De Genkse popband De Geest heeft zich snel opgewerkt tot de top van de Vlaamse hitlijsten. Maar frontman Geert Vanloffelt laat het succes niet naar zijn hoofd stijgen. Op de Fruit Stage bracht hij naast bekende hits zijn nieuwe single Maan.

Dit is niet de eerste keer dat je op Genk On Stage staat.
Geert Vanloffelt: "Vorig jaar traden we hier ook op. Met het succes van de nieuwe single hebben ze ons opnieuw gevraagd. Voor mij persoonlijk is het al de twintigste keer dat ik mee doe aan Genk On Stage."

Hoe voelt het om voor een thuispubliek te staan?
Geert Vanloffelt: "Het doet me heel veel plezier dat er zoveel volk was. Er waren twee keer zoveel mensen als vorig jaar. Dat had ik niet verwacht. Ik merk dat er zelfs mensen uit Antwerpen naar hier komen om ons te zien. Dat is natuurlijk super."

Hoe ga je om met de aandacht van al je vrouwelijke fans?
Geert Vanloffelt: "Dat hoort er natuurlijk bij. Ik maak graag tijd voor mijn fans, maar er zijn natuurlijk grenzen. Mijn vrouw is er niet altijd even gelukkig mee, maar uiteindelijk begrijpt ze wel dat de muziek bij mij op de eerste plaats komt."

Wat zijn je plannen voor de toekomst?
Geert Vanloffelt: "We gaan een volledig album opnemen, dat komt uit in oktober. We hopen er vijfduizend exemplaren van te verkopen. Als dat succes heeft, maken we nog een cd en daarna zien we wel. Met een beetje geluk zitten we volgend jaar op Werchter (lacht). Maar ik ben ook blij met alles zoals het nu is."

http://www.flickr.com/photos/stampmedia/sets/72157655161926485

Als je iets zou kunnen veranderen in de wereld, wat zou dat dan zijn?
Geert Vanloffelt: "Ik denk dat iedereen wel wil dat er minder ruzie is. Het maakt niet uit of dat bij je thuis is of bij de buren. De wereld zou heel wat mooier zijn als iedereen wat meer met elkaar overweg zou kunnen. Helaas is het niet altijd zo eenvoudig. Het enige wat ik kan doen is goed zijn voor de mensen in mijn omgeving en verdraagzaam zijn. Als iedereen dat zou doen, dan geraken we al heel wat verder."

© 2015 – StampMedia – Tekst: Stef Vananderoye; Foto: Milou Verstappen