Freedom House, een ngo die internationaal de vinger aan de democratische pols houdt, noemt Hongarije nog maar ‘gedeeltelijk vrij’. Reden hiervoor is de enorme druk die de vrije pers de laatste jaren ervaart. “De scheeftrekking van het medialandschap was geen deel van een meesterplan. Het is organisch gegroeid.”
Matisse Van der Haegen en Igor Bulcke trokken naar Hongarije om te kijken hoe het land toeleefde naar de verkiezingen van 3 april en hoe journalisten vandaag omgaan met de beperkte persvrijheid in het land van Viktor Orban.
Update: Intussen is de uitslag van de verkiezingen bekend. Viktor Orban en zijn partij Fidesz boekten een ruime overwinning. Orban is op weg naar een vijfde ambtstermijn.
Hongarije is het land van goulash, warmwaterbronnen en de pianovirtuoos Frans Liszt. Hongarije is echter ook het land dat al enkele jaren een doorn in het oog van de Europese Unie is. Premier Viktor Orban (Fidesz) doet niets liever dan de Europese instellingen het vuur aan de schenen leggen en knabbelt ijverig aan de democratische fundamenten in zijn land. De parlementaire verkiezingen op 3 april lijken daar weinig aan te zullen veranderen.
De kans zit er in dat de regerende partij Fidesz van premier Viktor Orban, die al sinds 2010 de scepter zwaait, opnieuw een tweederdemeerderheid binnenhaalt. Het is echter de eerste keer dat Orban het zal moeten opnemen tegen een verenigde oppositie. Zij schaarden zich samen achter de conservatief Peter Marki-Zay.
Veel Hongaren kruisen hun vingers voor een nieuwe wind, want de Hongaarse democratie, en dan vooral de onafhankelijke pers, hebben het zwaar te verduren. In de index van Reporters Without Borders tuimelde de Hongaarse persvrijheid ondertussen naar plaats 92. Orban is al lange tijd het zorgenkindje van de Europese Unie. Hoe is hij er in geslaagd om onder de neus van de Europese instellingen de vrije pers onderuit te halen, en is dit nog omkeerbaar?
Mooi in het gelid
Toen Fidesz in 2010 een klinkende verkiezingsoverwinning binnenhaalde, liet de partij er geen gras over groeien. Al snel kwamen ze met een hele reeks nieuwe mediawetten op de proppen. Dit nieuwe mediasysteem liet veel ruimte voor politieke invloed en maakte plaats voor een kersvers regulerend orgaan, ‘de Mediaraad’, waarin exclusief Fideszgetrouwen zetelden.
“Het gros van de media dat in buitenlandse handen lag, werd ook opgekocht door rijke Hongaarse zakenmannen die sterke banden met de overheid onderhielden”, vertelt Tim Schoot Uiterkamp van de ngo Free Press Unlimited. “Zo kwamen onder meer Metropol van het Zweedse Metro International en Origo van Deutsche Telekom in Fidesz’ invloedssfeer.”
Ook andere onafhankelijke media konden de dans niet ontspringen. In 2016 werd de grootste politieke krant Nepszabadsag van de ene op de andere dag opgeheven. Een tijdje later, in 2020, moest de hoofdredacteur van nieuwssite Index ontslag nemen, waarna ook het gros van zijn collega’s het bijltje erbij neerlegden. Het populaire Klubradio verloor vorig jaar uiteindelijk ook de strijd en moet op beslissing van de Mediaraad zijn frequentie opgeven, waardoor het gedwongen naar het internet moest verhuizen.
Een ander facet van de Fidesz-mediastrategie had betrekking op de regulerende organen. Hier werd duchtig aan gesleuteld zodat zij mooi in het gelid zouden lopen. In 2014 voegde de overheid alle uitgaven van publieke instituties samen onder één orgaan, het Nationaal Communicatiebureau. De politieke basis van dit orgaan is moeilijk mis te verstaan, aangezien het rechtstreeks onder het kabinet van de premier werkt.
Ook de MTVA, het fonds dat gaat over de eigendomsrechten van publieke media en verantwoordelijk is voor producties van de publieke omroep, wordt sinds de mediawetten van 2010 benoemd door de regerende partij. Dat voor niet minder dan negen jaar. Wil je dus subsidies krijgen, dan schop je maar beter niet tegen de foute schenen.
“Een voorbeeld dat goed de partijdigheid van de publieke omroep illustreert, is het protest in 2012 tegen de nieuwe grondwet”, vertelt Agnes Urban, professor communicatie en expert bij Mérték, een denktank rond vrije media. “De reporter ter plaatse van de publieke omroep besloot zichzelf te positioneren in een lege straat, afgezet door de politie om te doen uitschijnen dat er geen protest was. Dit beeld groeide al snel uit tot een populaire meme.”
