Binnenkort is er dé moeder aller verkiezingen in ons klein Belgenlandje. Op slechts één dag verkiezen we onze Vlaamse, Federale en Europese parlementsleden. “De regionale en nationale campagnes kunnen we vanuit onze luie zetel volgen door af en toe een krant open te slaan of de televisie aan te zetten, maar heeft er iemand een idee waar het bij de verkiezingen van het Europees parlement om draait? “, vraagt Sander Denayer (23) zich af.

Slechts 43% van de Europeanen komt zijn huis uit voor de verkiezingen van het Europees parlement. Opkomstplicht zorgt er voor dat wij Belgen braafjes naar de stembus gaan -ondanks dat de overheid het verzuim nauwelijks bestraft. De nationale politiek kan ons nog bekoren tot op een bepaald niveau. Maar het dagelijkse reilen en zeilen in de EU volgen vergt al wat meer energie dan af en toe de krant openslaan.

Het Europese nieuws sijpelt met mondjesmaat door tot de Belgische media.  75% van de Europese burgers informeert zich via televisie over de gang van zaken in de EU, dat blijkt uit de Eurobarometer van 2013 inzake mediagebruik. Maar dat Europese nieuws dringt veelal niet door tot de beeldbuis in uw huiskamer.

Povere berichtgeving

Ondanks dat de EU steeds belangrijker wordt dan de nationale parlementen, blijven de media focussen op de nationale politiek. De berichtgeving verloopt gemakkelijker aangezien de kijkers en lezers redelijk op de hoogte zijn en het politieke landschap kennen. Over de EU berichten is een heel ander verhaal: de Europese instellingen zijn veelal te complex om in een reportage van drie minuten een wetsvoorstel uit te leggen. Althans dat is wat de media ons laten geloven. 68% van de Belgen vindt dat ze te weinig informatie over Europa krijgen én 60% geeft aan dat ze begrijpen hoe de EU werkt. Uit de cijfers kunnen we afleiden dat de burger klaar is om Europees nieuws te consumeren. Maar dat mag zich niet beperken tot de kwaliteitspers.  De populaire pers moet ook durven investeren in Europees nieuws.

Het Europese beleidsniveau kreeg in de Vlaamse TV-journaals gemiddeld een half uur aandacht per maand tussen 2003 en 2010, dat blijkt uit de Nieuwsmonitor 6 van het Steunpunt Media. Door de povere berichtgeving over de EU ontstaat er een verkeerd beeld van Europa en dat voedt het stijgende wantrouwen in de Europese instellingen. Enkel de sexy verhalen halen het nieuws. Het verlagen van de zuigkracht van stofzuigers om energiegebruik te besparen zijn vaak te saaie maatregelen. Maar laat ons eerlijk zijn België of Vlaanderen is ook niet zo sexy. Het kost maar een beetje moeite om Europees nieuws toegankelijk te maken.

Net zoals de EU heeft de mediasector het hard te verduren en vecht men constant voor de kijker of lezer. Saaie onderwerpen over de Europese politiek krijgt men moeilijk verkocht, maar gelukkig zijn er nog journalisten als Rob Heirbaut van de VRT die ons steeds wat EU-nieuwtjes voorschotelt. Maar Heirbaut staat er alleen voor en hij mag niet eens al zijn tijd gebruiken om over de EU te berichten.

Met het voorgaande in het achterhoofd kan men enkel tot de vaststelling komen dat we als kiezers slecht geïnformeerd zijn. De bevolking wordt als het ware niet lastiggevallen met al het politiek geleuter van de EU. Maar dat resulteert in een verkeerde perceptie van de EU dat zich vertaalt in een stem voor eurosceptische partijen of in andere landen gewoonweg niet gaan stemmen.

“Hoe legitiem is je parlement als bijna 60% van de kiezers niet opdaagt?”

