Met andere woorden: alle Europeanen helpen de lonen van Messi en Ronaldo mee bekostigen. België, Duitsland, Nederland en enkele andere goede leerlingen uit de Europese klas zijn onrechtstreeks sponsor van de Spaanse clubs. Als dankwoord kopen de Spaanse clubs de kleinere, eerlijke ploegen uit die landen eerst leeg, om er vervolgens brandhout van te maken in de onderlinge confrontaties. Met deze wetenschap is het huidige Spaanse succes er dan ook één met een gitzwart randje.
De clubs uit de Premier League doen niet veel beter. Vorig jaar werd een rapport bekend gemaakt over het seizoen 2010-2011, waarin de clubs van de Premier League samen 500 miljoen euro verlies maakten. Manchester United, de regerende kampioen, torst alleen al met een schuld van meer dan 500 miljoen euro. Chelsea maakt het nog bonter. Het maakte vorig jaar 81 miljoen verlies en draagt een schuldenberg van maar liefst 800 miljoen euro met zich mee. Het zijn hallicinante cijfers. Zeker als je weet dat de Engelse clubs de meeste televisiegelden ontvangen van alle clubs in Europa.
Het feit dat Barcelona, Real Madrid en Chelsea in de halve finale van de Champions League staan, is één grote kaakslag voor alle financieel gezonde clubs. Bayern Munchen, de vierde halve finalist, is als enige volledig schuldenvrij. Het is jammer genoeg de uitzondering op de regel. We kunnen alleen maar hopen dat ze voor hun gezond beleid worden beloond.
Schuldenvrij
Bij de UEFA is, onder druk van de publieke opinie, in de loop der jaren steeds meer weerstand ontstaan tegenover de financiële toestand van de meeste topclubs. UEFA gaf Jean-Luc Dehaene de opdracht om regels op te stellen om zo iets aan de scheefgegroeide situatie te doen. Het resultaat is de Financial Fair play, een nieuw licentiesysteem in het voetbal dat een einde moet maken aan de torenhoge schulden.
Vanaf het seizoen 2013-2014 mogen de clubs niet langer meer uitgeven dan dat ze binnenkrijgen. Daarnaast mogen de rijke clubeigenaars in de toekomst nog maximum 30 miljoen in de club stoppen. De Manchester City’s en Chelsea’s van deze wereld zullen hun transferbeleid daardoor grondig moeten hertekenen. Alle Spaanse clubs moeten ook tegen 2020 hun schulden volledig hebben afbetaald.
Het hoeft niet gezegd dat dit een enorme aardverschuiving in het voetbal teweeg kan brengen. Eén ding is zeker: als de plannen worden doorgedrukt, moeten nagenoeg alle Europese topclubs hun beleid grondig herzien. Wanneer ze niet aan de richtlijnen voldoen, worden ze immers uit de Champions League of Europe League geweerd. Een gezond beleid zou na jaren oneerlijke concurrentie eindelijk zijn vruchten afwerpen.
Er is natuurlijk een groot verschil tussen de theorie en de werkelijkheid. Hoe ver wil de UEFA gaan om het voetbal terug gezond te maken? Zal ze effectief haar plannen doorduwen of blijft het bij goede bedoelingen? Je kan er niet omheen dat UEFA in haar eigen voet schiet als ze de regels van Financial Fair Play effectief doorvoert. Wanneer ze Barcelona en Real Madrid, dé uithangborden van het Europese voetbal, uit de Champions League weert, verliest haar competitie meteen ook heel veel uitstraling. Weegt dit binnen de UEFA op tegen de morele bezwaren?
Een ander probleem is of je juridisch überhaupt een club de deelname kan ontzeggen en of je iemand kan verbieden om te investeren in een ploeg. Daarnaast zijn de regels nogal onduidelijk, is er veel ruimte voor subjectieve analyses en zijn er veel uitzonderingen in opgenomen die de clubs zeker zullen aangrijpen.
Kantelpunt
Het Europees voetbal staat met andere woorden voor een belangrijk kantelpunt. Dat voetbal om geld draait, is al langer een feit. Dat zal in de toekomst ook niet veranderen. Geld zal, net als in elke sector, bepalen welke club succesvol zal zijn en welke niet.
Belangrijk is wel dat clubs terug financieel gezond worden. Vandaag zijn verschillende clubs virtueel falliet en alleen dankzij de goodwill van een land, een bank en/of een individu blijven ze bestaan. Zo’n vorm van competitievervalsing is gewoonweg ontoelaatbaar, zeker gezien de huidige economische situatie.
Het voetbal is ziek en de financial fairplay is het medicijn. Niet de club die het meeste schulden heeft maar diegene die het beste beleid voert moet beloond worden. In plaats van miljoenen euro’s te spenderen op de transfermarkt moet het terug meer investeren in eigen jeugd en een goed scoutingsnetwerk opbouwen, maar vooral een visie uitbouwen op lange termijn.
We kunnen alleen maar hopen dat de UEFA genoeg vastberadenheid aan de dag legt om haar goede intenties in daden om te zetten. De leuze van Racing Mechelen luidt: ‘Waar een wil is, is een weg.’ De wil van de UEFA zal echter heel groot moeten zijn wil er in de toekomst effectief iets veranderen. De voetbalwereld staat op een kantelpunt.
© 2012 - StampMedia - Nicola Neefs
Dit artikel werd gepubliceerd door Nieuws.be op 02/05/2012
Dit artikel werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 02/05/2012
Dit artikel werd gepubliceerd door Extrasport op 06/05/2012