Nauwelijks nog een markt
Als dit al rake klappen waren voor de onafhankelijke pers werd in 2018 met de oprichting van de enorme stichting “KESMA” een uppercut uitgedeeld. “KESMA was een sleutelmoment”, vertelt Peter Bajomi-Lazar, professor media en massacommunicatie in Boedapest. “Bijna 500 Fidesz-vriendelijke media kwamen samen onder één stichting te staan, in handen van een Fideszgetrouw.”
Opmerkelijk is dat de eigenaars van al deze media gratis doneerden aan de stichting. Peter Bajomi-Lazar: “De Hongaarse mediamarkt is ook nauwelijks een markt meer, ze spenderen 130 miljoen forint (350.000 euro, red.) aan dit enorme mediaconglomeraat. Het is zuiver favoritisme en creëert een oneerlijk speelveld.”
De logica ‘Wiens brood gij eet, diens woord gij spreekt’ lijkt prima te werken: kritiek op de overheid is ver te zoeken bij de mediakanalen onder KESMA. “Soms leidt dit tot lachwekkende taferelen waarbij alle regionale kranten dezelfde voorpagina hebben”, lacht Csaba Lukasz, managing director en journalist bij de onafhankelijke krant Magyar Hang.
“Ook de advertentiemarkt werkt niet langer in Hongarije”, vertelt Lukasz. “Ieder bedrijf heeft wel zijn zaken met de overheid. Ze willen niets riskeren, al durven weinigen dat hardop als reden te uiten. Ze hebben schrik om financiële gunsten te mislopen, belastingproblemen tegen te komen of naast een vergunning te grijpen.”
“Toch hebben we hier geen bewijs van”, vertelt mediaprofessor Attila Batorfy, voormalig journalist bij het onafhankelijke Atlatszo. “Het is ook niet zo dat de overheid expliciet vraagt om te adverteren in pro-Fidesz media. Bedrijven willen eerder nare gevolgen vermijden. Net als tijdens het feodalisme toen de boeren een geschenk brachten aan de monarch. De impliciete boodschap was: 'Laat ons alsjeblieft met rust.'"
“De overheid vraagt niet expliciet om te adverteren in pro-Fidesz media. Bedrijven doen het, want willen eerder nare gevolgen vermijden” - Attila Batorfy (mediaprofessor)
“Ook de verkoop van Origo door Deutsche Telekom zou je zo kunnen interpreteren”, aldus Batorfy. Er is weinig fantasie voor nodig om de interesse van de Duitse autofabrikanten in Hongarije te zien. Het is puur opportunisme: ‘Oké Viktor, jij hebt de media nodig en wij willen investeren zonder al te veel belastingen’.”
Probeer dan maar eens nieuws te brengen
“De situatie nu is geen totale censuur, maar het speelveld wordt steeds ongelijker. Er wordt nog gevoetbald, maar het veld staat scheef”, aldus Uiterkamp. De weinige onafhankelijke media houden met donaties, abonnementen of buitenlands geld het hoofd boven water. De regering maakt hen het leven langs alle kanten zuur.
Uiterkamp: “Er werden nieuwe wetten aangenomen tegen nepnieuws, maar men definieerde dit zo breed dat het als afschrikmiddel kan dienen. Later is het illegaal gemaakt voor medisch personeel om de pers te woord te staan. Ook de deadline voor het vrijgeven van publieke informatie is verlengd van twee weken naar 90 dagen, probeer dan maar eens nieuws te brengen.”
“De Hongaarse samenleving is diep verdeeld over verschillende breuklijnen. Dit vertaalt zich ook naar de journalistiek”, voegt mediaprofessor Bajomi-Lazar toe. “Het vertrouwen in de journalistiek staat op een laag pitje. De meeste redacties zijn compleet vervangen sinds ze werden overgenomen.”
“Deze zogenaamde journalisten maken zichzelf wijs dat hun rol niet zo groot is of dat ze het geld nodig hebben om hun lening te kunnen betalen”, vult Batorfy bitter aan. “Ik ben na tien jaar gestopt als journalist, want ik voelde dat mijn werk nutteloos werd. Ik was moe. Mensen buiten de steden kijken voornamelijk naar de publieke omroep en lezen de hondstrouwe lokale kranten. Het creëert een muur rond hen.”
“De deadline voor het vrijgeven van publieke informatie is verlengd van twee weken naar 90 dagen, probeer dan maar eens nieuws te brengen” - Tim Schoot Uiterkamp (ngo Free Press Unlimited)
“Het wordt onafhankelijke journalisten langs alle kanten moeilijker gemaakt om hun job naar behoren uit te voeren”, zegt Uiterkamp. “Toegang tot persconferenties en politici wordt steeds moeilijker voor onafhankelijke media.” Bajomi-Lazar treedt hem bij: “Journalisten worden slachtoffer van lastercampagnes en karaktermoord door pro-overheidsmedia. Ze worden verraders van Hongarije genoemd of soldaten van Soros, verwijzend naar de Hongaarse miljardair George Soros, het favoriete doelwit van Orban.”