Waarom ligt er niemand wakker van de Europese verkiezingen? Nochtans is al meermaals bewezen dat de EU ons dagelijkse leven beïnvloedt. Het merendeel van de nationale wetgeving wordt opgelegd door Europa.  Het Europees parlement heeft sinds het ontstaan steeds meer macht verworven terwijl de opkomst bij verkiezingen steeds gedaald is. Maar die macht is nog steeds niet evenwaardig met wat een echte parlementaire democratie bezit. De EU vergelijken met een natiestaat of een internationale organisatie als de Verenigde Naties is een moeilijke evenwichtsoefening. In vergelijking met een sommige natiestaten is de EU minder democratisch, terwijl de EU veel democratischer is dan de VN.

Maar met het parlement lopen toch enkele dingen verkeerd zo hebben de europarlementariërs geen initiatiefrecht om wetgeving voor te stellen. Het initiatiefrecht zou een basisrecht moeten zijn en zou het parlement geloofwaardiger maken. Voor dat initiatiefrecht zijn voorstanders maar ook tegenstanders te vinden. Het initiatiefrecht gooit de handdoek in de ring voor 766 leden die wetgeving kunnen voorstellen. Dat zou het hele legislatieve proces nog chaotischer maken. Bovendien zullen de nationale parlementen en regeringen dat niet graag horen, want zij verliezen nog meer controle over de wetgeving dat Europa oplegt. Een kanttekening hierbij is dat in ons land de regering veel meer wetsontwerpen indient in vergelijking met de wetsvoorstellen van individuele parlementsleden.

Het democratisch deficit brengt het Europees parlement in verlegenheid, want hoe legitiem is je parlement als bijna 60% van de kiezers niet opdaagt? “We kampen met een diep vertrouwensprobleem van de Europese burger tegenover de Unie”, zei Commissievoorzitter Barosso vorig jaar.

Slechts één op drie jongeren geïnteresseerd in politiek

Het is afschrikwekkend dat in tijden waarin communicatie zo laagdrempelig is de kloof tussen burger en staat zo immens is. Nochtans draait de PR-machine van de EU op volle toeren om journalisten en burgers via allerlei kanalen te informeren, maar iedereen laat het aan zich voorbijgaan. De PR-machine verspreidt massa’s informatie. Maar de scheidingslijn tussen propaganda en informatie is soms heel dun.

Misschien is de complexiteit van België met gewesten en gemeenschappen al genoeg voor de doorsnee burger. Wie wil er nu nog meer politiek nieuws op zijn boterham? Uit een recente studie van de KU Leuven blijkt overigens dat slechts één op drie jongeren interesse toont voor politiek. Voorstellen zoals de G1000 van David Van Reybroeck zijn mooie initiatieven, maar we moeten de generatie van de toekomst meer betrekken bij de politiek van morgen.

Vertrouwen terugwinnen

De verkiezingen van 2014 gaan vooral over het vertrouwen dat de EU moet terugwinnen van de Europese burger. Het Duitse ministerie van Justitie becijferde dat 84% van de Duitse wetgeving tussen 1998 en 2004, op Europees niveau hun oorsprong vinden. Slechts 16% was echt van Duitse oorsprong. Een hallucinant cijfer.

Het is paradoxaal als het vergeleken wordt met hoe men in de lidstaten naar de Europese verkiezingen kijkt. Het Europese beleidsdomein wordt onbelangrijk geacht door verschillende actoren in de publieke ruimte, zowel media als politici.

Het Duitse voorbeeld leert ons dat de EU een grote invloed heeft op de wetgeving die wordt gemaakt in de nationale parlementen. Het zou het Europees parlement dan ook ten goede komen moesten hun verkiezingen evenveel aandacht krijgen als het nationale strijdtoneel.

© 2014 – StampMedia - Sander Denayer


Dit opiniestuk werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 16/05/2014
Dit opiniestuk werd gepubliceerd door Opiniestukken.nl op 18/05/2014