Fernand Van Damme kaart in De Morgen aan dat zijn generatie almaar meer wilt. "Een aanklacht zonder oplossingen voor een zelfopgelegde dwang tot slagen. Arme generatie Y. Arme ik, dus ook", reageert Izabelle (26) in een opiniestuk aan onze redactie.

Generatie Y. Mijn god, wat haat ik de term. Ik wil mezelf niet versimpelen tot een concept dat overbodig geworden sociologen met een midlifecrisis in kraaknette, te fel verlichte kantoren hebben bedacht in een wanhoopspoging om voor de laatste keer in hun gefaalde leven iets hip te introduceren. “Na generatie X, komt generatie Y”, hoe clever. Wat gaan ze verzinnen binnen 2 generaties?

De term presenteert misschien mooi in een PowerPoint, of in de titel van een zoveelste trending artikel dat gelezen wordt op alomtegenwoordige Applecomputers door mensen die strikjes weer hip vinden (sorry Fernand), maar ik word er ziek van. Veralgemeningen en de neurotische drang om alles wat ademt in hokjes te steken. Nu iedereen al ADHD heeft en autistisch is, moeten we vooral ook conformeren naar het beeld van “onze” generatie. Individualiteit wordt overschat. Of wacht, nee, ik hoor mijn eigen persoonlijkheid net te willen benadrukken. Dat past bij generatie Y. Dat heeft niks te maken met mijn karakter. Heb ik nog wel een karakter? Kan iemand me het nummer van die sociologen eens geven, zodat ik het hen kan vragen?

Schuld

Gelukkig kunnen we onze ouders altijd de schuld geven, zoals Fernand zegt. Onze ouders, die zeiden: “De wereld ligt aan jullie voeten, kinderen, ga er verdorie voor! Alles kan!” Wat een smeerlappen, ons alle kansen geven. Maar er is iets van aan. De druk om te slagen is immens als je geen enkel excuus meer hebt om te falen. De maatschappij maakt alles mogelijk, onze ouders hebben ons gesteund en gestimuleerd, zelfs minderheden stoten niet meer op muren,… Wel, dat is de theorie toch.

Ik ga mee in je redenering en verhoog de inzet nog wat: probeer eens een wonderkind te zijn van generatie Y. Opgroeien met een potentieel waar de mensen die je aan 101 intelligentietests onderwerpen maar van kunnen dromen. Geweldig he? Tot je beseft dat een I.Q. van meer dan 140 betekent dat je het ontstaan van het universum moet kunnen verklaren, of de eerste cyborg moet maken, of moet ontdekken hoe we kernafval kunnen omzetten in iets veilig, proper en ecologisch, wat liefst ook nog zuurstof produceert, als het even kan. Want anders verspil je je potentieel toch? De laatste zonde van onze vrijgevochten, ontzuilde maatschappij.

Leve ik

Ik verspil mijn leven dus. En ik doe dat goed. Ik ben 26 en ik heb de halve wereld al gezien. Ik heb in Australië en in Londen gewoond en volgend jaar verhuis ik naar New York. Ik heb een eigen huis met tuin. Ik ben op mijn 25ste redactieleider geworden en ben alweer bezig met een volgende uitdaging. Ik heb voor de Europese Unie gewerkt. Ik heb mensenlevens helpen redden. Ik heb een tijdschrift uitgegeven. Ik heb een tentoonstelling en een award gehad. Tussendoor heb ik mezelf nog eens ontplooid en geweldige vrienden voor het leven gemaakt.

Ok, ik ben nog alleenstaand, maar dat is een keuze en er staan genoeg mannen klaar om een ring rond mijn vinger te schuiven en me vol te steken, moest dat op een dag mijn ideaal worden. Gelukkig ben ik ook nog eens niet lelijk. Zei ik al dat ik betaald modellenwerk doe? Ik kan niet meer op beide handen tellen hoeveel mensen mijn leven zouden willen, al weten ze waarschijnlijk niet dat ik op mijn 18de het huis uit ben gegaan met lelijke littekens en geen nagel om mijn spreekwoordelijke achterste te krabben. Of is dat net een reden om extra trots te zijn?

Schuldgevoel aangepraat

Toch voel ik mezelf tekort schieten als iemand een goed boek gelezen heeft waar ik zelfs nog nooit van gehoord heb. Ik weet dat niemand alles kan kennen en kunnen en ben blij met mezelf, maar ik krijg dagelijks het gevoel dat ik me zou moeten schamen voor mijn gebreken. Volgens Fernand is het de schuld van onze ouders, maar generatie Y lijkt vooral zichzelf de schuld te geven voor denkbeeldige tekortkomingen. Dat krijg je met die neurotische autisten.

Dus zak ook ik door de grond als ik praat met een vriend die doctoreert in nanotechnologie en ik soms uitleg moet vragen. Als ik niet zelf mijn elektriciteit kan fiksen. Als ik me niet meteen kan herinneren wat de geboortenaam van Dzjengis Khan is. Als ik bedenk dat ik dat ene boek nog altijd niet geschreven heb. En voel ik me schuldig over die promotie die ik twee weken geleden geweigerd heb, zodat ik meer tijd zou hebben voor mijn persoonlijke projecten. Ook iets typisch voor die verdomde generatie Y. Zou ik nog een transfer kunnen aanvragen om babyboomer te worden?

© 2014 – StampMedia –Izabelle Devulder


Dit opiniestuk werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 11/04/2014
Dit opiniestuk werd gepubliceerd door Opiniestukken.nl op 11/04/2014
Dit opiniestuk werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 11/04/2014
Dit opiniestuk werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 11/04/2014