(PIDMAG) Gent moet groener. Het stadsbestuur neemt zich voor om de komende twintig jaar één hectare groen te voorzien op wandelafstand van elke woning. Dat langetermijnplan moet de stadsvlucht van jonge gezinnen indijken.
"Wie van de stad naar het platteland verhuist, heeft niet per se een anti-stedelijke mentaliteit", zegt woonsocioloog Pascal De Decker. "Mensen gaan vaak gewoon op zoek naar een betaalbare woning met tuin. Die vind je nauwelijks in de stad."
Volgens schepen van Wonen, Stadsontwikkeling en Openbaar Groen Tom Balthazar (sp.a) kan dat gebrek aan tuinen deels gecompenseerd worden door gemeenschappelijk groen: "Mensen zijn bereid om kleiner te wonen als er voor voldoende groenpolen gezorgd wordt. Hoe meer parken, sport- en speelruimtes, hoe meer redenen om in Gent te blijven."
Kampioen lintbebouwing
Vandaag trekken veel jonge tweeverdieners die zich definitief willen settelen weg uit Gent. Die kapitaalextractie kost niet alleen de stad geld, ook andere overheden draaien mee op voor de kosten. "Vlaanderen blijft verkavelen en groene zones versnipperen. We zijn kampioen lintbebouwing", vertelt De Decker. En dat is geen titel om fier op te zijn: "We wonen langs de grote wegen, maar de achterliggende gronden blijven onbebouwd. Dat zorgt voor files, verkeersonveiligheid en druk op het milieu. En het maakt de levering van collectieve goederen, zoals riolen, elektriciteit, gas en water, en tv-voorzieningen veel duurder."
Het Belgische model van ruimtelijke ordening is niet future proof. We moeten volgens De Decker compacter gaan wonen rond stedelijke kernen. Maar daar is de man in de lintbebouwde straat vaak niet mee bezig. "Natuurlijk is het mooi om door je achterraam op kilometers groen uit te kijken. Wie een huis koopt, vraagt zich niet af of hij de ruimtelijke ordening aan het verknoeien is. We nemen rationele beslissingen vanuit onze individuele woonnood. Maar als je die allemaal samentelt, krijg je een ruimtelijk rommelland."
Uitdagende toekomst
Bij de burger zit er op dat vlak geen mentaliteitsverandering aan te komen. Wonen wordt dus een almaar prangender vraagstuk voor de overheid. "Sociale huisvesting, stadsvernieuwing, ruimtelijke ordening: de mens en de markt zullen die problemen niet oplossen", voorspelt De Decker.
Denken dat mensen hun ideaal van huisje-tuintje-boompje spontaan zullen opzijschuiven voor 'het hogere goed', vindt De Decker naïef. "Tenzij de overheid verplaatsingskosten van pendelaars morgen in reële termen gaat aanrekenen in plaats van mensen te subsidiëren om naar hun werk te gaan, bijvoorbeeld."
Of tenzij steden als Gent erin slagen wonen in de stad weer aantrekkelijk te maken door meer groene oases in te planten tussen het beton.
© 2013 – StampMedia - Emmeline Vandeputte en Oona Hoefnagel
Dit artikel werd eerst gepubliceerd in PIDMAG, het magazine van StampMedia, Nr. 6, jg 3, p. 11