©Cheyenne Deckx

Staar je besluiteloos naar je computer voor iedere online aankoop? Is het maken van toekomstplannen een eindeloze lijdensweg vol wikken en wegen? Of ervaar je al kortsluiting bij de vraag ‘wat wil je eten?’. In dat geval heb je misschien FOBO, the Fear Of Better Options.  

Vroeger kon ik echt genieten van een dagje shoppen op de Meir. Vandaag zit flaneren langs de grote etalages en zorgeloos kledingrekken doorzoeken er niet meer in. Nu bestaat mijn shopervaring uit het afspeuren van tientallen websites. Online heb je namelijk meer opties, waardoor ik zeker kan zijn dat ik het allerbeste bloesje koop. Maar online catalogi uitkammen en vergelijken is een lang en onaangenaam proces. Daarom kan het maanden duren voor ik eindelijk beslis om dat bloesje van vijftig euro te kopen - als het tegen dan nog niet is uitverkocht.   

Het was de Amerikaanse schrijver en econoom Patrick McGinnis die in 2004 de term ‘FOBO’ introduceerde. Hij gebruikte de term voor het eerst in een artikel dat hij schreef voor de krant van de prestigieuze Harvard Business School. Hij beschrijft daarin het fenomeen dat mensen het steeds moeilijker hebben om keuzes te maken en uiteindelijk in een soort van "choice paralysis" belanden: een keuzeverlamming, als het ware, waarin ze uiteindelijk geen enkele beslissing meer durven of kunnen nemen.

Vandaag, bijna twintig jaar later, gebruiken we het woord voornamelijk om het fenomeen van extreme keuzestress te benoemen. “Keuzestress is iets waarmee iedereen wel eens te maken krijgt, de een al wat vaker dan de ander", zegt Arne Roets, professor sociale psychologie aan de Universiteit Gent. "Maar wat typisch is aan FOBO, is dat je voortdurend op zoek gaat naar de beste optie, en dat kan heel vermoeiend en stressvol zijn. Het keuzeproces kent ook nooit echt een einde, omdat je steeds met twijfels blijft zitten: ‘Was dat wel de beste keuze?’.”  

"Meer dan een maand heb ik liggen twijfelen over het ideale computerscherm. En maar niet kunnen slapen"

FOBO kan in lichtere vormen voorkomen, zoals mijn eerdere voorbeeld, en hoeft niet altijd grote belemmering te veroorzaken. In andere gevallen kan zelfs de zoektocht naar het perfecte computerscherm iemands nachtrust een maand lang verstoren, zoals bij Ludovic het geval was.    

©Ludovic Marchand

Ludovic Marchand (29): “Voor zover ik mij herinner, heb ik altijd al gekampt met keuzestress. Gaat het om veel geld, dan krijg ik het helemaal moeilijk. De laatste aankoop waar ik het echt moeilijk mee heb gehad, was een scherm voor mijn computer. Het klinkt misschien dom, maar ik heb daar toch meer dan een maand over getwijfeld. Rondkijken, tientallen schermen vergelijken... Het was niet één concreet iets waarover ik twijfelde, ik nam alles in rekening. Daardoor sliep ik heel slecht. Bij belangrijke beslissingen moet mijn nachtrust eraan geloven en kan ik me op geen andere zaken meer focussen. Dat is mijn grootste last om dragen.”  

Beste, mooiste, grootste

Hoewel FOBO geen nieuw fenomeen is, lijken steeds meer mensen eronder te lijden. “Dat komt omdat we nog nooit geconfronteerd zijn geweest met zoveel keuzemogelijkheden", zegt Roets. "Het internet en sociale media spelen hier een grote rol in, omdat ze ons opties tonen waarvan we zelfs niet eens wisten dat ze bestonden.”

“Vandaag groeien jonge mensen ook op met de slogan ‘Je kan doen en worden wat je wil!’, waardoor ze geloven dat ze zélf verantwoordelijk zijn voor hun geluk. Als ze falen, is dat in hun ogen meteen door hun eigen toedoen. Externe factoren, dingen die we zelf niet in de hand hebben, worden niet langer in rekening gebracht.”

Ook perfectionisme kan bijdragen aan de ontwikkeling of bestendiging van FOBO. Stresscoach Hilde Mariën: “We willen altijd maar het beste, het mooiste, het grootste, om aan de eisen en verwachting van onze omgeving te voldoen. ‘Goed genoeg’ is daardoor niet meer goed genoeg. Dat perfectionisme wordt ook door de media in de hand gewerkt: reclames, advertenties en sociale media tonen ons alleen nog maar idealen.”  

Het fenomeen heeft ook op de genderas een interessant gevolg: zo zouden vrouwen meer met FOBO kampen dan mannen. De reden hiervoor ligt volgens Mariën deels bij de opvoeding: “Aan jonge meisjes leren we nog steeds aan dat ze mooi en lief moeten zijn. Daardoor worden ze sneller op de vingers getikt als ze iets fout doen. Een zelfzeker meisje zal sneller als arrogant bestempeld worden, terwijl een jongen die weet wat hij wil, complimentjes zal krijgen. Het is daarom, spijtig genoeg, niet verbazingwekkend dat meisjes ook later druk blijven voelen om optimaal te presteren. Daar zijn wij allen medeverantwoordelijk voor. We kunnen dus zelf het verschil maken, door attenter te zijn over welke feedback we geven aan jongens en aan meisjes.”  

