De omzendbrief over de nieuwe GAS-wet die onlangs werd gepubliceerd, slaagt er onvoldoende in om de vragen bij de hervorming te beantwoorden. Integendeel, hij roept nieuwe vragen op, zeggen verschillende experten.

Op 8 augustus publiceerde aftredend minister van Binnenlandse Zaken en inmiddels Waals minister Joëlle Milquet (CDH) haar omzendbrief die verduidelijking moet geven bij de vorig jaar herziene en goedgekeurde GAS-wet.

StampMedia nam de nota van a tot z onder de loep en legde enkele nieuwe, opvallende of verontrustende fragmenten voor aan een panel van experts: ere-vrederechter en GAS-expert Jan Nolf, socioloog Ben Caudron, secretaris Vlaamse Jeugdraad Caroline Verschueren en de juristen van de Privacycommissie. Conclusie: de nieuwe GAS-wet bevat, nog steeds, soms bizarre, soms mist spuiende passages.

StampMedia: Het begrip overlast krijgt eindelijk een definitie, ook al is die nog steeds vaag. “De openbare overlast heeft betrekking op, voornamelijk individuele, materiële gedragingen die het harmonieuze verloop van de menselijke activiteiten kunnen verstoren en de levenskwaliteit van de inwoners kunnen beperken op een manier die de normale druk van het normale leven overschrijdt.” Weten we nu wat "overlast" is?

Jan Nolf, ere-vrederechter: "De vraag is of de wetgever "overlast" wel nauwkeuriger moet definiëren. In gewone burgerlijke zaken valt de rechtbank op een nog veel minder duidelijke rechtsregel terug, die echter wel van een omgekeerde en dus positieve filosofie uitgaat. Maar hier gaat het er eigenlijk om dat de GAS-wet een ambtenaar, zonder garanties van onafhankelijkheid en zonder vorming, met dat oordeel belast."

"Deze definitie (die al in een eerdere omzendbrief stond, maar nu pas in de wet, red.) is zo oud als de straat en biedt geen enkel nieuw houvast. Jammer, want de omzendbrief had het kaf van het koren kunnen scheiden, door voorbeelden te geven van wat géén overlast kan zijn. Maar men is daarvoor teruggeschrokken omwille van de heilige koe van 'gemeentelijke autonomie'."

StampMedia: Volgens de federale overheid hebben de GAS-boetes niet enkel als doel om die overlast te bestraffen, maar ook “om het respect in de samenleving via een pedagogische aanpak te bevorderen”. Klinkt mooi, maar zijn de sancties daar het juiste middel voor?

Ben Caudron, socioloog: “Dat is newspeak en doublespeak buiten categorie, om het met orwelliaanse termen te zeggen. De GAS-boetes hebben geen enkel pedagogisch effect, maar een economisch en sanctionerend. Ook de middelen die het systeem gebruikt, zijn louter economisch en sanctionerend."

"Bemiddeling is vanaf nu wel mogelijk, maar ik zou wel eens willen weten in hoeverre de gemeenten die aanwenden. Een pedagogisch doel nastreven én tegelijkertijd willen disciplineren: dat past als een tang op een varken. Het discours "opvoeden door te straffen" kan je enkel aanvaarden, als je van mening bent dat kinderen slaan ook pedagogisch waardevol is."

StampMedia: Die bemiddeling is voortaan zelfs verplicht voor GAS-boetes bij minderjarigen. Als die niet voorzien is in het politiereglement, kunnen ze geen GAS-boete krijgen. Krijgt een goed gesprek nu toch voorrang op een geldboete bij jongeren?

Caroline Verschueren, secretaris Vlaamse Jeugdraad: "Dit is een 'jeugdvriendelijke' oplossing waar voorstanders graag mee schermen. Het is inderdaad nieuw dat de bemiddeling verplicht aangeboden wordt aan jongeren, maar het is dat wat ons stoort: dat ze het 'aanbieden'. Het betekent immers niet dat de ambtenaar het gesprek móét aangaan."

