(DEH!) Geduld en passie. Dat heb je nodig om een papercut à la Kris Trappeniers tot een goed einde te brengen. Trappeniers besloot op zijn 35ste dat scheikunde toch niet zijn leven was en verdiepte zich in grafische vormgeving, vooral in stencils.
Die stencils werden alsmaar gedetailleerder en zo komen we tot zijn huidige papercuts. Over een werk doet hij ongeveer zestig uur, maar het resultaat mag er absoluut wezen.
Hoe begin je precies aan zo’n werk?
Trappeniers: “De precieze werkwijze doe ik niet graag uit de doeken, maar ik kan je verklappen dat ik noch gebruik maak van een computer noch grafische software. Ik gebruik alleen papier, inkt, mesjes en vernis. Ik hou van die soberheid, het is mijn reactie op de huidige cultuur.”
Het lijkt echt iets enorm moeilijk en ingewikkeld.
“De sleutel tot een mooie cut out is het evenwicht vinden tussen contrast en papiersterkte. Voor een mooi portret is veel contrast nodig tussen licht en donker, maar hoe meer contrast, hoe meer ‘leegtes’ er ontstaan en zo verzwakt de structuur van de papercut. Het moeilijkste is dus tijdens het tekenen te voorspellen hoe het papier zich als materiaal zal gedragen bij het latere snijden ervan.”
Wat gebeurt er met de werken?
“Wel, een koper uit Argentinië heeft ooit het ontwerp als tatoeage aangebracht, een andere koper gebruikt een papercut als sjabloon voor street art. Zo komt het al eens voor dat ik ergens rondloop en toevallig eigen werk tegenkom.”
Ambities?
“Toen ik begon was mijn ambitie om één persoon te vinden die mijn werk leuk zou vinden. Die ambitie is nog steeds dezelfde: als ik één persoon diep kan raken met één werk is dat belangrijker dan een tentoonstelling voor honderden toeschouwers in een kunstgalerie.”
Toekomst?
“Experimenten met licht en schaduw door papercuts en hopelijk de komende lente veel street art.”
Wie Kris Trappeniers’ werk wil bewonderen, kan nog tot en met 18 december terecht bij Haute Cuisine in Leuven.
© 2011 – DEH! Magazine - Sofie Marguillier