In de Bundeskunsthalle te Bonn loopt nog tot 21 februari 2016 de tentoonstelling 'Japans Liebe zum Impressionismus Von Monet bis Renoir' of simpelweg vertaald “Japanse Liefde voor impressionisme van Monet tot Renoir. In het museum wordt al snel duidelijk hoe het Franse impressionisme de Japanse kunst beïnvloed heeft - en omgekeerd.

Het valt meteen op bij het uitstappen van de trein, Duitsland is de laatste jaren jong en trendy geworden. Het is acht jaar geleden sinds ik er was en ik herinnerde me Duitsland als een land bestaande uit kuuroorden en oude, mollige vrouwen die bruine cafés openhielden. Maar toch voelde het aan als thuiskomen. De spontane gastvrijheid, de vlotheid van de inwoners en, niet te vergeten, de Duitse Gründlichkeit. Alleen kunnen we het nu een 2.0 versie noemen, waarbij de oude, mollige vrouwen zijn vervangen door hipsters en de bruine cafés door koffiebars. Wat in België nog een groot issue is, is hier al lang ingeburgerd.

Het is niet ver, maar er gebeurt een enorme mind switch, de manier waarop mensen het openbaar vervoer nemen, bijvoorbeeld, is totaal anders. Als je in België in een station staat, zie je mensen zenuwachtig naar de klok en een leeg perron kijken. In vele gevallen bellen ze iemand om te laten weten dat ze vijf minuten later zullen zijn door die ‘prutsers’ van de NMBS. Net over de grens daarentegen wacht iedereen heel kalm op de trein.

Gekend maar bescheiden

Wat aanvankelijk een eerder saaie rondleiding leek te worden, werd al snel een interessante wandeling door het museum. De gids neemt de bezoeker mee in de geschiedenis van het impressionisme. In de meeste musea wordt uren aangeschoven om een glimp op te vangen van een Van Gogh of een Monet. Mensen verwachten er zich niet aan dat er hier een kunstwerk van een bekende schilder zou kunnen hangen.

Bij het binnenkomen van de tentoonstelling wordt de bezoeker verwelkomd door twee schilderijen. Het ene komt uit Frankrijk en het andere uit Japan. Meteen valt op dat beide heel goed op elkaar lijken. Het Japanse schilderij zou zo uit Frankrijk kunnen komen. Het is indrukwekkend hoe goed te zien is dat beide werelden elkaar zo sterk hebben kunnen beïnvloeden, hoewel ze elk aan de andere kant van de wereld liggen.

Perspectieven

Het belangrijkste van het hele museum is misschien wel de export van typische traditionele kunstwerken. Japanners gebruikten ongewone perspectieven die minder bekend waren in Europa. De kunstenaars sneden voorwerpen aan, waardoor de kijker de rest van de achtergrond of het tafereel erbij moest verzinnen.

Het was niet simpel om Japanse kunst naar de Bundeskunsthalle te krijgen. Er werden maar liefst 45 musea gecontacteerd en er was vier jaar nodig om ieder werk naar Bonn te krijgen. Onderhandelen met Japanners loopt dan ook veel complexer. Op de vraag of er interesse is in een samenwerking, komt geen vlot antwoord. Als er na enkele weken opnieuw contact volgt, weten de Japanners dat er echt interesse is en kan de onderhandeling starten. De tentoonstelling wil eveneens het Japanse verhaal tonen en niet zomaar wat namen naar Bonn halen.

De expositie loopt nog tot 21 februari in de Bundeskunsthalle.

© 2015 – C.H.I..P.S. StampMedia – Miek Thieren