"En hoe zit het met de rechten van de vermeende dader? Of is het enkel het slachtoffer (vaak de gemeente zelf, red.) dat kan zeggen of een bemiddeling geslaagd is en er een boete volgt of niet? Een goed gesprek is nog altijd de beste oplossing, maar deze formulering is een zwaktebod. We zien dit ook foutlopen in kleine gemeenten, want wie gaan zij ervoor kunnen inhuren (de bemiddelaar mag niet de sanctionerende ambtenaar zijn, red.)?”

StampMedia: De sanctionerende ambtenaar kan bij minderjarigen ook een ontmoeting vragen met de ouders of de voogd. “Hij kan dan beslissen hetzij de zaak af te sluiten, als hij tevreden is over de ontmoeting of de door hen voorgestelde straf, hetzij de administratieve procedure te starten, als hij niet tevreden is.” De ambtenaar wordt opvoedkundige?

Caroline Verschueren, secretaris Vlaamse Jeugdraad: "Dit blijft voor ons het vreemdste fragment van de hele GAS-wet. Je zit met een ambtenaar die beslist of hij tevreden is met de straf die de ouders voorstellen. Maar wat is 'goed' en wat is 'tevreden'? Je kan tevreden zijn met een pedagogische tik, met een goed gesprek of met een week achter een vuilkar lopen."

"En wat is een goede straf? Sommige ouders weten dat na jaren nog niet en een ambtenaar zou daar dan wel over kunnen oordelen? Eén persoon, die niet eens rechter is, die beslist over de al dan niet geslaagde opvoeding van een kind: zo werkt het niet."

StampMedia: Een andere definitie die de nieuwe GAS-wet aandraagt, is die van 'herhaling': “Een nieuwe vaststelling van een zelfde inbreuk binnen de 24 maanden na een sanctie voor een zelfde inbreuk”. Opvallend is iets wat verderop staat: “Een sanctie waartegen beroep werd aangetekend, is niet definitief, maar kan wel een verzwarende omstandigheid uitmaken.” Met andere woorden: een inbreuk waar je nog niet schuldig voor bevonden bent, kan tegen je gebruikt worden.

Jan Nolf, ere-vrederechter: "Dit is wat mij betreft een van de meest nonsensicale stukjes van deze omzendbrief. Hier zijn eigenlijk geen beleefde woorden voor."

StampMedia: Nooit twee zonder drie: een andere opvallende omschrijving is die van 'heterdaad'. Of beter: de omzendbrief stelt dat het begrip níét omschreven wordt. En dat het dus voorzichtig toegepast moet worden. Waarom doet de overheid niet de moeite het wél uit te leggen?

Jan Nolf, ere-vrederechter: "Het probleem is dat 'heterdaad' in het strafrecht in een strikte en brede definitie uiteenvalt. Dat kan problemen geven bij gemengde inbreuken (feiten onder het strafrecht die met GAS-boetes bestraft kunnen worden, red.), die het parket ook bij de gewone strafrechter kan onderbrengen."

"De bedoeling is dus om enkel de strikte interpretatie te hanteren in de zuivere administratieve sancties. Maar zo is de GAS-wet nog maar eens ingewikkelder geworden. Een gewone burger verliest er compleet zijn weg in en dat geeft opnieuw te denken over het - gebrek aan - democratische gehalte. Knoop dit beleid nog maar eens aan elkaar."

StampMedia: Eerder was het al aanbevolen, maar nu staat het ook in de wet: gemeenten mogen een algemeen politiereglement opmaken dat geldt voor één politiezone, meerdere zones of een gerechtelijk arrondissement. Krijgen we een parallelle strafwet?

Jan Nolf, ere-vrederechter: "Was het maar zo eenvoudig. In het verleden konden gemeenten ook al een identiek reglement aannemen. Maar dit is een dynamisch proces bij de GAS: plots 'ontdekt' men een lokaal probleem dat blijkbaar uniek is in België, en dan begint iedereen aan uitzonderingen te sleutelen."

