Zieke kinderen of zwangere vrouwen uit afgelegen dorpen in Congo hebben moeilijk toegang tot de gezondheidszorg. Het ontbreken van berijdbare wegen maakt het voor ambulanciers moeilijk tot zelfs onmogelijk om in de dorpen te geraken. “Zwangere vrouwen met weeën moeten soms 60 kilometer wandelen naar het ziekenhuis.”

Hoe breng je zwangere vrouwen of kinderen met buikklachten uit afgelegen dorpen op tijd naar het ziekenhuis als er geen goede infrastructuur voorhanden is? Op die vraag moeten ambulanciers in de Democratische Republiek Congo elke dag een antwoord verzinnen. Ziekenwagens rijden zich door de modderige zandwegen vast of moeten door obstakels noodgedwongen terugkeren naar hun startpunt. “Het is een wonder dat we ooit in het dorp geraakten”, vertelt freelancefotograaf Joris Hermans.

Hermans reisde vorig jaar samen met de organisatie Memisa naar de Democratische Republiek Congo. Hij fotografeerde er op vraag van de hulporganisatie de problemen van het ziekentransport. “De situatie was erger dan ik verwachtte”, vertelt Hermans.

Onverharde wegen

De afgelegen dorpen zijn via zandwegen of smalle bergpaden verbonden met de grote steden. “Maar die wegen hebben een slechte infrastructuur”, voegt Hermans toe. “Wanneer het regent, veranderen ze in een modderpoel of in een ware rivier, waardoor het moeilijk of zelfs onmogelijk wordt om het dorp te bereiken.”

Soms bestaat er zelfs geen route naar het dorp, waardoor de ambulancier zelf een weg moet banen door het steppelandschap. “Tijdens een rit sloeg de chauffeur plots van de weg af. Het leek alsof we in een willekeurige richting reden. Hoe de chauffeur zonder wegaanwijzing het dorp vond, verbaast me nu nog.”

Regen, de grootste vijand

De onverharde wegen worden voor het Congolese ziekentransport pas echt een probleem wanneer het regent. “Het maakt hun opdracht tien keer moeilijker”, legt Hermans uit. “Wanneer het regent, verandert de weg in een grote modderpoel waardoor jeeps zich om de haverklap vastrijden.”

Regen spoelt ook zand weg waardoor de baan nog moeilijker wordt om over te rijden. “Eén keer ontstonden er door de neerslag smalle en diepe groeven in de baan”, vertelt Hermans. “Terwijl de chauffeur erover reed, zakte de jeep langs één kant steeds verder in de grond weg. Ik had het gevoel dat ons voertuig elk moment zou omkantelen. De chauffeur is toen gestopt en de jeep kwam terug met vier wielen op de grond. Ik dacht toen wel even: ‘Dit had ook anders kunnen aflopen.’”

Dodelijke gevolgen

De slechte infrastructuur en het moeilijke ziekentransport hebben dodelijke gevolgen. Vrouwen die bevallen en een keizersnede nodig hebben, moeten soms 60 kilometer stappen naar het ziekenhuis. “Als de vrouw te veel bloed verliest, kan ze flauwvallen naast de weg”, vertelt persverantwoordelijke Hilde Groenweghe van de Belgische hulporganisatie Memisa. “De kans is groot dat zoiets fout afloopt.”

De slechte wegen bevorderen ook de slijtage van de vervoersmiddelen. “De jeeps verslijten snel”, legt Hermans uit, “en als ze stuk zijn, dan is het heel moeilijk om ze te repareren.” Hermans herinnert zich een bezoek aan een dorp, waar een terreinwagen stond. “De bewoners van het dorp kregen die niet meer aan de praat. Gelukkig kende mijn chauffeur wel wat van auto’s. Hij zag meteen wat er scheelde en vertelde de bewoners welk onderdeel ze nodig hadden. Als wij daar niet waren geweest, had die wagen vandaag nog stilgestaan.”

Boot- en motorambulances

De Belgische niet-gouvernementele organisatie Memisa bedenkt samen met andere ngo’s oplossingen voor het probleem. “Ambulanciers hebben nood aan aangepaste middelen”, vertelt Hilde Groenweghe. De organisatie geeft daarom nu twee alternatieve vervoersmiddelen aan ziekenhuizen: de boot- en motorambulance.

“De motorambulance kan makkelijk rijden op smalle wegen”, legt Groenweghe uit. De ambulance bestaat uit een motor waarachter een bak gemonteerd is, waarin de zieke kan liggen. “Motoren rijden zich ook minder snel vast in de modder”, voegt Groenweghe eraan toe.

De bootambulance is op haar beurt niet afhankelijk van de slechte infrastructuur. Ambulanciers kunnen daardoor snel bij de afgelegen dorpen geraken. “Als het regent, is dit de beste oplossing”, vertelt Hermans.

© Joris Hermans

Memisa leert ziekenhuizen ook hoe ze de alternatieve vervoersmiddelen moeten organiseren. “We geven ziekenhuizen radio’s waarmee ze met de boot- en motorambulances kunnen communiceren”, vertelt Groenweghe. “We voorzien ook in ziekencentra radio’s zodat zij de ambulances kunnen oproepen.”

“Met een stoel op de fiets”



Ook de inwoners van de afgelegen dorpen verzinnen alternatieven. ”Ze monteren bijvoorbeeld een stoel op een fiets”, legt Groenweghe uit. “De mannen duwen die fiets dan om de beurt verder naar het ziekenhuis.”



Zelfs simpele materialen kunnen gebruikt worden. “Soms nemen ze twee balken en een doek”, vertelt Groenweghe. “Ze dragen de zieke zo naar het hospitaal.”

“Betaal me en ik zie het door de vingers”



Een politieke oplossing is moeilijk. De Congolese overheid investeerde de vorige jaren in wegen die de grote steden met elkaar verbinden. Bij die investeringen vielen de banen naar afgelegen dorpen uit de boot.



De infrastructuur buiten de belangrijke steden dient vooral om mijnen, die vaak uitgebaat worden door Chinese bedrijven, te voorzien van makkelijk transport voor hun grondstoffen.



Ten slotte bemoeilijkt corruptie de werking van de overheid. Transparency International gaf de Democratische Republiek Congo vorig jaar een corruptiecijfer van 147 op 168.  “Je ziet corruptie overal in het land”, voegt Hermans toe. “Ik maakte een keer tijdens de trip foto’s naast de baan. Een politieagent benaderde me en zei dat het niet mocht ondanks dat ik de juiste papieren had. Maar als ik geld zou betalen, dan zou hij het wel door de vingers zien…”

© 2016 – Stampmedia – Matthias Vanherle