Onze grootste collectieve verslaving is één waar getallen, procenten en rangordes de hoogste autoriteit genieten. Een cijferfetisj, als het ware. "Laten we uit de rat race stappen. De wereld becijferen is een handig hulpmiddel, maar als het een doel op zich wordt, ontzeggen we onze leerlingen  een genuanceerd wereldbeeld", beargumenteert Kristof Boghe (23) in een opiniestuk.

We leven in een complexe wereld. We horen het hen graag zeggen, onze beleidsmakers en wereldleiders. Paradoxaal genoeg is de teneur in zulke samenleving één van reductie. Mensen hebben een roesmiddel nodig om niet ten prooi te vallen aan krankzinnigheid; de wereld oogt in al zijn complexiteit immers te bedreigend. Onze grootste collectieve verslaving is in dit opzicht één waar getallen, procenten en rangordes de hoogste autoriteit genieten. Een cijferfetisj, als het ware.

Cijferfetisjisme. Het manifesteert zich in allerlei vormen: psychiaters scoren mensen op een schaal, werknemers in de financiële (en andere) sector(en) worden gewaardeerd naargelang hun berekende added value en ook kinderen worden reeds vanaf hun 5de of 6de levensjaar geconfronteerd met een andere  en becijferde “ik”. Het wezen en zijn wordt gedegradeerd tot een cijfer, er wordt naarstig gedebatteerd over deze geobjectiveerde identiteit en de moderne samenleving lijkt er van uit te gaan dat énkel en alleen een cijfer kan oordelen over levensingrijpende beslissingen.

Mensen krijgen het label “geestesziek” mee als ze te zeer afwijken van het gemiddelde,  werknemers worden ontslagen of gepromoveerd en kinderen toveren in de ogen van hun ouders – afhankelijk van enkele inktvlekken op een keurig in een mapje gestoken A4’tje -  tranen van geluk of verdriet. Alles voor de cijfers.

Onderwijsoutcome

Ook het onderwijssysteem zelf ontsnapt niet aan deze tendens.  Vanaf 1997 kwam de OESO op het lumineuze idee om de (becijferde) outcome van het onderwijs per regio in kaart te brengen. De bedoeling is ondubbelzinnig: de machine van het onderwijs moest geoptimaliseerd worden. De klok in de schoolfabriek tikt; er dient met zo weinig mogelijk middelen zoveel mogelijk geproduceerd te worden.

Net zoals Charlie Chaplin in Modern Times moesten de beleidsmakers zich haasten om te sleutelen aan de machine. Kleine nuance: de auto-onderdelen van het Fordisme worden deze keer vervangen door studenten van vlees en bloed. Elk jaar opnieuw worden de grafiekjes aangevuld. De stippellijn wordt uitgebreid, de dalende of hopelijk stijgende trend steeds zichtbaarder. Alles voor de cijfers.

PISA

Wat wordt er dan becijferd in die beruchte PISA-test, vraagt u? Hoe goed onze leerlingen kunnen goochelen met cijfers, uiteraard! Hoewel naast wetenschap en wiskunde ook leesvaardigheid onder de loep wordt genomen, wordt er geen énkele sociale wetenschap vertegenwoordigd binnen de PISA-test. Deze afwezigheid is symptomatisch voor de systematische onderwaardering voor alles wat we niet in onze geliefkoosde cijfers kunnen uitdrukken.

Geschiedenis, zegt u? Ach, zo belangrijk is dat ook weer niet. Onlangs werd de module geschiedenis voor de onderwijsvormen BSO en TSO in het tweedekansonderwijs zonder schroom afgeschaft. De 1ste en 2de wereldoorlog behoren niet langer meer tot het collectief bewustzijn, zo blijkt. Sp.a blijft voor hen een merk van mineraalwater, want ook de ideologieën die het Belgisch politiek landschap rijk is moeten desnoods wijken voor de hard science. Alles voor de cijfers.

Wiskunde

Aan de exacte wetenschappen wordt, of wat dacht u, niet geraakt. Er is geen enkele andere discipline binnen het onderwijs dat zo hoog in het vaandel wordt gedragen als wiskunde. De veronderstelde waarde van een studierichting stoelt er zelfs zo goed als volledig op. Het wordt haast van levensbelang geacht om allerlei integralen en ander fraais onder de knie te krijgen, maar politiek en actualiteit worden stiefmoederlijk behandeld en met moeite voldoende geïntegreerd in enkele vakken, al dan niet slechts specifiek voor één studierichting. Bij een aanzienlijk deel van de jongeren  wordt de meest complexe wiskundige kennis verbannen naar een stoffige achterkamer in het geheugen.

Onze stem uitbrengen, daarentegen, doen we in een democratie allemaal. Vaak met rotsvaste overtuiging, maar al even vaak ongeïnformeerd. We zien door de bomen het bos niet meer; we zijn emotionele kuddedieren die in een haast ondoorgrondelijk politiek systeem leven. Aan de hand van een stortvloed aan gemediatiseerde optredens en spitsvondige one-liners maakt de Vlaming een, zo veronderstelt men toch, rationele keuze. Niet evident, tussen al de (al dan niet struikelende) panda’s en optredens op Komen Eten door.  Alles voor de (kijk)cijfers.

Zakkenvullers

Ondertussen worden politici gekrenkt in het diepste van hun ziel. Ze worden niet meer gerespecteerd, de burger ziet hen als zakkenvullers en postjespakkers. Een opiniestuk van Fientje Moerman in De Standaard smeekt de modale Vlaming om meer respect op te brengen voor het werk dat politici leveren. Het resultaat: een potje klagen op Reyers Laat, Lieven Van Gils die het allemaal moet aanhoren en heel wat tweets – politiek wordt tegenwoordig gevoerd in 140 tekens – van menig collega-politici die de moedige oproep van Moermans steunen.

De media springen in een hyperconcurrende en -commerciële omgeving al snel op een ander hot topic. In hun jacht naar de volgende scoop gaan ze  voorbij aan een belangrijke oorzaak van politieke onverschilligheid: we vormen onze adolescenten niet om tot volwaardige burgers. Ze zijn ‘competent’, ‘inzetbaar’ in onze economie, maar hun burgerschap laat hen koud.

Onmacht

Op 25 mei zullen heel wat jongeren de onmacht voelen in het stemhokje. De onmacht van het niet weten, van een (politieke) wereld die ver van hun bed ligt. De school is een broeihaard voor cynisme, zowel voor leerlingen als leerkrachten. Laten we uit de rat race stappen. De wereld becijferen is een handig hulpmiddel, maar als het een doel op zich wordt, ontzeggen we onze leerlingen  een genuanceerd wereldbeeld.

Burgerschap laat zich niet in cijfers uitdrukken. Wat men niet meet, zo luidt het dan, weet men niet. Op de website van de UGent lezen we dat de PISA-test “de mate waarin leerlingen voorbereid zijn op het leven als volwassene” probeert op te meten. De meest belangrijke zaken in dat volwassen leven zijn echter niet enkel onbetaalbaar, maar ook onmeetbaar.

© 2014 – StampMedia – Kristof Boghe


Dit opiniestuk werd gepubliceerd door Pienternet.be op 02/05/2014
Dit opiniestuk werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 02/05/2014
Dit opiniestuk werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 02/05/2014
Dit opiniestuk werd gepubliceerd door Opiniestukken.nl op 04/05/2014