"Jongvolwassen krijgen de vaardigheid 'kiezen' niet of te weinig aangeleerd. Plots worden ze op een leeftijd van 18 jaar blootgesteld aan een waaier van keuzes"

Eeuwige twijfelaars

Sofie Maertens, klinisch orthopedagoog, richtte twee jaar geleden Broeinest vzw op, een organisatie die aandacht schenkt aan de dagelijkse uitdagingen van studenten en jongeren. In die context merkte ze op dat velen van hen worstelen met FOBO. Daarom organiseerde ze Taboe-café in Gent rond het thema ‘Eeuwige Twijfelaars’. Op dat event, dat overigens een groot succes kende, konden jongeren met elkaar in gesprek gaan over keuzestress.

“Jongvolwassen krijgen de vaardigheid 'kiezen' niet of te weinig aangeleerd", zegt Maertens. "Op hun achttiende krijgen ze dan blootgesteld een waaier van keuzes aangeboden. Net alsof je in de parfumwinkel staat en tussen honderd parfums mag kiezen. Bij zoveel verschillende geuren ruik je niets meer. Jongvolwassenen blokkeren en zijn bang om de verkeerde keuze te maken, net doordat ze zoveel druk op hun schouders voelen." FOBO manifesteert zich bij iedereen op een andere manier, maar de stress en radeloosheid die erbij komen kijken, vormen in elk verhaal een rode lijn.  

Silke Hooyberghs (22): "Ik heb het gevoel dat ik ontspoord ben"

©Silke Hooyberghs

“Ik kamp met FOBO op verschillende vlakken. Ik zit nu in mijn laatste jaar master Meertalige Communicatie en heb al veel jobaanbiedingen gekregen. Ik weet niet wat ik ermee moet doen. Ik denk voortdurend: ‘Zou ik dit wel kiezen? Loop ik dan geen andere mogelijkheden mis? Wat wil ik echt? Is dit wel goed genoeg?’ Ik kan geen rust vinden en heb veel stress. Zelfs wanneer ik dan uiteindelijk een keuze maak, blijf ik piekeren en twijfels hebben."

"Sinds afgelopen zomer ondervind ik ook op persoonlijk vlak FOBO. Ik heb toen een eind gemaakt aan een relatie van zes jaar, omdat ik niet klaar was om grote toekomstplannen te maken. Nu ben ik wat aan het daten, maar ook daar lukt het me niet om keuzes te maken. Ook al klikt het goed met iemand, toch durf ik me niet te settelen, omdat er een stemmetje in mijn hoofd blijft zeggen: ‘Er zal altijd wel iemand zijn die nóg beter bij je past.’ Ik heb het gevoel dat ik ontspoord ben en ik voel me best alleen met deze gevoelens. Om eerlijk te zijn, zou psychologische hulp welkom zijn. Gewoon van iemand horen ‘Je bent niet alleen, je bent niet abnormaal’, zou me al erg geruststellen.”  

Jeffrey Yu (26): "Geen taboe, wel een zwakte"

© Jeffrey Yu

“Keuzestress is altijd een onderdeel geweest van wie ik ben, ook als kind kampte ik ermee. De gedachte dat ik de foute beslissing neem en daar zelf ook verantwoordelijkheid voor draag, is wat het zo moeilijk maakt. Zo spendeerde ik vorig weekend ongeveer drie uur in een muziekwinkel, omdat ik maar bleef twijfelen tussen twee soorten basgitaren. Ik probeerde de gevolgen van mijn aankoop op korte en lange termijn in kaart te brengen en staarde me blind op de details. ‘Waarom is deze kleur de beste?’ en ‘Speelde die andere gitaar toch geen mooiere toon?’ Aankopen liggen me moeilijk, het aanbod op de markt is te groot. Vroeger had professionele hulp me misschien kunnen helpen, maar ik ben nu 26 jaar en heb de keuzestress geaccepteerd. Niet dat er een taboe rondhangt, maar anderen zien het toch als een zwakte.”  

Mila Noor De Baere (23): "Mijn vriendinnen laten beslissen"

© Mila Noor De Baere

“Als kind en later ook, had ik het al moeilijk met kleine, banale keuzes, zoals wat we ’s avonds zouden eten of drinken. Die beslissingen liet ik over aan vriendinnen. Ik stond er nooit echt bij stil, tot ik bij het ouder worden zelf grote beslissingen moest nemen. Toen besefte ik dat ik dat eigenlijk helemaal niet kon. In die periode heb ik psychologische hulp gezocht. Ik kampte toen ook met een burn-out. Mijn keuzestress leidt ertoe dat ik bepaalde beslissingen uitstel, waardoor ik mezelf in de problemen breng. Wanneer ik na lang wikken en wegen toch een keuze neem, blijft die achteraf nog regelmatig in mijn hoofd rondspoken. Van leeftijdsgenoten ervaar ik wel veel begrip. Ik heb het gevoel dat vooral de oudere generatie dit soort stress niet begrijpt.”  

Tips om met FOBO om te gaan

1. Werk aan je zelfkennis. In plaats van je te spiegelen aan andere mensen, ga je best op zoek naar wie jíj bent, wat bij jóu past en wat jíj belangrijk vindt. 

2. Denk minder in rampscenario’s. In plaats van te piekeren over alles wat kan mislopen, moet je je focussen op wat je wél wilt bereiken. 

3. Leer leven met ‘goed genoeg’. In de praktijk zul je zien dat ‘genoeg’ dikwijls meer voldoening brengt dan streven naar ‘het beste’. Leg je erbij neer dat ‘de ideale partner’ niet bestaat en dat je ook wel eens minder mooi gekleed naar buiten mag gaan. 

4. Omarm je emoties. Laat je niet afschrikken door gevoelens van stress, twijfel en spijt. Die horen nu eenmaal bij het leven.  

vorige volgende