Ook bedreigingen op sociale media zijn dagelijkse kost, vertelt Batorfy. “Een keerpunt voor mij was toen ik een anoniem bericht op Tumblr ontving: “Volgende keer dat we jou en je bastaard Joodse vrouw op straat zien, slaan we jullie in elkaar”. Als journalist ben ik dreigementen gewoon, maar dit ging over mijn familie.”
Geen energie meer voor actie
“Het is moeilijk te verklaren hoe het zo ver is kunnen komen”, aarzelt Uiterkamp. “De strop kwam beetje bij beetje strakker te zitten en het gebeurde allemaal net niet zichtbaar genoeg. Er is misschien ook te weinig onderlinge solidariteit geweest tussen de media. Er is nooit als geheel een streep getrokken.”
Ook de oppositie stond zeer zwak toen Orban in 2010 aan de macht kwam, vertelt Urban. “Ze waren erg verdeeld en likten nog hun wonden na het electorale verlies. De media staat nu wel hoger op de agenda, maar toch vinden er weinig protestacties plaats. Dit land kent genoeg problemen, mensen hebben geen energie meer voor actie. Een sterk signaal was toen in 2018 bij vriestemperaturen een rally plaatsvond. Enkele parlementsleden brachten zelfs de nacht door in het gebouw van de staatstelevisie. Ook na het massaontslag bij Index volgde een groot protest.”
“De EU-reguleringen zijn op briljante wijze buitenspel gezet” - Agnes Urban (professor communicatie)
Enige bitterheid is ook moeilijk te verbergen wanneer de Europese Unie ter sprake komt. “Het is waar dat de EU beperkte bevoegdheden heeft op het vlak van media, maar het beschikt wel over middelen om tussen te komen in de staatssteun van Fidesz”, aldus Urban. “Tweemaal, in 2016 en 2019, heb ik met Klubradio en Europarlementslid Benedek Javor klacht ingediend bij de Commissie. Tot nu toe is er geen schot in de zaak. We worden van het kastje naar de muur gestuurd. ‘We hebben de overheid vragen gestuurd en wachten nu op antwoorden’, horen we dan of: ‘We hebben antwoorden gekregen die we grondig bestudeerden en sturen nu nieuwe vragen’.”
Urban: “Het probleem is dat we twee verschillende organen hebben voor de publieke media. Eentje voldoet aan de regels van onafhankelijkheid, maar doet in feite niets. Al het budget gaat naar de MTVA waar de regering de plak zwaait. De EU-reguleringen zijn op briljante wijze buitenspel gezet."
Nog niet meteen opgelost
“Het verhaal dat Fidesz gebruikt, is dat na de liberalisering van de media in de jaren 90 de links-liberale media domineerden”, vertelt Bajomi-Lazar. “Ze verbergen hun bedoelingen dus niet: het doel is om de balans weer in evenwicht te brengen. Journalistiek is inderdaad altijd iets liberaal geweest, maar ik denk niet dat journalisten neutraal zouden moeten zijn. Ze zouden kritisch moeten zijn tegenover de overheid, want daar zit de macht en het belastingsgeld. Het medialandschap draait niet rond balans. Links, rechts en dan de waarheid in het midden: zo werkt het niet. De waarheid ligt toch ook niet tussen flat earthers en de wetenschap?”
“De EU realiseert zich stilaan dat het Hongaarse model toxisch is” - Agnes Urban (professor communicatie)
Volgens Tim Schoot Uiterkamp van de ngo Free Press Unlimited is de scheeftrekking van het Hongaarse medialandschap geen deel van een meesterplan. “Het is organisch gegroeid. “Zelfs als de oppositie nu de verkiezingen wint, heeft Fidesz de sleutelorganen al volgepropt met Fidesz-figuren zoals de nieuwe president die op 10 mei aantreedt. Het probleem is dus niet meteen opgelost.”
Toch is er ook goede hoop, vindt Urban. “Meer en meer mensen zijn bereid te doneren aan onafhankelijke media. Ook de nieuwe ‘Media Freedom Act’ waar Eurocommissarissen Vera Jourova (Tsjechische politica en vicevoorzitter van de Europese commissie, red.) en Thierry Breton (Franse politicus, red.) mee bezig zijn, klinkt veelbelovend. Toen ook Polen de verkeerde kant op begon te gaan, groeide het besef dat het Hongaarse model toxisch is.”
“Ik denk dat Marki-Zay zeker een kans maakt bij de verkiezingen, maar zelfs de peilingbureaus twijfelen over wie als eerste uit de bus zal komen”, besluit Agnes Urban. “Deze verkiezingen zullen in grote mate rond de vraag “Oost of West?” draaien en je ziet dat zelfs Orban nu met het conflict in Oekraïne in een ongemakkelijke spreidstand zit tussen de EU en het Kremlin.”
Dit artikel werd gepubliceerd door MO* Magazine op 04/04/2022.