"Deze standaardisering is gepromoot voor het comfort van intergemeentelijke sanctie-ambtenaren die vaak zelf reglementen schrijven. Zo maken ze het voor zichzelf makkelijker, en je kan ze geen ongelijk geven (lacht). Dit is trouwens ook achterhaald. Men bedoelt de gerechtelijke arrondissementen die op 1 april verdwenen zijn en provincies zijn geworden. Men heeft de kans gemist om ook GAS op provinciaal niveau te tillen, waar minder kans bestaat op willekeur."

StampMedia: De wet verplicht gemeenten om bij het opstellen van die reglementen de jeugdraden te consulteren, wanneer ze minderjarigen willen kunnen bestraffen met GAS. Het gaat echter om informeel advies: ze kunnen het naast zich neerleggen. Een lege doos, dus?

Caroline Verschueren, secretaris Vlaamse Jeugdraad: "Nee. Elke consultatie van een jeugdraad is informeel. We zijn niet van mening dat een groep jongeren bindend politiek advies moet kunnen geven. Maar we zijn wel grote fan van de toevoeging. Het is op zich een rariteit, dat een federale wet verwijst naar lokale jeugdraden."

"Hoe het in de praktijk zal verlopen, blijft afwachten. Veel gemeenten zijn hier immers niet van op de hoogte, dus is het een kwestie van tijd voor een eerste rechter een sanctie nietig verklaart omdat de jeugdraad niet geconsulteerd is voor een gemeentereglement. Maar goed, de ambitie is er en er zijn al goede voorbeelden, zoals de stad Genk."

StampMedia: Sinds 1 januari dit jaar zijn de gemeenten verplicht een register aan te leggen van de GAS-boetes. De wet laat ook toe dat er één register aangelegd wordt voor verschillende gemeenten samen. De Privacycommissie deelde daarover vorig jaar haar bezorgdheid met StampMedia. Neemt deze omzendbrief die weg?

Eva Wiertz, woordvoerster Privacycommissie: "We hebben vorig jaar zowel over de GAS-wet als het bijhorende KB advies uitgebracht. Daarin gaven we inderdaad enkele bezorgdheden mee, die bij de publicatie van de wet en het KB slechts gedeeltelijk weggewerkt waren. En ook deze omzendbrief brengt weinig of geen verbetering."

"Er is bijvoorbeeld nauwelijks omkadering over de gegevensverwerking bij een tijdelijk plaatsverbod (de burgemeester verbiedt een persoon een domein, gebouw,… te betreden, red.): welke data worden er verwerkt, waarvoor, wie is er verantwoordelijk voor,...? En ten slotte is het nog altijd duidelijk of gemeenten gegevens zullen uitwisselen. Krijgt gemeente A toegang tot het register van gemeente B om te zien of een bepaalde persoon eenzelfde inbreuk pleegde in gemeente B?"

StampMedia: Last but not least: de sanctionerende ambtenaar moet zijn functie onafhankelijk en autonoom uitvoeren, zonder instructies te ontvangen van de burgemeester. Maar in de wet staat ook nog: “Bij beroep voor de politierechter kan de sanctionerende ambtenaar of zijn afgevaardigde de gemeente vertegenwoordigen.” Spreekt dat elkaar niet tegen?

Jan Nolf, ere-vrederechter: "Inderdaad. De gemeente kan beslissen om hoger beroep aan te tekenen tegen de beslissing van de sanctionerende ambtenaar om geen boete op te leggen. Het is dan ondenkbaar dat die ambtenaar tegen zijn eigen beslissing zou pleiten. Dit bewijst dan ook de verbondenheid tussen de sanctionerende persoon en de gemeente, want als de 'overtreder' in beroep gaat, zal de ambtenaar zijn eigen beslissing én de belangen van de gemeente bepleiten.”

© 2014 - StampMedia - Gunther Malin


Dit artikel werd gepubliceerd door Deredactie.be op 27/08/2014